Nieuwe vormen van kapitaalverzekeringen, waarop de lijfrenteclausule is geplaatst. Aftrekbaarheid van de premies c.q. koopsommen
Besluit van 18 februari 1986, nr. 285-19643
1. Inleiding
Mij is gebleken dat met betrekking tot een aantal nieuwe vormen van kapitaalverzekeringen waarop de lijfrenteclausule is geplaatst onzekerheid bestaat over de aftrekbaarheid van de betaalde premies c.q. koopsommen omdat niet duidelijk is of dergelijke contracten kunnen worden aangemerkt als overeenkomst van levensverzekeringen.
Het betreft hier met name verzekeringsvormen waarbij (het beleggingsdeel van) de tegenwaarde van het verzekerde bedrag bestaat uit een vaste hoeveelheid participaties in waarden die – blijkens de advertenties en de polisvoorwaarden – zowel bij de aanvang als tijdens de looptijd van de verzekering bij de individuele verzekeringsnemers bekend zijn, of zelfs door hem uitgekozen kunnen worden uit een door de verzekeraar – al dan niet in samenwerking met een bankinstelling – samengesteld pakket.
2. Het begrip "levensverzekering"voor kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule
Op grond van artikel 25, lid 3 jo. lid 4 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: de wet) kan een kapitaalverzekering waarop de lijfrenteclausule is geplaatst worden aangemerkt als een lijfrente in de zin van artikel 25, lid 2, van de wet, indien sprake is van een overeenkomst van levensverzekering in de zin van artikel 1, letter a, van de Wet op het Levensverzekeringbedrijf 1922.
3. Aftrekbaarheid van de premies/koopsommen van de onder 1 genoemde kapitaalverzekeringen
Na overleg met de Verzekeringskamer ben ik tot de conclusie gekomen dat met betrekking tot de onder punt 1 bedoelde verzekeringsvormen aan het vereiste zoals onder punt 2 is omschreven, wordt voldaan.
De premies c.q. koopsommen voor vorenbedoelde kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule kunnen dan ook naar mijn oordeel op grond van artikel 45, lid 1, letter g, van de wet, als persoonlijke verplichting in aanmerking worden genomen.
De Staatssecretaris van Financiën,
H.E. KONING.