Toepassing van artikel 33, vierde lid, van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941
Besluit van 2 juli 1942, no. 143
In antwoord op ...... deel ik u mede, dat interessen, begrepen in kapitaaluitkeeringen uit levensverzekering, ingevolge artikel 33, lid 4, van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 worden berekend over de verzekerde som, ongeacht op welke wijze de verzekering eindigt, behoudens hetgeen is bepaald in den laatsten zin van genoemd artikel 33, lid 4.
Indien voor verschillende gevallen verschillende verzekerde sommen in de polis zijn voorzien, geldt bij afkoop van de polis als verzekerde som die, welke verzekerd is voor het geval (overlijden), dat zich ten tijde van den afkoop had kunnen voordoen.
Ten aanzien van de volgende door u gestelde gevallen inzake de toepassing van voormeld artikel merk ik het volgende op.
1. Risicoverzekering met restitutie
Het verzekerd kapitaal wordt uitgekeerd onmiddellijk na overlijden van den verzekerde binnen een vooraf bepaald aantal jaren. Bij in leven zijn van verzekerde na afloop van het vooraf bepaald aantal jaren worden alle betaalde premiën teruggegeven.
Als verzekerde som moet worden aangemerkt:
a. bij leven van verzekerde na afloop van den uitsteltijd: de terug te geven som van alle betaalde jaarpremiën.
b. bij afkoop: het verzekerd kapitaal.
2. Kinderverzekering
Het verzekerd kapitaal wordt uitgekeerd bij leven van het verzekerde kind na afloop van een vooraf bepaald aantal jaren of onmiddellijk na eerder overlijden, mits dit overlijden plaats heeft na afloop van den uitsteltijd. Bij overlijden binnen den uitsteltijd worden alle betaalde jaarpremiën teruggegeven.
Als verzekerde som moet worden aangemerkt:
a. bij overlijden binnen den uitsteltijd: de terug te geven som van alle betaalde jaarpremiën;
b. bij overlijden na den uitsteltijd: het verzekerd kapitaal;
c. bij afkoop: binnen den uitsteltijd: de som van de betaalde premiën; na den uitsteltijd: het verzekerd kapitaal.
3. Standaardtarief
Het verzekerd kapitaal wordt uitgekeerd onmiddellijk na overlijden van den verzekerde binnen een vooraf bepaald aantal jaren. Bij in leven zijn van verzekerde na verloop van het vooraf bepaald aantal jaren heeft men het recht van keuze uit:
a. beëindiging van de verzekering tegen ontvangst eener contante uitkeering, groot 2/3 gedeelte van het verzekerd kapitaal bij vooroverlijden;
b. premievrij verzekerd te blijven voor een uitkeering bij overlijden ter grootte van het bovenbedoelde verzekerd kapitaal bij vooroverlijden met bovendien een onmiddellijke uitkering in contanten.
Als verzekerde som moet worden aangemerkt:
- bij overlijden binnen het vooraf bepaald aantal jaren: het verzekerd kapitaal;
- bij in leven zijn na verloop van het bepaald aantal jaren:
in geval a: de contante uitkeering ten bedrage van 2/3 gedeelte van het verzekerd kapitaal;
in geval b: de uitkeering in contanten (onmiddellijk) en het verzekerd kapitaal (bij overlijden).
- bij afkoop voor of na verloop van het bepaald aantal jaren: het verzekerd kapitaal.
4. (Vervallen)
5. Ideaaltarief
Het verzekerd kapitaal wordt in elk geval, ongeacht eerder overlijden van den verzekerde, na afloop van een vooraf bepaald aantal jaren uitgekeerd. Bij vooroverlijden wordt van dat tijdstip af tot aan de datum van kapitaalsuitkeering een jaarlijkse rente uitgekeerd van 10% van het verzekerd kapitaal.
Bij afkoop moet als verzekerde som worden aangemerkt de som (dus niet de contante waarde op het tijdstip van afkoop) van:
1. het verzekerd kapitaal, en
2. alle termijnen van de jaarlijkse rente, die verschuldigd zou zijn geworden, wanneer de verzekerde op het tijdstip van afkoop was overleden.
6. Studiebeurs met opvoedingsrente
De uitkeering der verzekerde rente vangt bij leven van den verzekerde na afloop van een vooraf bepaald aantal jaren aan en geschiedt dan in elk geval gedurende een vast aantal jaren met een vierde aan het einde van elk kwartaal. Overlijdt de verzekerde binnen het vooraf bepaald aantal jaren, dan wordt de rente reeds van de datum van overlijden af tot den oorspronkelijk vastgestelden datum van eindiging uitgekeerd.
Bij afkoop moet als verzekerde som worden aangemerkt de som (dus niet de contante waarde op het tijdstip van afkoop) van alle termijnen van de rente, die verschuldigd zou zijn geworden wanneer de verzekerde op het tijdstip van afkoop was overleden.
7. Pensioenverzekering met restitutie
De jaarlijksche lijfrente gaat in na een vooraf bepaald aantal jaren en wordt dan uitgekeerd gedurende het leven van den verzekerde in driemaandelijksche termijnen van een vierde ieder. Bij overlijden van den verzekerde binnen het vooraf bepaald aantal jaren worden alle betaalde jaarpremiën teruggegeven.
Bij overlijden moet als verzekerde som worden aangemerkt de teug te geven som van alle betaalde jaarpremiën.
8. Universeel tarief
Het kapitaal wordt uitgekeerd: in elk geval bij overlijden, onafhankelijk van het tijdstip waarop dit plaats vindt, bovendien nog een keer indien verzekerde binnen een vooraf bepaald aantal jaren overlijdt, na afloop van dien termijn, terwijl in dat geval tevens een jaarlijksche rente, groot 20% van het kapitaal, van het tijdstip van overlijden tot het vastgestelde aantal jaren is verstreken, wordt uitbetaald; ten slotte ontvangt de verzekerde bij leven na het vastgestelde aantal jaren een dadelijk ingaande levenslange lijfrente, groot 20% van het kapitaal.
Bij afkoop van een verzekering volgens dit tarief is van belang, dat deze polis ingevolge artikel 6 van de Eerste Uitvoeringsbeschikking 1941 fiscaal geacht wordt te zijn gesplitst in een polis van lijfrente en een andere polis. Bij zoodanige afkoop wordt derhalve als opbrengst van roerend kapitaal aangemerkt:
1. de afkoopsom, voor zoover deze betrekking heeft op de lijfrente (artikel 36, lid 1, 1° van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941), en
2. de interessen, begrepen in het overige gedeelte van de afkoopsom, berekend op den voet van artikel 33, lid 4, van het besluit over:
a. ingeval van afkoop binnen het vooraf bepaald aantal jaren: de som van: het bij overlijden verzekerd kapitaal, het op termijn verzekerd kapitaal (dus niet: de contante waarde daarvan op het tijdstip van afkoop) en alle termijnen (dus niet: de contante waarde) van de jaarlijkse rente, die verschuldigd zou zijn geworden wanneer de verzekerde op het tijdstip van afkoop was overleden,
b. ingeval van afkoop na verloop van het bepaald aantal jaren: het verzekerd kapitaal.
De Wnd. Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën,
Noot 1. Zie de rose aanschrijving IB 312.
Noot 2. Deze brief was verwerkt in B.i.b. no. 7704.
Noot 3. Voor artikel 6 der
Eerste Uitvoeringsbeschikking 1941 leze men thans artikel 4 van de Uitvoeringsresolutie
Inkomstenbelasting 1953.