Verzuimde aftrek van lijfrentepremies

Besluit van 29 juni 1990, nr. DB90/3579

1. Inleiding

In de aanschrijving van 23 juli 1985, nr. 285-10246 (IB'65-932) ¹ zijn de inspecteurs gemachtigd in daartoe aangewezen gevallen waarin sprake is van verzuimde aftrek van lijfrentepremies zelfstandig te beslissen op verzoeken om toepassing van de hardheidsclausule.

Ik heb in de herziening van de voorschriften inzake het ambtshalve verlenen van verminderingen of teruggaven aanleiding gevonden bovengemelde machtiging met ingang van 1 augustus 1990 te herzien. De inspecteurs worden hierbij gemachtigd in alle situaties van verzuimde aftrek van lijfrentepremies overeenkomstig de hieronder opgenomen voorschriften zelfstandig te beslissen op verzoeken om toepassing van de hardheidsclausule.

2. Te verlenen tegemoetkomingen

a . Ambtshalve te verlenen vermindering.
Indien een belastingplichtige gedurende één of meer jaren heeft verzuimd de premies voor een lijfrente in aftrek te brengen op zijn onzuivere inkomen, wordt op verzoek van de belastingplichtige eerst zoveel mogelijk overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften ambtshalve een vermindering of teruggaaf verleend.

b. Verruiming saldomethode.
Indien de termijnen van lijfrente vloeien, danwel de lijfrente c.q. kapitaalverzekering met lijfrenteclausule wordt afgekocht of gedeclausuleerd, keur ik goed dat op verzoek van de belastingplichtige de lijfrentepremies waarvan de verzuimde aftrek niet kan worden hersteld op grond van de voorschriften inzake ambtshalve te verlenen verminderingen of teruggaven, worden aangemerkt als premie die niet op het inkomen in mindering konden worden gebracht. De termijnen van lijfrente, de afkoopsom c.q. de omzettingswaarde worden alsdan in het inkomen begrepen voor zover deze de lijfrentepremies overtreffen die niet op het inkomen in mindering konden worden gebracht.
Deze verruiming van de saldomethode wordt uitsluitend toegepast indien en voor zover de belastingplichtige aantoont dat de lijfrentepremies in het verleden niet in mindering op diens inkomen zijn gebracht.
Als voorwaarde voor toepassing van de verruiming van de saldomethode geldt voorts dat de belastingplichtige tegenover de inspecteur aannemelijk maakt dat het niet aftrekken van de premies niet is te wijten aan opzet of grove schuld (met andere woorden dat er daadwerkelijk sprake is van "verzuim" en bijvoorbeeld niet van welbewust afzien van aftrek).
De verruiming van de saldomethode ziet niet op afkoopsommen waarvoor krachtens artikel 57a, eerste lid, letter d (vóór 1990: artikel 57, vijfde lid) van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 een bijzonder tarief geldt van twintig procent (afkoopsommen VOV en dergelijke).

3. Overgangsmaatregel

Deze aanschrijving treedt in werking met ingang van 1 augustus 1990. Alsdan vervalt de regeling die is opgenomen in de aanschrijving van 23 juli 1985, nr. 285-10246 (IB'65-932) met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft in gevallen waarin op 1 augustus 1990 een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule in verband met verzuimde aftrek van lijfrentepremies in behandeling is en de vervallen regeling tot een voor de belastingplichtige gunstiger resultaat leidt dan dat waartoe de onderhavige aanschrijving leidt.
In geen geval wordt teruggekomen op reeds genomen beslissingen inzake toepassing van de hardheidsclausule bij verzuimde aftrek van lijfrentepremies.

De Staatssecretaris van Financiën,

M.J.J. VAN AMELSVOORT.

 

----------------------------------------------------------------
¹ Dit besluit is herdrukt bij Besluit van 23 oktober 1985, nr. 285-15180