Verzuim keuze voor terugwenteling betaalde lijfrentepremies VERVALLEN M.I.V. CPP2002/867M
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen
Besluit van 21 februari 2002, nr. CPP2002/535M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001 en de Invoeringswet Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de Wet op de inkomstenbelasting 1964, besluit van 24 juni 1993, nr. DB93/2882M. Onderdelen uit genoemd besluit die hun belang hebben verloren zijn niet meer opgenomen.
1. Inleiding
Ingevolge artikel 3.130, eerste lid, Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) worden premies voor lijfrenten in aanmerking genomen op het tijdstip waarop deze zijn betaald of verrekend voorzover de verrekening niet leidt tot een schuldig gebleven bedrag. Op basis van het tweede lid van genoemde bepaling en hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel Sa, van de Invoeringswet Wet IB 2001 kan een belastingplichtige premies voor lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.127, tweede lid (jaarruimte), 3.128 (omzetting oudedagsreserve) en 3.129 (omzetting stakingswinst) van de Wet IB 2001 die binnen twaalf maanden na afloop van het kalenderjaar zijn betaald of verrekend, naar bij de aangifte gemaakte keuze aanmerken als premies die zijn betaald of verrekend in het kalenderjaar ("terugwentelen"). Ingevolge mijn besluit van 4 december 2001, nr. DGB2001/1339M, geldt deze terugwentelingsmogelijkheid voor het belastingjaar 2001, vooruitlopend op een voorstel tot wetswijziging, ook voor de reserveringsruimte als bedoeld in artikel 3.127, derde lid.
2. Keuze voor terugwenteling niet gedaan bij de aangifte
Indien de hiervoor bedoelde keuze tot terugwenteling van de betaalde lijfrentepremies niet bij de aangifte is gemaakt, kan de inspecteur belast met de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen een alsnog ingediend verzoek inwilligen indien dit verzoek bij de inspecteur binnenkomt vóór de dagtekening van het aanslagbiljet.
Indien de lijfrentepremie is betaald na indiening van de aangifte maar uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar volgend op het jaar waarover aangifte wordt gedaan, keur ik goed dat met toepassing van de hardheidsclausule tegemoet wordt gekomen aan verzoeken tot terugwenteling van de betaalde premie die bij de inspecteur binnenkomen na de dagtekening van het aanslagbiljet, mits het verzoek binnenkomt vóór 1 februari van het jaar volgend op het jaar van betaling. In dat geval kan ook ambtshalve vermindering van de aanslag volgen.
Het voorgaande is eveneens van toepassing met betrekking tot de mogelijkheid van terugwenteling van lijfrentepremies door een buitenlandse belastingplichtige.
3. Ingangsdatum
Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.