Kapitaalverzekering - creatie premiedepot/essentie; hypotheekrente - kapitaalverzekering met lijfrenteclausule/creatie premiedepot

Beleidsmededeling Directie Particulieren Utrecht LO IB-niet winst van 16 augustus 1994, nr. DGM 94/8887

De staatssecretaris deelt het volgende mee.

In Infopublikatie 92/62 * is het standpunt ten aanzien van kapitaalverzekeringen met premiedepot weergegeven. Kort samengevat houdt deze publikatie het volgende in.

Het uit eigen middelen te vormen premiedepot wordt niet beschouwd als een fiscale constructie. In verband met het antwoord op de vraag of de premies als betaald kunnen worden beschouwd vóór (fiscaal is er sprake van een koopsom) respectievelijk na de afboeking ten laste van het depot op de vervaldag, is van belang of sprake is van een reëel depot. Aan de essentie van het premiedepot is voldaan indien de verzekeringnemer de beschikkingsmacht over de in depot gestorte gelden in voldoende mate heeft behouden.

Het antwoord op de vraag of sprake is van een reëel depot is ook van belang voor lijfrente-overeenkomsten (kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule afgesloten vóór 1 januari 1992 daaronder begrepen).

Aan de Belastingdienst is de vraag voorgelegd of in de volgende casus ook sprake is van de financiering van een premiedepot uit eigen middelen. Belastingplichtige koopt in 1993 een stuk grond (gefinancierd met eigen geld). In 1994 wil hij een hypotheek afsluiten. Men raadt hem een hypotheek met premiedepot aan. Het te vormen depot zou ruim de helft van de aankoopsom bedragen. Belanghebbende sluit voor het hele bedrag (inclusief aankoopbedrag grond) een hypotheek af. Een bedrag ter grootte van het te financieren premiedepot wordt aan hem terugbetaald.

De Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris het standpunt ingenomen dat voor het antwoord op de vraag of sprake is van een hypotheek met premiedepot uitgegaan moet worden van de feitelijke situatie zoals die heeft plaatsgevonden. In dit geval is dan ook geen sprake van een uit eigen middelen gevormd premiedepot.

 

--------------------------------------
* Dit is de beleidsmededeling van 7 januari 1992, nr. DB91/5391