Archief maart 2003

 

Nieuwsarchief

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Nieuwsarchief maart 2003

30 maart 2003
Op 27 maart 2003 is een nieuw besluit gepubliceerd door de staatssecretaris van Financiën. De titel luidt: "
AWR. Revisierente; tegenbewijsregeling". Het kenmerk is CPP2003/431M. In het besluit wordt ingegaan op de tienjaarstermijn in de tegenbewijsregeling voor de revisierente. Bij afkoop van een Brede-Herwaarderings-lijfrente (of een later gesloten lijfrente) waarvoor de betaalde premies in aftrek zijn gebracht, is revisierente verschuldigd. De revisierente bedraagt 20% van de waarde in het economische verkeer van de aanspraak. In de revisierenteregeling is echter een tegenbewijsregeling opgenomen die alleen kan worden toegepast als de lijfrenteaanspraak minder dan 10 jaren is bedongen vóór het jaar waarin de in aftrek gebrachte lijfrentepremies als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen worden genoten. In het besluit geeft de staatssecretaris aan wat moet worden verstaan onder de datum van het bedingen van de aanspraak. Het besluit is direct te downloaden via de
besluitenpagina van deze site.
25 maart 2003
In het op 27 februari 2003 gepubliceerde beleidsbesluit inzake omzetting van de
oudedagsreserve en stakingswinst in een lijfrente (zie nieuwsbericht van 8 maart 2003) ontbrak onder meer een datum van inwerkingtreding. Inmiddels is het besluit op dat punt aangevuld en herzien. Daarnaast is in het herziene besluit een aanvullende goedkeuring opgenomen; in het besluit wordt goedgekeurd dat de termijn van artikel 3.130, lid 2, van de Wet IB 2001 bij toepassing van artikel 3.128 en 3.129 in het jaar 2001, is verlengd tot 1 juli 2003. Het herziene besluit is op 24 maart 2003 gepubliceerd en dient ter integrale vervanging van het besluit van 25 februari 2003. Het kenmerk van het nieuwe besluit is CPP2003/694M (datum 19 maart 2003). Het besluit is direct te downloaden via de besluitenpagina van deze site.

8 maart 2003
Op 27 februari 2003 is een nieuw beleidsbesluit gepubliceerd. Het betreft het besluit "Omzetting oudedagsreserve en stakingswinst in lijfrente. Leeftijdsgrens", kenmerk CPP2003/234M. Aan zowel de oudedagslijfrente als de tijdelijke oudedagslijfrente wordt onder meer de eis gesteld dat de termijnen uiterlijk ingaan in het jaar waarin de begunstige belastingplichtige 70 jaar wordt. Deze leeftijdsgrens geldt ook voor lijfrenten die worden bedongen bij omzetting van een oudedagsreserve en van stakingswinst. Onverkorte toepassing van deze leeftijdsgrens kan bij de dergelijke omzettingen tot onbillijkheden leiden. Goedgekeurd is nu dat bij genoemde omzettingen onder aftrekbare premies van lijfrenten tevens worden begrepen de premies van lijfrenten die niet kwalificeren als (tijdelijke) oudedagslijfrente doordat zij later ingaan dan in het jaar waarin de ondernemer 70 jaar wordt. De lijfrentetermijnen moeten dadelijk ingaan. Het besluit is direct te downloaden via de
besluitenpagina van deze site.  

 

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van maart 2003.