Directie Financiële Markten

 

De voorzitter van de Tweede Kamer
Der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
 

 

   

Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
8 april 2008
FM 2008-00645 U
   
Onderwerp
Beantwoording van vragen van de leden Van Dijken, Vos en Depla

 

Geachte voorzitter,

In de bijlage treft u mijn antwoorden aan op de vragen van Kamerleden Van Dijken, Vos en Depla over premieopslag voor chronisch zieken bij aan hypotheek verbonden verplichte overlijdensrisicoverzekeringen die aan mij zijn toegezonden bij brief van 10 maart 2008 onder nummer 2070814080.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

 

Wouter Bos

Bijlage

2070814080
Vragen van de leden Van Dijken, Vos en Depla (allen PvdA) aan de minister van Financiën over exorbitante premieopslag voor chronisch zieken bij aan hypotheek verbonden verplichte overlijdensrisicoverzekering. (Ingezonden 7 maart 2008)

1 Kent u het bericht over de premies voor aan hypotheken gekoppelde overlijdensrisicoverzekeringen die voor chronisch zieken soms onverklaarbaar hoog uitpakken? 1)

Ja. Hierbij is een kanttekening op zijn plaats. Er wordt gesproken over een verplichte koppeling van een overlijdensrisicoverzekering aan de hypotheek. Uit informatie van het Verbond van Verzekeraars komt naar voren dat er geen sprake is van een algemene verplichting tot het afsluiten van een dergelijke verzekering. De bedoelde koppeling gebeurt meestal wanneer een hypotheek qua hoogte een bepaald percentage van de executiewaarde van het betrokken huis overschrijdt. Overigens is er geen sprake van koppelverkoop. Een overlijdensrisicoverzekering kan ook bij een andere maatschappij dan de hypotheeknemer worden afgesloten, waardoor het mogelijk is om op zoek te gaan naar de meest gunstige voorwaarden.

2 Deelt u de mening van de in bedoeld artikel geciteerde patiëntenverenigingen dat generieke opslagen bij chronische aandoeningen uit den boze zouden moeten zijn?
3 Hoe beoordeelt u het feit dat er kennelijk geen overeenkomst is tussen de aard van de ziekte en daarop gebaseerde mogelijk verminderde levensverwachting en de hoogte van de opslag?

Verzekeraars maken bij het aangaan van een verzekering een inschatting van het te verzekeren risico. Bij het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering zal een inschatting moeten worden gemaakt van het risico van vroegtijdig overlijden ten opzichte van de algehele levensverwachting. Een chronische aandoening kan daarbij een relevante factor zijn, waardoor dit risico in negatieve zin zou worden beïnvloed. Het overlijdensrisico is echter evenzeer afhankelijk van het leefpatroon van de betrokken aanvrager.

Kandidaat-verzekerden dienen daarom volgens het Verbond van Verzekeraars bij het aanvragen van een overlijdensrisicoverzekering een gezondheidsverklaring [1] in te vullen. De medisch adviseur van de verzekeraar beoordeelt op basis van de verklaring (en eventuele nadere informatie die aan de kandidaat-verzekerde wordt gevraagd) het risico dat de verzekeraar loopt bij het aangaan van de verzekering. Dit kan betekenen dat hij adviseert om de kandidaat-verzekerde op de normale voorwaarden te accepteren, om een opslag op de premie te hanteren of om de kandidaat-verzekerde
niet te accepteren. De medisch adviseur houdt bij dit advies rekening met de aard van de aandoening via de de daarbij behorende sterftetabel.

4 Deelt u de mening dat als er gewerkt zou worden met statistisch onderbouwde risicoafdekking de premieopslag nooit zo veel hoger dan voor gezonde mensen zou kunnen zijn?

Iedere individuele verzekeraar zal het risico van zijn totale portefeuille op een verantwoorde manier moeten afdekken. De verhoogde premie voor personen met een chronische aandoening is zoals gezegd het gevolg van een inschatting van een verhoogd overlijdensrisico. Het is mede afhankelijk van de totale portefeuille van de verzekeraar, het aandeel chronisch zieken daarin, onderscheiden naar de aard van de aandoening, in hoeverre een verzekeraar een extra premieopslag zal berekenen om de risico’s op een verantwoorde manier af te dekken.

5 Bent u bereid en in staat met het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging van Banken te overleggen over een meer reële individuele premievaststelling, zodat mensen met een chronische aandoening meer kans hebben om een huis te kopen dan nu het geval is vanwege de zeer hoge premies?

Zoals u uit bovenstaande antwoorden kunt afleiden, heb ik mij door partijen over de materie laten informeren. Zoals bij het antwoord op vraag 1 aangegeven bestaat er geen direct verband tussen de overlijdensrisicoverzekering en de verstrekking van een hypotheek. Zoals bij het antwoord op de vragen 2 en 3 aangegeven houden verzekeraars verder in principe rekening met de individuele omstandigheden, getuige onder andere de rol van de medisch adviseur. Daarnaast zijn afspraken over premievaststelling tussen banken en verzekeraars niet toegestaan op grond van mededingingswetgeving. Verder neem ik aan dat de premies tussen verzekeraars op diverse gronden zal verschillen. Het loont dus zeker de moeite om bij verschillende verzekeraars informatie in te winnen, alvorens een overlijdensrisicoverzekering met een gevoelsmatig te hoge premie af te sluiten.

1) Algemeen Dagblad, 4 maart 2008: ‘Chronisch zieke betaalt veel hogere hypotheek’

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
[1] De Gezondheidsverklaring is voortgekomen uit het Protocol verzekeringen uit 2003, dat gesloten is tussen het Verbond, de KNMG en het Breed Platform Verzekerden en Werk.