Selectie wetteksten Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (tekst 2009)
Besluit van 17 mei 1965, houdende uitvoering van de Wet op de loonbelasting 1964
Index
Artikel 11. [geen titel]
Artikel 13. [geen titel]
Artikel 11. Inkomsten waarover mede loonbelasting
wordt geheven terug
naar index
1. De loonbelasting wordt mede geheven
van natuurlijke personen die de navolgende tot het belastbare inkomen uit werk
en woning dan wel het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland in
de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 behorende inkomsten genieten:
a. termijnen
van lijfrenten, aan een meerderjarige verstrekt door een lichaam dat het levensverzekeringsbedrijf
uitoefent, alsmede termijnen als bedoeld in artikel 3.126a, vierde, vijfde en
zesde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
b. uitkeringen ingevolge de Ziektewet en ingevolge de Ongevallenwet 1921, de
Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 en de Zeeongevallenwet 1919 in verbinding
met de Liquidatiewet ongevallenwetten;
c. uitkeringen ingevolge de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet,
hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, van de Wet arbeid en zorg, de Wet werk
en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten;
d. uitkeringen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, ingevolge de
Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en ingevolge de Wet
buitengewoon pensioen Indisch verzet;
e. [vervallen;]
f. uitkeringen ingevolge de Algemene Oorlogsongevallenregeling (Staatsblad van
Nederlandsch-Indië 1946 (nr. 48) en de beschikking van de Luitenant-Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indië van 5 november 1946, nr. 6 (Staatsblad van Nederlandsch-Indië
1946, nr. 118), alsmede op deze uitkeringen betrekking hebbende toe- en bijslagen;
g. uitkeringen ingevolge de Wet werk en bijstand alsmede de in artikel 3a bedoelde
uit het familierecht voortvloeiende periodieke uitkeringen of verstrekkingen;
h. uitkeringen ingevolge de Werkloosheidswet;
i. uitkeringen uit de Stichting 1940-1945, de Stichting Friesland 1940-1945
en de Stichting Hulp voor nagelaten betrekkingen voor illegale strijders (Stichting
Sneek 1940-1945);
j. uitkeringen uit de Stichting Notarieel Pensioenfonds te 's-Gravenhage;
k. uitkeringen ingevolge een pensioenregeling waaraan deelneming is verplicht
gesteld op grond van de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling;
l. uitkeringen ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
en ingevolge de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;
m. uitkeringen ingevolge de Remigratiewet en de Remigratieregeling 1985;
n. uitkeringen ingevolge de Toeslagenwet;
o. uitkeringen ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers en ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
p. uitkeringen ingevolge de Wet inkomensvoorziening kunstenaars en ingevolge
de Wet werk en inkomen kunstenaars;
q. premies door gemeenten verstrekt in het kader van artikel 7, eerste lid,
onderdeel a, van de Wet werk en bijstand;
r. uitkeringen als bedoeld in de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
s. inkomensondersteunende uitkeringen ingevolge artikel 108, eerste lid, van
de Gemeentewet.
2. De in het eerste lid bedoelde inkomsten worden aangemerkt als loon uit vroegere
arbeid.
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel
terug naar index
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1965.
2. Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.