De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
 

 

   

Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
26 januari 2010
2009Z25338
DGB/2009/ U
   
Onderwerp
Beantwoording kamervragen van de heer Omzigt over inhouding loonbelasting door inkomensverzekeraars

 

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Omzigt (CDA) over de inhouding van loonbelasting op de inhouding van loonbelasting door inkomensverzekeraars op uitkeringen die zij doen aan zelfstandigen en individueel verzekerden (ingezonden 28 december 2009).

 

Hoogachtend,

De Staatssecretaris van Financiën,

 

mr. drs. J.C. de Jager

 

2009Z25338

Antwoorden op de vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over de inhouding van loonbelasting (ingezonden 28 december 2009).

1
Herinnert u zich dat in het Belastingplan 2009 is aangekondigd de onderworpenheid aan de inhouding van loonbelasting uit te breiden naar afkoopsommen van lijfrenten en afkoopsommen van bepaalde andere periodieke uitkeringen (waarbij het gaat om periodieke uitkeringen ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval)? Is het correct dat verzekeraars hierdoor loonbelasting moeten inhouden op uitkeringen die zij doen aan zelfstandigen en individueel verzekerden? Zo ja, in hoeverre past dit in de IB-systematiek van deze zelfstandigen en individueel verzekerden?

Ja, met het belastingplan 2009 [1] is de onderworpenheid aan de inhouding van loonbelasting uitgebreid naar afkoopsommen van lijfrenten en afkoopsommen van bepaalde andere periodieke uitkeringen. Het gaat daarbij ook om periodieke uitkeringen ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval waarop nu loonbelasting moet worden ingehouden.
De loonheffing is een voorheffing op de inkomstenbelasting en kan dus met de te betalen inkomstenbelasting worden verrekend. Ter vergemakkelijking van de heffing van inkomstenbelasting zijn termijnen van lijfrente en andere inkomensvervangende uitkering sinds jaar en dag onder de loonheffing gebracht. De overgang naar inhouding van loonbelasting over periodieke uitkeringen ter zake van invaliditeit, ziekte en ongeval vormt daarop een aanvulling en past in het handhavingsbeleid, leidt tot een betere naleving en draagt bij aan verbetering van de vooringevulde aangifte.

2
In hoeverre zijn met name inkomensverzekeraars voldoende voorbereid om de inhouding van loonbelasting reeds per 1 januari 2010 uit te voeren? Hoe verloopt het overleg met de sector en hoe verhoudt dit zich tot de brief van het Verbond van Verzekeraars d.d. 26 november 2008 waarin het Verbond van Verzekeraars te kennen geeft dat zij de inkomensverzekeraars pas per 1 januari 2011 in staat acht tot inhouding van loonbelasting?

Uitgebreid overleg met de verzekeringsbranche heeft er toe geleid dat destijds is besloten deze uitbreiding van (de onderworpenheid aan) de inhouding van loonbelasting op verzekeringsuitkeringen en afkoopsommen niet op 1 januari 2009 maar op 1 januari 2010 te doen ingaan. Dat heeft geleid tot enige aanpassingen in de wet- en regelgeving in het Belastingplan 2009 en het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 [2]. Hiermee zou in beginsel aan de inkomensverzekeraars voldoende tijd zijn gegeven om hun systemen zodanig aan te passen dat de inhouding op verzekeringsuitkeringen op de juiste wijze kan plaatsvinden.
In 2009 heeft het Verbond van Verzekeraars (hierna: Verbond) herhaaldelijk gevraagd om uitstel omdat hun administratieve organisatie niet zou zijn ingesteld op het inhouden van loonbelasting of het renseigneren van onderhavige uitkeringen
Vervolgens is onder andere uit de contacten met het Verbond gebleken dat niet alle inkomensverzekeraars voor 1 januari 2010 klaar zouden kunnen zijn met het maken van de nodige aanpassingen in hun systemen en de implementatie. Uiteindelijk is in overleg tussen het Verbond en de Belastingdienst, mede gelet op de wederzijdse belangen bij het juist uitvoeren van deze wetgeving, geconcludeerd dat het niet reëel zou zijn om van inkomensverzekeraars te verlangen dat zij desondanks toch zouden moeten gaan inhouden met ingang van 2010. Het Verbond gaf eind 2009 aan dat zij nog minimaal 9 maanden nodig te hebben voor implementatie. Met het Verbond is vervolgens afgesproken dat zij samen met de Belastingdienst een handleiding opstellen ten behoeven van de implementatie door inkomensverzekeraars en dat de systemen bij inkomensverzekeraars eind 2010 aangepast zullen zijn, zodat zij per 1 januari 2011 kunnen gaan inhouden. Ter compensatie van het niet inhouden van loonheffing in 2010 is daarnaast afgesproken dat inkomensverzekeraars de gedane uitkeringen in 2010 renseigneren aan de Belastingdienst.

3
In hoeverre heeft u voor inkomensverzekeraars nagedacht over een altematief, zoals het renseigneren van de gegevens over de premies en uitkeringen zodat zelfstandigen niet te maken krijgen met de voor hen onbekende systematiek van voorheffing via de loonbelasting?

Nu de principiële beslissing tot inhouding van loonbelasting op deze uitkeringen inmiddels door de wetgever is genomen, is dit niet meer aan de orde. Ook met het oog op de VIA geniet inhouding de voorkeur boven renseigneren. Voorts kan worden opgemerkt dat de ingehouden loonbelasting met de voorlopige aanslag inkomstenbelasting kan worden verrekend indien men in het lopende jaar reeds kan aangeven dat sprake is van een lagere winst.

 

------------------------------------------------------
[1] Kamerstukken II, 2008/2009, 31704, nr.3

[2] Stb 2008, nr. 574