Lijfrentegiften in natura

Besluit van 26 april 1995, nr. DB95/1366M

De Directeur-Generaal der Belastingen heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

1. Inleiding

Tot de aftrekbare giften behoren giften in de vorm van termijnen van lijfrenten. Er bestaat in de fiscale literatuur onzekerheid over de vraag of ook termijnen in natura als termijnen van lijfrenten kunnen worden aangemerkt. Bij bevestigende beantwoording van die vraag zouden ook kunstwerken of andere cultureel waardevolle zaken via een lijfrente-overeenkomst geschonken kunnen worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een collectie kunstvoorwerpen, waarvan elk jaar ter voldoening aan de lijfrenteverplichting een evenredig gedeelte aan een museum wordt overgedragen. Bij schenking van één enkel voorwerp zouden de lijfrentetermijnen kunnen bestaan uit gelijke gedeelten van het eigendomsrecht daarvan, die jaarlijks overgaan aan het museum.

2. Huidige wijze van schenkingen in natura via lijfrentecontracten

Vanwege de onzekerheid op dit terrein worden schenkingen in natura in de praktijk steeds vaker op de navolgende wijze gedaan, waardoor aftrek van lijfrentetermijnen mogelijk is.

Het museum koopt een kunstwerk en blijft de aankoopprijs schuldig aan de verkoper. Afgesproken wordt dat de schuld gedurende ten minste vijf jaren in jaarlijkse termijnen zal worden afgelost. Op hetzelfde moment neemt de verkoper de verplichting op zich om gedurende een zelfde periode jaarlijks lijfrente-termijnen aan het museum te betalen tot hetzelfde bedrag als het bedrag van de aflossingen. Met gesloten beurzen wordt aldus bereikt dat de verkoper bij de berekening van zijn belastbare inkomen de lijfrente-termijnen in aftrek kan brengen. De Hoge Raad heeft dit geheel van rechtshandelingen gesanctioneerd in zijn arrest van 9 september 1992, nr. 28 264 (BNB 1992/351).

3. Beleid bij lijfrentetermijnen in natura

Uit verzoeken die ik heb ontvangen is gebleken dat niet iedereen van de onder punt 2 geschetste wijze van schenken gebruik wil maken. Men geeft de voorkeur aan de meer rechtstreekse weg van de lijfrente in natura, als omschreven bij punt 1.

Ik heb op die verzoeken geantwoord dat het bij mij geen bezwaar ontmoet als de Belastingdienst voor de toepassing van de giftenregeling lijfrenten in natura op dezelfde wijze behandelt als lijfrenten in geld.

4. Uitwerking in de praktijk

Uiteraard zal de lijfrente in natura wel moeten voldoen aan de criteria van het lijfrentebegrip. Dat betekent onder meer dat de lijfrente-uitkeringen vast en gelijkmatig dienen te zijn. Bij schenking van een collectie objecten zal daarom op het moment waarop de verplichting wordt aangegaan een nauwkeurige verdeling over de termijnen moeten worden vastgesteld aan de hand van de waarde in het economische verkeer van de verschillende objecten. Ik heb de betrokkenen geadviseerd om daarover vooraf met de Belastingdienst overleg te voeren.

De Staatssecretaris van Financiën,

namens deze,

De Directeur-Generaal der Belastingen,

MR. J.N. VAN LUNTEREN.