Archief maart 2015

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief maart 2015

28 maart 2015
In de afgelopen maanden zijn de volgende vakartikelen gepubliceerd over actuele onderwerpen op het terrein van levensverzekeringen:

  • Wat nu als u uw lijfrentepremies niet volledig heeft afgetrokken? Een saldoverklaring kan helpen (Pensioen Advies, maart 2015, nr. 3);
  • Versoepeling beleid bij omzettingen van kapitaalverzekeringen (Pensioen Alert, 2 maart 2015, nr. 2);
  • Afkoop van kapitaalverzekeringen. Wél of geen vrijstelling? (Pensioen Advies, januari/februari 2015, nr. 1/2).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

28 maart 2015
Op 26 maart 2015 heeft Minister Dijsselbloem van Financiën in zijn brief antwoorden gegeven op de vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Financiën in het kader van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit (AMvB) inzake beleggingsverzekeringen van 9 maart 2015 (zie het bericht hieronder). De vragen en opmerkingen werden op 19 maart 2014 toegezonden.
De brief is direct te downloaden via
de beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties

28 maart 2015
Verzekeraars zijn vanaf 1 juli 2015 wettelijk verplicht om hun klanten actief te benaderen over hun beleggingsverzekeringen. Het is de bedoeling dat zij klanten actief meer inzicht geven in hun specifieke situatie en verbetermogelijkheden. De verzekeraar moet de klant ook aanzetten om een weloverwogen keuze over zijn beleggingsverzekering te maken. Doen verzekeraars dit niet dan kan de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een boete of dwangsom opleggen. Dit heeft Minister Dijsselbloem van Financiën in zijn brief van 9 maart 2015 aan de Tweede Kamer geschreven (FM2015/348M). Aanleiding hiervoor zijn de teleurstellende resultaten bij de nazorg beleggingsverzekeringen, zoals uit de rapportage van de AFM van oktober 2014 bleek. De activeringsverplichting geldt voor alle verzekeraars die klanten hebben met beleggingsverzekeringen van vóór 1 januari 2013. Onder activeren wordt verstaan dat de verzekeraar er zorg voor draagt dat de klant een bewuste keuze maakt over zijn beleggingsverzekering (stopzetting, wijziging of voortzetting van beleggingsverzekering). Deze keuze moet dus ook uitdrukkelijk worden voorgelegd aan de klant. De AFM heeft in een ontwerpbesluit nadere regels gesteld met betrekking tot de verplichting tot het activeren van klanten met een beleggingsverzekering. Dit ontwerpbesluit is op 9 maart 2015 aan de Tweede en Eerste Kamer verstuurd. Daarmee is de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van vier weken ingegaan. In deze periode kunnen ook via internetconsultatie reacties worden gegeven.
De brief en de bijbehorende stukken zijn direct te downloaden via de beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: http://www.internetconsultatie.nl/beleggingsverzekeringen

27 maart 2015
Op 9 maart 2015 heeft Minister Dijsselbloem van Financiën de stand van zaken van de nazorg inzake beleggingsverzekeringen per eind 2014 van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) naar de Tweede Kamer gestuurd (FM/2015/349M). De door de AFM in maart 2015 opgestelde 'Rapportage Nazorg beleggingsverzekeringen' beschrijft op hoofdlijnen de resultaten die verzekeraars en adviseurs tot en met 31 december 2014 hebben behaald bij het activeren van klanten met een niet opbouwende en/of hypotheekgebonden beleggingsverzekering in relatie tot de eind 2013 door de AFM opgestelde streefcijfers (brief van 13 december 2013, nr. FM2013/2134M). Uit de rapporage blijkt onder meer dat dertien van de zestien verzekeraars hun gestelde ambitie hebben verwezenlijkt. De AFM zal in de zomer van 2015 opnieuw rapporteren over de stand van zaken inzake (de nazorg bij) beleggingsverzekeringen.
De brieven en de laatste nazorg-rapportage zijn direct te downloaden via
de beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties

12 maart 2015
Op basis van de huidige wet- en regelgeving valt het met lijfrenten opgebouwde vermogen (derde pijlerpensioen) binnen de vermogenstoets voor de bijstand. Dat wil zeggen dat gemeenten voordat zij een bijstandsuitkering toekennen, eisen dat mensen eerst het opgebouwde derde pijler pensioenvermogen afkopen en vervolgens inzetten. In het Witteveenakkoord van 18 december 2013 zijn de hoofdlijnen neergelegd over het treffen van een regeling die erin voorziet om reeds opgebouwd pensioen – binnen zekere grenzen – veilig te stellen, en waarmee dit vermogen bij een beroep op de bijstand niet aangesproken hoeft te worden. Lijfrentebesparingen in de derde pijler, van zowel werknemers als zzp’ers, zullen ook vermogensbescherming voor de bijstand krijgen. Op deze manier zal regulier opgebouwd lijfrentevermogen behouden blijven voor een lijfrente-uitkering. In haar brief van 18 december 2014 heeft de staatssecretaris van SZW de contouren van de voorgenomen wettelijke regeling weergegeven. Het concept-wetsvoorstel 'Wet bescherming lijfrenteopbouw en stimulering pensioenopbouw' is in het kader van een internet-consultatie op 8 januari 2015 gepubliceerd. Daarop zijn diverse reacties binnengekomen. De consultatie is op 30 januari 2015 gesloten.
De betreffende stukken zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.internetconsultatie.nl/lijfrenteopbouw

7 maart 2015
Op 25 februari 2015 is de geactualiseerde Rekenhulp (applicatie) revisierente op de site van de Belastingdienst geplaatst. Deze applicatie kan een helpende bieden bij het doen van aangifte terzake van een afkoop van een lijfrenteverzekering en een opname in 1 keer van het tegoed op lijfrentespaarrekening (of van zijn lijfrentebeleggingsrecht). De afkopende belastingplichtige zal dan in beginsel revisierente zijn verschuldigd. Althans dat geldt in het algemeen voor nieuw-regime-lijfrenten (globaal gesproken zijn dit de lijfrente die in 1992 of erna zijn gesloten).
Bij afkoop van - bijvoorbeeld - een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule die onder de eerbiedigende werking van het oude fiscale regime van vóór 1992 valt en waarvoor na 2000 geen premies meer zijn afgetrokken, is geen revisierente verschuldigd. Ook is men geen revisierente verschuldigd bij afkoop van lijfrenteverzekeringen die vóór 1992 zijn afgesloten tegen een eenmalige premie (koopsom). Als de afkoopwaarde van een nieuw-regime-lijfrente in 2014 € 4.242 (zogenoemde 'kleine' lijfrente) of minder bedraagt, is men evenmin revisierente verschuldigd.
De verschuldigde revisierente bedraagt 20% van de (afkoop)waarde van de lijfrenteverzekering of het tegoed van de lijfrentespaarrekening (of het lijfrentebeleggingsrecht). Als de lijfrente is afgekocht binnen 10 jaar na het afsluiten ervan, dan kan men gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Hierbij wordt de revisierente op een andere manier berekend. Daarbij wordt rekening gehouden met de premieaftrek in de afgelopen jaren. Dit kan voor de belastingplichtige voordeliger zijn.
Hoeveel revisierente er betaald moet worden kan worden berekend met de Rekenhulp Revisierente. Daarmee kunnen berekeningen worden gemaakt voor de afkoopjaren 2009 tot en met 2014. Voor iedere lijfrenteverzekering of lijfrentespaarrekening moet de rekenhulp apart worden ingevuld. Is de uitkomst volgens de tegenbewijsregeling minder dan 20% van de afkoopsom of het tegoed? Dan geldt die lagere uitkomst als revisierente.
De Rekenhulp revisierente is direct te downloaden
via de programmapagina van deze site.

Bron: http://www.belastingdienst.nl/

7 maart 2015
Vandaag zijn de meest recente kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstel 'Versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd' (TK 34.083) toegevoegd aan deze website. Het gaat onder meer om de Nota naar aanleiding van het verslag en de Nota van wijziging (TK 34.083, nrs. 5 en 6) van 17 februari 2015.
De kamerstukken zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

6 maart 2015
Het is weer aangiftetijd, tijd om de aangifte IB 2014 te prepareren of zelfs al in te dienen. Indien men betalingen heeft gedaan op een lijfrenteproduct, dan zijn deze betalingen onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen aftrekbaar voor de heffing van IB. Betaalde lijfrentepremies dan wel stortingen op een lijfrentespaarrekening of -beleggingsrecht kunnen in 2014 worden afgetrokken als deze in 2014 zijn verricht. In de aanvullende toelichting 2014 is uitgebreide informatie te vinden over een aantal bijzondere situaties van lijfrenteaftrek. Bovendien bevat deze toelichting handige rekenhulpen voor de bepaling van de jaar- en reserveringsruimte voor 2014. Daarvoor kan ook gebruik worden gemaakt van de digitale Rekenhulp Lijfrentepremie van de Belastingdienst.

De rekenhulpen zijn toegankelijk gemaakt via de programma's en rekenhulpenpagina van deze site.

Bron: http://www.belastingdienst.nl

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van maart 2015.