Samenvatting fiscale gevolgen aanname Belastingplan 2003 voor de levensverzekeringspraktijk


Op 17 september 2002 is bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel Belastingplan 2003 ingediend. Het Belastingplan bestaat uit twee onderdelen, te weten:

  1. Deel I; dit deel vormt de uitwerking van de fiscale maatregelen uit het Strategisch Akkoord en de maatregelen uit het aanvullende beleidspakket;
  2. Deel II; in dit deel zijn de overige structuurmaatregelen en technische aanpassingen uit het fiscaal pakket 2003 opgenomen.

Tezamen vormen de twee wetsvoorstellen het integrale fiscale pakket voor 2003.

In Deel I van het Belastingplan 2003 (overige maatregelen) zijn de twee belangrijkste wetswijzigingen voor de levensverzekeringspraktijk opgenomen (Wetsvoorstel BP 2003 deel I). Voorgesteld is om de basisaftrek lijfrente (basisruimte) met ingang van 1 januari 2003 af te schaffen. Ook is voorgesteld de spaarloonregeling (inclusief de winstdelings- en premiespaarregeling) af te schaffen. Voorgesteld is om voor geblokkeerde tegoeden een overgangsregeling te treffen waardoor tegoeden van vóór 2002 met ingang van 1 januari 2003 zonder fiscale gevolgen kunnen worden opgenomen. Voor in het kalenderjaar 2002 opgebouwde tegoeden van ingehouden besparingen of gespaard loon is voorgesteld de blokkering gedurende het kalenderjaar 2003 in stand te houden. Deze tegoeden kunnen per 1 januari 2004 zonder fiscale gevolgen worden opgenomen (Memorie van Toelichting BP 2003 deel I).

De Tweede Kamer is op 14 november 2002 akkoord gegaan met Het Belastingplan 2003 deel I en deel II. Op het laatste moment zijn door de regering nog een tweetal nota’s van wijziging op het Belastingplan deel I ingediend. Door de Tweede Kamer is vervolgens een groot aantal amendementen en moties ingediend. Daarvan zijn er slechts enkele aangenomen.

In het hierna volgende overzicht zijn de wijzigingen opgenomen op het Belastingplan 2003 naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer voor zover zij betrekking hebben op het levensverzekeringsgebied. Bij de wijzigingen – de nota’s van wijziging en de amendementen – is aangegeven wat deze wijzigingen inhouden.

Nota’s van wijziging Belastingplan 2003 deel I

Tweede nota van wijziging d.d. 12 november 2002 (28 607, nr. 24)

In deze nota van wijziging zijn ten eerste de aanpassingen van het wetsvoorstel opgenomen die voortvloeien uit de op 11 november 2002 aan de Tweede Kamer gezonden brief inzake het overleg met de sociale partners (Brief spaarloon van 11 november 2002). Het gaat om de volgende aanpassing:
Handhaving van (uitsluitend) de spaarloonregeling met dien verstande dat de maximale inleg per jaar niet meer kan bedragen dan €470 (het vervallen van de premiespaarregeling en de winstdelingsregeling is niet teruggenomen). De in het Belastingplan 2003 voorgestelde deblokkeringsvoorwaarden voor het spaarloon blijven in stand.

Amendementen op het Belastingplan 2003 deel I

Amendement van het lid Van Vroonhoven-Kok d.d. 11 november 2002 (28 607, nr. 15)

Dit amendement bewerkstelligt dat bij de toets of er sprake is van een pensioentekort in de zin van artikel 3 127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet meer wordt getoetst aan de opbouw van pensioenaanspraken in het betreffende kalenderjaar, maar aan de opbouw van pensioenaanspraken in het aan dat kalenderjaar voorafgaande kalenderjaar. Dat maakt het mogelijk voor de verzekeraar van een pensioen om de in artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 bedoelde opgave op een eerder moment te doen dan thans mogelijk is, zodat de belastingplichtige ook op een eerder moment de beschikking kan krijgen over de gegevens die hij nodig heeft om te kunnen beoordelen, of er nog ruimte is voor de aftrek van een lijfrentepremie. In verband met deze aanpassing dient het voornoemde artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 op overeenkomstige wijze te worden aangepast.

Amendement van de leden Van Vroonhoven-Kok en Van As d.d. 13 november 2002 (28 607, nr. 27)

Met dit amendement wordt beoogd dat de bedragen die in de kalenderjaren 1999 en 2000 zijn gespaard ingevolge een spaarloonregeling, per 1 januari 2003 kunnen vrijvallen zonder dat er een fiscale sanctie is. Aangekondigd is dat bij nota van wijziging geregeld zal worden dat de spaarloonregeling niet wordt afgeschaft. Dit zou betekenen dat de gespaarde bedragen vier jaar geblokkeerd moeten blijven. Voor de bedragen die zijn gespaard in de jaren 1999 en 2000 geldt nu een kortere blokkeringsperiode. Voor premiespaarregelingen is deze vrijval zonder sanctie al opgenomen in het wetsvoorstel.

Datum opmaak samenvatting : 27 november 2002

Bronnen: