Selectie wetteksten Wet op de loonbelasting 1964 (tekst 2009)
Wet van 16 december 1964, houdende vervanging van het Besluit op de Loonbelasting 1940 door een nieuwe wettelijke regeling
Artikel 34. [geen titel]
Artikel
34. Vergemakkelijking heffing van inkomstenbelasting
terug naar index
1. Ter vergemakkelijking van de heffing van de inkomstenbelasting kunnen bij
algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld ingevolge welke de loonbelasting
mede wordt geheven van natuurlijke personen die:
a. termijnen van lijfrente of andere periodieke uitkeringen of verstrekkingen
genieten;
b. uitkeringen genieten ter vervanging van gederfde of te derven periodieke
uitkeringen of verstrekkingen;
c. een afkoopsom genieten ter zake van een afkoop als bedoeld in artikel 3.133,
tweede lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2. Met betrekking tot bedragen ter zake van een afkoop als bedoeld in artikel
3.133, tweede lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedraagt
in afwijking van hoofdstuk III de belasting 52% van deze bedragen. Indien de
belasting ingevolge artikel 27b, eerste lid, in één bedrag met
de premie voor de volksverzekeringen wordt geheven, wordt in afwijking in zoverre
van de eerste volzin het bedrag van de verschuldigde belasting tezamen met het
bedrag van de verschuldigde premie voor de volksverzekeringen gesteld op 52%
van de bedoelde bedragen.
Toelichting EvT:
De delegatiebepaling in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (artikel 11,
lid 1, onderdeel a) waaraan uitvoering wordt gegeven aan de per 1 januari 2009
gewijzigde bepalingen van artikel 34 Wet LB 1964 (lid 1, onderdeel c en lid
2) treedt pas in werking per 1 januari 2010! Zie hiervoor het Besluit
van 18 december 2008 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten, Staatsblad
2008, nr. 574 (Artikel II, onderdeel I, onder 1; blz. 3 en 4).