Mij hebben signalen bereikt dat een groot aantal belastingplichtigen op grond van verkeerde veronderstellingen heeft beslist om hun kapitaalverzekering aan te merken als een kapitaalverzekering eigen woning. Gelet op de complexe overgangsmaatregelen ter zake van kapitaalverzekeringen die nodig waren voor de invoering van het nieuwe belastingstelsel, heb ik er begrip voor dat belastingplichtigen niet in alle gevallen volledig de gevolgen hebben kunnen overzien van een voor hun kapitaalverzekeringen gemaakte keuze. Omdat de fiscale gevolgen die zijn verbonden aan het aanmerken van een kapitaalverzekering als een kapitaalverzekering eigen woning door een groot aantal belastingplichtigen niet goed zijn onderkend, heb ik aanleiding gevonden voor de volgende goedkeuring.

Om een ongewenste keuze om een kapitaalverzekering aan te merken als kapitaalverzekering eigen woning, te kunnen herzien, keur ik goed dat de verzekeraar op verzoek van de belanghebbende die kapitaalverzekering eenmalig zodanig wijzigt dat geen sprake meer is van een kapitaalverzekering eigen woning zonder dat daaraan de reguliere gevolgen van artikel 3.116, derde lid, Wet IB 2001 zijn verbonden. Het gevolg hiervan is dat de desbetreffende kapitaalverzekering fiscaal geruisloos overgaat naar box 3. Deze fiscaal geruisloze overgang is mogelijk zowel voor kapitaalverzekeringen gesloten vóór 1 januari 2001 als voor kapitaalverzekeringen die op of na die datum zijn gesloten.

Ik verbind aan deze goedkeuring in de eerste plaats de voorwaarde dat aan de verzekeraar het onderhavige verzoek is gedaan voordat de aangifte inkomstenbelasting over 2002 is ingediend, doch uiterlijk op 31 december 2003 en tevens dat uiterlijk op 31 december 2003 de wijziging van de polis heeft plaatsgevonden.

In de tweede plaats verbind ik aan de goedkeuring de voorwaarde dat de desbetreffende kapitaalverzekering geacht wordt nooit een kapitaalverzekering eigen woning te zijn geweest.

Dit betekent in ieder geval dat de aangifte inkomstenbelasting 2002 wordt gedaan met inachtneming hiervan. Voorts aanvaardt de belastingplichtige hiermee dat in het voorkomende geval bij de aanslagregeling inkomstenbelasting 2001 dan wel bij wege van navordering - uiteraard zonder verhoging - over het jaar 2001 ermee rekening wordt gehouden dat de onderhavige kapitaalverzekering wordt geacht te behoren tot de heffingsgrondslag van box 3, vanzelfsprekend met inachtneming van de overgangsvrijstelling van Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AN, van de Invoeringswet Wet IB 2001.

De goedkeuring geldt niet als het verzoek of de wijziging van de polis heeft plaatsgevonden na afloop van de hiervoor gestelde termijn. Verzoeken om daarna met toepassing van de hardheidsclausule de kapitaalverzekering eigen woning fiscaal geruisloos om te zetten worden niet ingewilligd.

Ook verzoeken om met toepassing van de hardheidsclausule kapitaalverzekeringen met terugwerkende kracht te kunnen aanmerken als kapitaalverzekering eigen woning worden niet ingewilligd. Naar mijn gevoelen is de regeling die daartoe is opgenomen in Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AM, tweede lid, Invoeringswet Wet IB 2001 ruim voldoende. Ook als van die regeling geen gebruik is gemaakt, kan een kapitaalverzekering die behoort tot box 3 steeds zonder fiscaal nadelige gevolgen worden omgezet in een kapitaalverzekering eigen woning, mits uiteraard voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 3.116 Wet IB 2001. Terugwerkende kracht is dan echter niet meer mogelijk.