Tekst van artikel 7.7 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (vanaf 1 maart 2004)

1. Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland is het voordeel dat een belastingplichtige geniet uit sparen en beleggen in Nederland, berekend volgens de regels van hoofdstuk 5, met uitzondering van de in artikel 5.1 genoemde persoonsgebonden aftrek. Het voordeel uit sparen en beleggen in Nederland wordt gesteld op 4% (forfaitair rendement) van het gemiddelde van de rendementsgrondslag in Nederland aan het begin van het kalenderjaar (begindatum) en de rendementsgrondslag in Nederland aan het einde van het kalenderjaar (einddatum).
2. De rendementsgrondslag in Nederland is de waarde van de bezittingen in Nederland verminderd met de waarde van de schulden in verband met die bezittingen in Nederland. Bezittingen in Nederland zijn:
a. in Nederland gelegen onroerende zaken;
b. rechten die direct of indirect betrekking hebben op in Nederland gelegen onroerende zaken en
c. rechten op aandelen in de winst van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd, voorzover zij niet voortspruiten uit effectenbezit of uit dienstbetrekking en zij niet op grond van de afdelingen 7.2 of 7.3 zijn belast.
Onder in Nederland gelegen onroerende zaken worden begrepen rechten die samenhangen met de exploratie of de exploitatie van in Nederland aanwezige natuurlijke rijkdommen.
4. Indien de belastingplichtige niet het gehele jaar belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland geniet, wordt bij de bepaling van het forfaitair rendement de begindatum vervangen door het latere tijdstip waarop de belastingplichtige aanvangt belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland te genieten, of wordt de einddatum vervangen door het eerdere tijdstip waarop de belastingplichtige ophoudt belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland te genieten. Daarbij wordt het percentage van 4 naar tijdsgelang herleid, waarbij gedeelten van maanden worden verwaarloosd
.

Noot EvT:
Bovenstaande integrale wettelijke bepaling treedt in werking met ingang van 1 maart 2004.