Selectie wetteksten Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 (tekst 2010)

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001

Index 

Artikel 1. Reikwijdte terug naar index
Artikel 7. Niet tot het loon behorende aanspraken
Artikel 12. Minimale periode uitkeringstermijnen bij stamrechtspaarrekening en stamrechtbeleggingsrecht
Artikel 18. Waarde aanspraak
Artikel 45. Outplacement
Artikel 85a. Niet-drukkende uitkering, bijdrage of premie ingevolge een regeling voor vervroegde uittreding
Artikel 85b. Geen regeling voor vervroegde uittreding
Artikel 106. Overgangsregeling niet-drukkende uitkering, bijdrage of premie ingevolge een regeling voor vervroegde uittreding

Artikel 1. Reikwijdte   terug naar index
Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 5b, 6, 8, 8a, 11, 11a, 12, 13, 13bis, 15a, 15b, 15c, 15d, 17, 18, 19a, 19f, 19g, 25, 28, 28a, 29, 31, 32ab, 32b, 32ba, 33, 35b, 35d, 35e, 35k, 35l en 35m van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.

Artikel 7. Niet tot het loon behorende aanspraken   terug naar index
Tot het loon behoren niet:
a. aanspraken op een eenmalige uitkering bij het beëindigen van de dienstbetrekking anders dan wegens arbeidsongeschiktheid of overlijden van de werknemer, vervroegd uittreden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;
b. aanspraken op een eenmalige uitkering bij het beëindigen van de dienstbetrekking wegens arbeidsongeschiktheid of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, indien deze uitkering driemaal het loon van een maand niet overtreft;
c. aanspraken op uitkeringen en verstrekkingen in door de minister van Financiën aan te wijzen gevallen.

Artikel 12. Minimale periode uitkeringstermijnen bij stamrechtspaarrekening en stamrechtbeleggingsrecht   terug naar index
1. De minimale periode tussen de eerste en de laatste uitkering, bedoeld in artikel 11a, derde lid, onderdeel a, onder 2°, en onderdeel b, onder 2°, van de wet wordt bepaald aan de hand van de volgende tabel.

Ingeval de gerechtigde tot de uitkeringen, bedoeld in artikel 11a, derde lid, van de wet bij ingang van de uitkeringen, een leeftijd heeft bereikt van
Maar nog niet de leeftijd heeft bereikt van
Bedraagt de minimale periode tussen de eerste en de laatste uitkering het in deze kolom vermelde aantal jaren
I
II
III
-
25
17
25
30
14
30
35
11
35
40
8
40
45
5
45
50
4
50
55
3
55
60
2
60
-
1

2. Ingeval de uitkeringen toekomen aan kinderen of pleegkinderen van de werknemer die ten tijde van het ontvangen van de eerste uitkering jonger zijn dan 30 jaar, bedraagt het aantal jaren tussen de eerste en de laatste uitkering, in afwijking van het eerste lid, nimmer meer dan het aantal jaren dat de gerechtigde jonger is dan 30 jaar.

Artikel 18. Waarde aanspraak
   terug naar index
De waarde van een aanspraak om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen en verstrekkingen te ontvangen, wordt gesteld op de bedragen die bij een derde worden gestort - of, voorzover geen stortingen worden verricht, zouden moeten worden gestort - teneinde de aanspraak te dekken.

Artikel 45. Outplacement   terug naar index
1. Tot de vrije vergoedingen behoren vergoedingen ter zake van outplacement van de werknemer.
2. Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen van outplacement van de werknemer.

Artikel 85a. Niet-drukkende uitkering, bijdrage of premie ingevolge een regeling voor vervroegde uittreding   terug naar index
1. Voor de toepassing van artikel 32ba van de wet wordt een uitkering, een bijdrage of een premie eveneens beschouwd niet te drukken op een inhoudingsplichtige voor zover de inhoudingplichtige aannemelijk maakt dat hij ter zake op een later moment bedragen van werknemers gaat inhouden of van andere inhoudingsplichtigen bijdragen of premies voldaan gaat krijgen.
2. Indien de in het eerste lid bedoelde inhouding of voldoening niet binnen een jaar na het in artikel 32ba, tweede lid, van de wet bedoelde tijdstip heeft plaatsgevonden, wordt de uitkering, de bijdrage of de premie op dat moment geacht op de inhoudingsplichtige te drukken.

Artikel 85b. Geen regeling voor vervroegde uittreding   terug naar index
1. Een regeling ingevolge welke de jaarlijkse arbeidsduur ten opzichte van de jaarlijkse arbeidsduur in het voorafgaande kalenderjaar met ten hoogste 50% wordt verminderd, wordt niet aangemerkt als een regeling voor vervroegde uittreding in de zin van artikel 32ba van de wet. De eerste volzin is niet van toepassing indien:
a. de arbeidsduur meer dan 50% lager is dan de arbeidsduur in het laatste kalenderjaar voorafgaand aan het begin van de periode die aanvangt 10 jaar direct voorafgaande aan de in de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum, of
b. anders dan als gevolg van ziekte, arbeidsongeschiktheid of jaarlijks vakantieverlof, per week minder dan 50% van de arbeidsduur per week zoals die gold in het laatste kalenderjaar, bedoeld in onderdeel a, feitelijk pleegt te worden gewerkt.
2. Een regeling die uitsluitend voorziet in uitkeringen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de wet, wordt niet aangemerkt als een regeling voor vervroegde uittreding in de zin van artikel 32ba van de wet, indien
a. deze uitkeringen naar aard, strekking, omvang en uitkeringsduur overeenkomen met de uitkeringen ingevolge aanspraken als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel e, van de wet, en
b. werknemers die deze uitkeringen genieten in de periode van de uitkeringen geen uitkeringen ter zake van dezelfde dienstbetrekking genieten ingevolge artikel 11, eerste lid, onderdeel e, van de wet.

Artikel 106. Overgangsregeling niet-drukkende uitkering, bijdrage of premie ingevolge een regeling voor vervroegde uittreding   terug naar index
1. Voor de toepassing van artikel 32ba, derde lid, van de wet, blijven bedragen die de inhoudingsplichtige van werknemers heeft ingehouden buiten aanmerking, voor zover deze bedragen ingevolge de op het moment van inhouding ter zake van deze inhouding geldende tekst van artikel 11 van de wet niet tot het loon behoren.
2. Voor de toepassing van artikel 32ba, derde lid, van de wet, blijven bijdragen en premies die de inhoudingsplichtige van andere inhoudingsplichtigen voldaan heeft gekregen buiten aanmerking, voor zover artikel 32ba, eerste lid, bij die andere inhoudingsplichtigen niet van toepassing is op deze bijdragen en premies
.