Tekst van artikel 2.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (vanaf 1 maart 2004)
1. Indien in het belastbare inkomen uit werk en
woning of het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang te conserveren inkomen
is begrepen, is de verschuldigde belasting voorzover deze bij wege van aanslag
wordt geheven de belasting die wordt berekend over de belastbare inkomens, verminderd
met het daarin begrepen te conserveren inkomen.
2. Als te conserveren inkomen worden aangemerkt de positieve inkomensbestanddelen
die in aanmerking zijn genomen op grond van de artikelen 3.58, eerste lid, 3.64,
eerste lid, 3.83, eerste of tweede lid, 3.116, vierde lid, 3.133, tweede lid,
onderdelen h of j, 3.136, eerste lid, 4.16, eerste lid, onderdeel h, 7.2, achtste
lid, of 7.5, vierde, vijfde of zevende lid, alsmede, indien de verkrijger een
natuurlijk persoon is die niet in Nederland woont en de verkregen aandelen of
winstbewijzen geen deel uitmaken van het vermogen van een voor zijn rekening
gedreven Nederlandse onderneming als bedoeld in artikel 7.2 of tot het resultaat
uit een werkzaamheid in Nederland van hem behoren, op grond van artikel 4.16,
eerste lid, onderdeel e.
3. Op een bij de aangifte gedaan verzoek wordt het positieve inkomensbestanddeel
dat in aanmerking is genomen op grond van artikel 3.58, eerste lid, geheel of
gedeeltelijk niet als te conserveren inkomen aangemerkt.
Noot
EvT: Bovenstaande integrale wettelijke bepaling treedt in werking met ingang van 1 maart 2004. |