De
voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20.018 2500 EA Den Haag |
||
|
||
Datum |
Uw
brief (Kenmerk) |
Ons
kenmerk |
7
februari 2003 |
2020305310 |
DGB
2003-00207U |
Onderwerp | ||
Kamervragen deblokkering spaarloon |
In antwoord op uw brief van 9 januari 2003, kenmerken 2020305310 deel ik u mee dat de vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok en De Nerée tot Babberich over de deblokkering van het spaarloon worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Minister van Financiën,
Antwoorden Kamervragen van de leden Van Vroonhoven- Kok en de Nerée tot Babberich.
Vraag 1. Heeft u kennisgenomen van het artikel “run op spaarloon tevergeefs” (Telegraaf 3 januari j.l.), waarin staat beschreven dat het bij een aantal banken minstens enkele weken zal duren voordat zij de spaarloontegoeden gaan overmaken?
Antwoord: Ja
Vraag 2. Wat is uw oordeel
over de houding van de banken in het licht van de fiscale wetgeving die zegt
dat deblokkering van de spaarloontegoeden plaatsvindt per 1 januari 2003? Betekent
dat niet dat deze gelden dan ook per deze datum vrij beschikbaar moeten zijn
voor de burgers?
Vraag 3. Wat is uw oordeel over de houding van de banken in het licht van de
macro-economische impuls die het vrijvallen van deze gelden zou moeten bieden?
Vraag 4. Bent u van mening dat de banken alsnog snel tot uitkering dienen over
te gaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met behulp van welke maatregelen denkt
u dit te gaan bewerkstelligen?
Antwoord op vraag 2, 3 en
4:
In het belastingplan 2003 is opgenomen dat gespaarde gelden van de spaarloonregeling
over 1999 en 2000 en van de premiespaarregeling over 1999 tot en met 2001 met
ingang van 1 januari 2003 mogen vrijvallen. Werknemers die van deze spaarregelingen
gebruik maken hebben daartoe zelfstandig een overeenkomst met een financiële
instelling afgesloten. Er zijn in deze markt vele aanbieders. Deze aanbieders
hanteren vele voorwaarden, mogelijkheden en regels over het kunnen beschikken
over de saldi op geblokkeerde rekeningen. Het betreft hier dezelfde regels en
voorwaarden zoals die de afgelopen jaren hebben gegolden voor het jaarlijks
beschikken over het gedeblokkeerde deel van het tegoed. Deze regels hebben in
die jaren tot kennelijke tevredenheid van betrokken partijen gewerkt.
Belangrijke verschillen in regels en voorwaarden betreffen de vraag of overboekingopdrachten elektronisch of handmatig kunnen worden gegeven en de vraag of het vrijgevallen saldo automatisch door de financiële instelling naar een aangewezen rekening wordt overgemaakt of dat de rekeninghouder eerst moet aangeven naar welke rekening het vrije saldo moet worden overgeboekt. Ook de kwestie van de valutering van transacties is afhankelijk van wat in de overeenkomst met de financiële instelling is opgenomen. Al deze regels en voorwaarden hebben invloed op de verwerkingstermijn door financiële instellingen.
De voorbereidingstijd is
kort geweest voor financiële instellingen, mede door de late wijzigingen
in de besluitvorming over de definitieve vormgeving van de wetswijziging. De
indruk bestaat dat de afwikkeling door de financiële instellingen voortvarend
ter hand is genomen en dat rekeninghouders materieel over hun gedeblokkeerde
tegoeden kunnen beschikken. Het is vervolgens een zaak van de individuele rekeninghouders
op welke manier zij deze gelden zullen aanwenden. Het vrijvallen van deze spaartegoeden
zal in zekere mate een positief effect hebben op het bestedingsgedrag. Een recente
enquête van het NIBUD wijst op een kleine toename van de bestedingen als
gevolg van het vrijvallen van deze spaartegoeden.
Er is dan ook geen reden tot aanvullende maatregelen. Individuele klanten kunnen
natuurlijk altijd een klacht indienen wanneer zij menen dat zij niet in overeenstemming
met de geldende voorwaarden worden behandeld. Bij de toezichtlijn van de Autoriteit-FM
(0900-5400 540) kan men informatie opvragen over klachtenprocedures.