Premie van lijfrente

Besluit van 30 september 1941, no. 5

Onder verwijzing naar de artikelen 6 en 7 van de Eerste Uitvoeringsbeschikking Inkomstenbelasting 1941 heb ik de eer u hierbij mede te deelen, dat indien bij een polis de verzekeraar nog andere uitkeeringen in uitzicht heeft gesteld dan termijnen van een lijfrente, en de premie moet worden gesplitst, de inspecteurs, zoolang niet van misbruik blijkt, er genoegen mee kunnen nemen, dat de premie voor de lijfrenteverzekering wordt gesteld op de premie welke verschuldigd zou zijn wanneer niet meer dan de lijfrente verzekerd was. Een verdeeling van de totale premie bijvoorbeeld in evenredigheid van de premiën die zouden verschuldigd zijn zoowel voor de lijfrenteverzekering als voor hetgeen daarboven werd verzekerd, zoo deze verzekeringen afzonderlijk waren afgesloten, behoeft niet te worden verlangd.

De Wnd. Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën,

H. POSTMA.