Verzoek overdracht aftrekmogelijkheid lijfrentepremie-aftrek eerste tranche en verzoek in aanmerking nemen lijfrentepremies in voorafgaand jaar
Besluit van 24 juni 1993, nr. DB93/2882M
1. Inleiding
Op grond van artikel 45a, eerste lid, tweede en derde volzin, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, kan de door een gehuwde belastingplichtige niet gebruikte mogelijkheid lijfrentepremies af te trekken in de eerste tranche, worden overgedragen aan de echtgenoot (overdracht basisaftrek lijfrente premie). Dit verzoek moet door beide echtgenoten gezamenlijk schriftelijk worden gedaan bij de aangifte van de echtgenoot aan wie wordt overgedragen. Op grond van artikel 45a, zevende lid, Wet IB 1964 bestaat m.m. dezelfde mogelijkheid voor ongehuwd samenwonenden waar overdracht van de basisaftrek belastingvrije som plaatsvindt.
Op grond van artikel 45b, tweede lid, Wet IB 1964, kunnen op verzoek lijfrentepremies die zijn betaald of verrekend in de eerste zes maanden van een kalenderjaar, in het vorige kalenderjaar in aftrek worden gebracht. Dit verzoek moet schriftelijk bij de aangifte worden gedaan.
Mij hebben vragen bereikt of overdracht c.q. terugwenteling nog mogelijk is, indien het verzoek niet bij het aangiftebiljet is gevoegd. Tevens is mij gevraagd of het mogelijk is na indiening van het aangiftebiljet, doch vóór 1 juli, alsnog lijfrentepremies te betalen en deze premies in het vorige kalenderjaar in aftrek te brengen. Als in de laatstbedoelde gevallen geen aftrek in het vorige kalenderjaar meer zou kunnen plaatsvinden, zou de in de wet geboden mogelijkheid voor de tot 1 juli betaalde premies niet volledig kunnen worden benut. In verband met het vorenstaande deel ik het volgende mede.
2. Standpunt
Als in het aangiftebiljet niet is verzocht om overdracht basisaftrek lijfrentepremie of niet is verzocht een in de eerste helft van het jaar betaalde lijfrentepremie in het voorgaande jaar in aftrek te brengen, zal een alsnog ingediend verzoek worden ingewilligd, indien dit verzoek bij de inspecteur binnenkomt vóór de dagtekening van het aanslagbiljet.
3. Hardheidsclausule
In het bijzondere geval dat de premie is betaald na het indienen van de aangifte doch vóór 1 juli, keur ik met toepassing van de hardheidsclausule goed, dat tegemoet wordt gekomen aan verzoeken die binnenkomen na de dagtekening van het aanslagbiljet. Voorwaarde hiervoor is dat het verzoek binnenkomt vóór 1 augustus van het jaar van betaling. In deze gevallen kan ook ambtshalve vermindering volgen.
4. Herstel verzuim
Ik verzoek de inspecteurs om, in die gevallen waarin uit de aangifte blijkt dat ten onrechte geen verzoek als hiervóór bedoeld, is gevoegd, belanghebbenden in de gelegenheid te stellen dit verzuim te herstellen.
De Staatssecretaris van Financiën,
namens deze,
De Plv. Directeur-Generaal der Belastingen,
MR. P.P.W. SWILDENS.