Lijfrente- en pensioenverzekering. Uitkering N.V. "De Wereld"; uitkering uit lijfrenteverzekering uit failliete boedel N.V. "De Wereld"

Beleidsmededeling Staatssecretaris van Financiën van 18 juli 1985, nr. 285-10505

De Staatssecretaris van Financien antwoordt op een vraag inzake de fiscale behandeling van uitkeringen uit lijfrente- en pensioenverzekeringen uit de failliete boedel van de N.V. Levensverzekeringsmaatschappij "De Wereld" het volgende:

Lijfrenten.

Ik keur voor zover nodig goed dat een uitkering uit een lijfrentepolis niet in de heffing van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen wordt betrokken indien deze wordt aangewend als een koopsom voor een lijfrente bij een professionele levensverzekeringsmaatschappij.

Ik verbind hieraan de voorwaarde dat de afkoopsom rechtstreeks en in zijn geheel aan de professionele verzekeraar wordt overgemaakt en dat terzake van de aankoop van de lijfrente voor de heffing van de loonbelasting en inkomstenbelasting geen enkele aftrek op het inkomen wordt toegepast.

Voorts merk ik op dat een uitkering direct a contant inderdaad leidt tot een belaste inkomste. Hierop is in beginsel het bijzonder tarief ex artikel 57, eerste lid, letter e, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van toepassing, als overigens aan de voorwaarden voor toepassing van deze bepaling is voldaan.

Toepassing van het bijzonder tarief is echter niet mogelijk indien het een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule betreft, hetgeen naar mijn verwachting in het merendeel van de gevallen het geval zal zijn.

Pensioenuitkeringen.

Indien een uitkering direct a contant wordt gedaan, aan welke uitkering een ter uitvoering van een pensioenregeling gesloten pensioenverzekering ten grondslag ligt, dan is die uitkering onderworpen aan de heffing van de loonbelasting en de inkomstenbelasting alsmede eventueel aan de premieheffing volksverzekeringen. In de sfeer van de inkomstenbelasting is op vorenbedoelde uitkeringen op grond van het bepaalde in artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 voornoemd artikel 57 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van toepassing.

Geven belanghebbenden er de voorkeur aan dat hun uitkering wordt aangewend voor de aankoop van pensioen bij een andere professionele levensverzekeraar, dan keur ik goed dat die uitkering voor de heffing van de loonbelasting en de inkomstenbelasting alsmede voor de eventuele premieheffing volksverzekeringen buiten aanmerking wordt gelaten. Ik verbind hieraan de volgende voorwaarden:

1. De uitkering wordt rechtstreeks en in zijn geheel overgemaakt aan een hier te lande gevestigde professionele levensverzekeraar.

2. Terzake van de overmaking van vorenbedoelde uitkering wordt geen enkele aftrek op het inkomen van belanghebbenden toegepast.

3. De door de andere professionele verzekeraar (te gelegener tijd) te verrichten uitkeringen worden aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van artikel 10, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.