Terug naar Nieuwsbrieven Online

Nieuwsbrief Fiscale site Levensverzekeringen: wijzigingen Wet IB 2001 per 1-1-2017; januari 2017

Met ingang van 1 januari 2017 zijn diverse fiscale maatregelen op het terrein van lijfrenten, kapitaalverzekeringen van vóór 2001 en KEW's, SEW's en BEW's in werking getreden. In deze nieuwsbrief wordt daarop ingegaan. De wijzigingen zijn voorzien van een toelichting.

1. Codificatie en verruiming 'tijdklemmenregeling' KEW, SEW, BEW en kapitaalverzekering van vóór 2001 (Wet IB 2001 & Invoeringswet Wet IB 2001)

Op 29 december 2016 is de officiële wettekst van de wet 'Overige fiscale maatregelen 2017' in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2016, nr. 545).

De inwerkingtreding van deze wet betekent voor levensverzekeringen en bankspaarproducten dat het ‘tijdklemmenbesluit’ van de staatssecretaris van Financiën van 17 december 2014, nr. BLKB 2014/2168M, per 1 januari 2017 gecodificeerd is. De codificatie is deels breder dan het goedkeurend beleid in genoemd besluit. Op grond van de nieuwe wettelijke bepaling (artikel 10bis.6, lid 3 Wet IB 2001) kan een KEW, maar ook een SEW of BEW, vroegtijdig tot uitkering komen, zonder dat ten minste 15 of 20 jaren jaarlijks premies respectievelijk inlegbedragen moeten zijn voldaan in de situatie waarin:
a. voor een belastingplichtige het partnerschap is geëindigd (inclusief echtscheiding);
b. de belastingplichtige schuldhulpverlening wordt geboden:
c. een belastingplichtige een eigen woning heeft verkocht en hem op het moment direct na die verkoop nog steeds (of opnieuw) een eigen woning ter beschikking staat (verruiming) of:
d. door de minister van Financiën is vastgesteld dat een belastingplichtige financiële problemen heeft en als gevolg daarvan niet meer in staat is de lasten met betrekking tot zijn eigen woning te voldoen of die lasten naar verwachting binnen afzienbare tijd niet meer zal kunnen voldoen.

Voor Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen (gesloten in 1992 - 2000) is het beleid in vergelijkbare zin gecodificeerd. Daartoe is de overgangsmaatregel in onderdeel AM Invoeringswet Wet IB 2001 met ingang van 1 januari 2017 uitgebreid (leden 7 en 8 zijn toegevoegd). Om voor dergelijke kapitaalverzekeringen gebruik te kunnen maken van de hoge uitkeringsvrijstelling onder verval van de tijdklem geldt dat de uitkering zo veel als mogelijk moet worden gebruikt als aflossing van:
- de eigenwoningschuld in de zin van de Wet IB 2001 of;
- een schuld die heeft geleid tot een negatief vervreemdingssaldo eigen woning als bedoeld in de Wet IB 2001.

Met de codificatie van het goedkeurende tijdklemmenbeleid wordt tegelijkertijd een andere goedkeuring (onderdeel 4.6 van het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 6 december 2014, nr. BLKB 2014/1763M) per 1 januari 2017 gecodificeerd, zij het in gewijzigde vorm. Het betreft het voorkomen van verlies van (een deel van) de vrijstelling bij voortijdige afkoop/deblokkering van een KEW, SEW of BEW na goedkoper wonen (zie het nieuwe artikel 10bis.6, lid 5 Wet IB 2001).

2. Maximumpremiepercentages nettolijfrente en tabel factor A beschikbare premieregelingen (UB IB 2001)

Op 29 december 2016 is het ‘Besluit tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van belastingen’ in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2016, nr. 549). In dit besluit is een aantal wijzigingen opgenomen voor de jaarlijkse aanpassing van diverse fiscale uitvoeringsbesluiten, waaronder het Uitvoeringsbesluit IB 2001 (UB IB 2001).

Zo wijzigt onder meer artikel 15, lid 2 UB IB 2001 waarin de vermenigvuldigingsfactoren staan voor bepaling van de pensioenaangroei bij beschikbarepremieregelingen. Deze vermenigvuldigingsfactoren worden met ingang van 1 januari 2019 aangepast aan de hogere pensioenrichtleeftijd.

Een andere aanpassing betreft de wijziging van de tabel in artikel 17bis, lid 1 UB IB 2001. De in die tabel opgenomen maximumpremiepercentages per leeftijdscategorie voor nettolijfrenten in box 3 worden met ingang van die datum aangepast aan de overlevingstafels GBM/GBV 09-14. Met ingang van 1 januari 2018 worden die percentages wederom aangepast, maar dan aan de verhoging van de pensioenrichtleeftijd per 1 januari 2018 naar 68 jaar.

Ten slotte is artikel 22, lid 1 UB IB 2001 gewijzigd. Deze wijziging heeft betrekking op de in het artikel aangewezen administratieplichtigen. Aan de in het artikel opgenomen opsomming van administratieplichtingen zijn met ingang van 1 januari 2017 toegevoegd de natura-uitvaartverzekeraars in de zin van de Wet op het financieel toezicht. Dat betekent dat natura-uitvaartverzekeraars per 1 januari 2017 renseigneringsplichtig zijn. Dit heeft gevolgen voor de renseignering aan de Belastingdienst van de waarde voor box 3 van uitvaartverzekeringen in natura. Klik voor meer informatie op: informatiepagina renseigneringsplicht natura-uitvaartverzekeraars.

N.B.: Het aanpassingsbesluit bevat ook een tweetal wijzigingen in de Wet IB 2001. Het gaat om de bepalingen in de artikelen 3.68, lid 1 en 3.127, lid 1 en lid 4 van die wet. De wijzigingen treden pas in werking per 1 januari 2018. Het gaat om wijzigingen van de in die bepalingen vermelde percentages en van de vermenigvuldigingsfactor.

3. Voorwaarden bij langdurige AO aangepast en versoepeld (UR IB 2001)

Op 29 december 2016 is de ‘Regeling tot wijziging van enige uitvoeringsregelingen op het gebied van belastingen en toeslagen‘ in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 71813). In deze regeling is een aantal wijzigingen opgenomen voor de jaarlijkse aanpassing van diverse uitvoeringsregelingen, waaronder de Uitvoeringsregeling IB 2001 (UR IB 2001).

Deze regeling bevat op het terrein van lijfrenten een wijziging van artikel 18 UR IB 2001. Dat artikel bevat de uitwerking van een aantal voorwaarden die gelden bij afkoop van een lijfrente ingeval sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid. De voorwaarden worden per 1 januari 2017 enigszins aangepast, maar ook versoepeld.

4. Afkoopgrens bij afkoop langdurige AO (Wet IB 2001)

Op 29 december 2016 is de ‘Bijstellingsregeling 2017’ in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 70381). In die regeling zijn onder meer de officiële fiscale cijfers inzake inkomensvoorzieningen (lijfrenten) en de KEW-/SEW-/BEW-vrijstellingsbedragen voor 2017 opgenomen.

De afkoopgrens bij afkoop van box 1-lijfrenten bij langdurige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.133, lid 9, onderdeel c Wet IB 2001 is door de publicatie van de bijstellingsregeling ook bekend geworden. De afkoopgrens komt voor 2017 te liggen op € 40.321. Deze grens was nog niet opgenomen in het eerder gepubliceerde Eindejaarsbericht van Financiën van 21 december 2016 met de belangrijkste belastingwijzigingen voor 2017.

5. Beleggingsonderneming per 1-1-2017 toegelaten aanbieder? (Wet IB 2001)

De staatssecretaris van Financiën heeft op 20 december 2016 besloten het wetsvoorstel ‘Wet uitfasering pensioen in eigen beheer’ (Wet PEB) bij de Eerste Kamer tegen te houden. Volgens de staatssecretaris moeten eerst de fiscale gevolgen van de wetgeving worden onderzocht.

Nu het wetsvoorstel ‘Wet PEB’ nog niet is aangenomen door de Eerste Kamer, worden de in het wetsvoorstel voorgestelde overige fiscale pensioenmaatregelen en de wijzigingen inzake het opnemen van beleggingsondernemingen als toegelaten aanbieders voor lijfrenten niet ingevoerd op de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2017. In de brief van de staatssecretaris aan de Eerste Kamer van 20 december 2016 (Kamerstukken I, 2016-2017, 34.555, nr. B) is echter aangegeven dat in de voor het wetsvoorstel ‘Wet PEB’ in te dienen novelle in terugwerkende kracht zal worden voorzien voor de overige pensioenmaatregelen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen. Hieruit blijkt dat het nog steeds de bedoeling is dat de voorgestelde overige fiscale pensioenmaatregelen vanaf 1 januari 2017 toegepast kunnen worden.

Gezien deze uitzonderlijke situatie zal de Belastingdienst in afwachting van het indienen en de behandeling van de novelle vanaf 1 januari 2017 voor het toezicht op de toepassing van de betreffende regels uitgaan van de genoemde voorgestelde maatregelen inzake de wijzigingen van de Wet IB 2001 in verband met het opnemen van beleggingsondernemingen als toegelaten aanbieders voor lijfrenten (zie artikel I, onderdelen A, G, H, J, L, M en Q, van het wetsvoorstel). Beleggingsondernemingen in de zin van de Wft die hiervan gebruik willen maken, dienen in de periode waar de wet nog niet is aangepast wel over een aanwijzing als toegelaten aanbieder te beschikken, als bedoeld in artikel 3.126a, lid 2, onderdeel c Wet IB 2001.

N.B.: Beleggingsondernemingen bieden een gefaciliteerde box 1-lijfrente aan in de vorm van een geblokkeerde beleggingsrekening. In dat kader is de term 'lijfrentespaarrekening' in diverse bepalingen van de Wet IB 2001 vervangen door 'lijfrenterekening'. Onder 'lijfrenterekening' vallen zowel een (geblokkeerde) lijfrentespaarrekening, als een geblokkeerde beleggingsrekening.

Zie voor meer informatie het V&A 16-004 van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst.

6. Overzicht fiscale cijfers levensverzekeringen en bankspaarproducten 2017

Naar aanleiding van het Eindejaarsbericht van Financiën van 21 december 2016 inzake de fiscale cijfers voor 2017 is een overzicht met de voor levensverzekeringen en bankspaarproducten relevante fiscale cijfers voor het jaar 2017 opgesteld. Download dit overzicht in PDF-formaat door met de linker muisknop te klikken op: Fiscale levencijfers 2017.

7. Downloaden online nieuwsbrief

Download de volledige nieuwsbrief in PDF-formaat door door met de linker muisknop te klikken op: nieuwsbrief wijzigingen 1-1-2017.

==============================================

Gewijzigd d.d. 25 maart 2017 door Erik van Toledo

Fiscale site Levensverzekeringen
On-line sinds 16 april 2002

Website: www.fiscaalleven.eu