Archief januari 2014

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief januari 2014

28 januari 2014
Op 22 januari 2014 is op www.rijksoverheid.nl een geactualiseerde set met vragen en antwoorden (V&A's) over overbruggingslijfrenten, afkoop kleine lijfrenten en lijfrentesparen gepubliceerd. Ten opzichte van de laatste set met V&A's van 26 november 2012 zijn er enkele vragen toegevoegd. Bovendien is aan de set een nieuw onderdeel toegevoegd over de nieuwe (per 1 januari 2014) tijdelijke oudedagslijfrentevorm. Bij de beantwoording van de vragen is uitgegaan van de wetteksten en cijfers voor het jaar 2014.
De V&A-set is direct te downloaden via de
helpdeskvragenpagina van deze site
.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties

25 januari 2014
Het is weer aangiftetijd, tijd om de aangifte IB 2013 te prepareren of zelfs al in te dienen. Indien men betalingen heeft gedaan op een lijfrenteproduct, dan zijn deze betalingen onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen aftrekbaar voor de heffing van IB. Betaalde lijfrentepremies dan wel stortingen op een lijfrentespaarrekening of -beleggingsrecht kunnen in 2013 worden afgetrokken als deze in 2013 zijn verricht. In de aanvullende toelichting 2013 is uitgebreide informatie te vinden over een aantal bijzondere situaties van lijfrenteaftrek. Bovendien bevat deze toelichting handige rekenhulpen voor de bepaling van de jaar- en reserveringsruimte voor 2013. Daarvoor kan ook gebruik worden gemaakt van de digitale Rekenhulp Lijfrentepremie van de Belastingdienst.

De rekenhulpen zijn toegankelijk gemaakt via de programma's en rekenhulpenpagina van deze site.

Bron: http://www.belastingdienst.nl/

25 januari 2014
In zijn brief van 24 januari 2014 heeft de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer en Eerste Kamer meegedeeld dat hij het wetsvoorstel 'Wet pensioenaanvullingsregelingen' (TK 33.672) heeft ingetrokken. Intrekking van het wetsvoorstel komt de eenvoud van het pensioenstelsel ten goede. Bovendien vallen er daardoor middelen vrij die ingezet kunnen worden voor overige maatregelen.
De brief is sinds vandaag direct te downloaden via
de wetsvoorstellenarchiefpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

25 januari 2014
In zijn brief van 20 januari 2014 heeft de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer verzocht om een spoedige behandeling van het wetsvoorstel 'Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' (TK 33.847, nr. 5). Dit om pensioenuitvoerders voldoende gelegenheid te geven om deze wijzigingen door te voeren.
Het betreffende kamerstuk is sinds vandaag direct te downloaden van
de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

24 januari 2014
De op 20 januari 2014 bij de Tweede Kamer ingediende novelle inzake het Pensioenakkoord betreft een wetsvoorstel tot 'Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014'. Op 22 januari 2014 zijn de officiële kamerstukken gepubliceerd. Het kamerstuknummer luidt TK 33.847
.
De betreffende kamerstukken zijn sinds vandaag direct te downloaden van
de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

21 januari 2014
In vervolg op de wijzigingsvoorstellen die in het kader van het op 18 december 2013 bereikte Pensioenakkoord zijn gedaan (EK 33.610, nr. I), is op 20 januari 2014 een novelle bij de Tweede Kamer ingediend. Dat wetsvoorstel betreft een wijziging van het wetsvoorstel 'Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' (EK 33.610) dat momenteel in de Eerste Kamer wordt aangehouden. Het nieuwe wetsvoorstel is de uitwerking van de brief van 18 december 2013 en regelt onder meer de aanpassing van de opbouw- en premiepercentages van het Witteveenkader en de introductie van een (vrijwillige) spaarfaciliteit voor inkomens boven de aftoppingsgrens van € 100.000 middels een nettolijfrentevariant. Op basis van deze nieuwe spaarfaciliteit is de waarde van een aanspraak op een nettolijfrente vrijgesteld in box 3, terwijl de uit die aanspraak voortvloeiende uitkering niet belast is in box 1.
Als de officiële stukken, voorzien van een kamerstuknummer, zijn gepubliceerd, worden ze geplaatst op deze website
.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties

20 januari 2014
Op 15 januari 2014 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over zelfstandigen en pensioen (kenmerk 2014-0000006462). In die brief wordt nadere informatie gegeven over de voortgang van enkele trajecten met betrekking tot het pensioen van zelfstandigen. Er wordt gesproken over het opzetten van een vrijwillige 'collectieve pensioenregeling' voor zelfstandigen in de derde pijler (lijfrentesfeer), beter te bestempelen als een 'collectieve' lijfrenteregeling. Belangrijke kenmerken van deze regeling zijn flexibiliteit en collectiviteit. Zo kunnen deelnemers vrijwillig in- en uit stappen en bepalen hoeveel ze periodiek inleggen. Het betreft een collectieve regeling waarbij de ingelegde gelden collectief worden belegd en beheerd. In de uitkeringsfase wordt geen levenlange uitkering verzekerd, maar is sprake van een van te voren bepaalde uitkeringsduur (tijdelijk).
Als de officiële stukken (voorzien van een kamerstuknummer) zijn gepubliceerd, worden ze geplaatst op deze website
.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties

17 januari 2014
Op grond van de Wet overige fiscale maatregelen 2013 (Stb. 2012, nr. 669) is met ingang van 1 januari 2014 de vormgeving van de tijdelijke oudedagslijfrenten in de zin van de Wet IB 2001 gekoppeld aan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, lid 1, AOW. De tijdelijke oudedagslijfrente mag daardoor niet eerder ingaan dan in het jaar waarin de belastingplichtige die pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarentegen mogen de uitkeringen uit een tijdelijke oudedagslijfrente niet later ingaan dan in het jaar waarin de gerechtigde tot de uitkeringen de leeftijd heeft bereikt die vijf jaar hoger is dan de pensioengerechtigde leeftijd. Voor reeds op 31 december 2013 bestaande aanspraken op (oude) tijdelijke oudedagslijfrenten is overgangsrecht geformuleerd in artikel 10a.12 Wet IB 2001 op grond waarvan men in de toekomst nog een tijdelijke oudedagslijfrente kan bedingen die voldoet aan oude vormgeving van voor 1 januari 2014.

16 januari 2014
Ingevolge de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd van 12 juli 2012 (Stb. 2012, nr. 328) is, in lijn met de aanpassingen voor de opbouw van het tweede pijlerpensioen (werknemerspensioen), per 1 januari 2014 de opbouwruimte in de derde pensioenpijler (lijfrenteaftrekruimte) aangepast. Het maximumpremiepercentage voor lijfrenten is per 1 januari 2014 verlaagd van 17% naar 15,5%. Uitgaande van de maximale premiegrondslag voor 2014 van € 162.457 bedraagt de maximale jaarruimte voor 2014 dan € 25.181. In verband met de gewijzigde opbouwruimte is per dezelfde datum ook de zogenoemde imputatieregeling aangepast. In dat verband is de vermenigvuldigingsfactor in de formule van de jaarruimte in 2014 verlaagd van 7,5 naar 7,2. Deze factor, vermenigvuldigd met de aan het jaar 2013 toe te rekenen aangroei van pensioenaanspraken, vormt een correctie (imputatie) op het bedrag van de jaarruimte. Door de verlaging van de vermenigvuldigingsfactor naar 7,2 is de uiteindelijke correctie c.q. vermindering van de jaarruimte van (maximaal) € 25.181 enigszins beperkt. Voorts geldt het volgende. De aan een kalenderjaar toe te rekenen pensioenaangroei bij een levenslange inkomensvoorziening bij ouderdom in de zin van artikel 15, lid 1, Uitvoeringsbesluit IB 2001 (UB IB 2001), wordt bepaald volgens de regels van het tweede lid van dat artikel. Vanaf 1 januari 2014 moet de op die wijze bepaalde pensioenaangroei worden gecorrigeerd door die aangroei te vermenigvuldigen met 35/37
.

2 januari 2014
De wijzigingsvoorstellen die zijn gedaan in het kader van het op 18 december 2013 bereikte Pensioenakkoord zullen waar nodig nog worden uitgewerkt in wetgeving.
Zo spoedig mogelijk zal een novelle waarin de aanpassing van het Witteveenkader 2015 en de introductie van de extra premiewaarborgen worden geregeld, aanhangig worden gemaakt in de Tweede Kamer. Dit is wenselijk om pensioenuitvoerders zo veel mogelijk tijd te bieden bij de implementatie van het aangepaste fiscale kader. Om de wijzigingsvoorstellen financieel te dekken zal het wetsvoorstel 'Wet pensioenaanvullingsregelingen' (EK 33.672) worden ingetrokken. De Eerste Kamercommissie voor Financiën bespreekt op 14 januari 2014 de brief van de staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2013 (EK 33.610, nr. I) over het verdere proces in verband met het bereikte pensioenakkoord.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van januari 2014.