Lijfrenteclausule - uitvoering bij eigen B.V. of stichting
Beleidsmededeling Staatssecretaris van Financiën van 30 december 1987, nr. DB87/8706
De staatssecretaris deelt het volgende mee.
Ik pleeg, voor zoveel nodig, goed te keuren dat bij overdracht van rechten uit een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule van een verzekeraar als bedoeld in artikel 45, eerste lid, letter g, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna de Wet) naar een soortgelijke verzekeraar terzake van de overdracht van de rechten niets in de heffing van de inkomstenbelasting alsmede de premieheffing ingevolge de volksverzekeringen wordt betrokken. Dit geldt zowel voor de overdracht van de rechten voor de expiratiedatum als voor overdracht bij of na expiratie van de kapitaalverzekering met lijfrenteclausule.
Mede gelet op het feit dat
ik niet vooruit wens te lopen op de "Brede herwaardering" van het
lijfrenteregime heb ik geen aanleiding kunnen vinden goed te keuren dat terzake
van de overdracht van lijfrentekapitaal aan een verzekeraar, niet zijnde een
verzekeraar als bedoeld in artikel 45, eerste lid, letter g, van de Wet, belastingheffing
op de voet van artikel 31, eerste dan wel vijfde lid van de Wet achterwege blijft.
Wordt de kapitaalsuitkering uit de bedoelde kapitaalverzekering met lijfrenteclausule
door de verzekeringsmaatschappij hetzij rechtstreeks aan de begunstigde hetzij
ten behoeve van de begunstigde aan een verzekeraar als bedoeld in artikel 45,
eerste lid, letter g, van de Wet uitgekeerd, dan zal het uitgekeerde kapitaal
mitsdien tot het onzuiver inkomen van de begunstigde moeten worden gerekend.