Archief december 2017

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief december 2017

29 december 2017
Op 28 december 2017 is de 'Bijstellingsregeling 2018' in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 70975). In die regeling zijn onder meer de officiële fiscale cijfers inzake inkomensvoorzieningen (lijfrenten) en het KEW-/SEW-/BEW-vrijstellingsbedrag voor 2018 opgenomen. De afkoopgrens bij afkoop van box 1-lijfrenten bij langdurige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.133, lid 9, onderdeel c Wet IB 2001 is nu ook officieel bekend. De afkoopgrens komt voor 2018 te liggen op € 40.644. Deze grens was nog niet opgenomen in he vorige week gepubliceerde eindejaarsbericht van Financiën. In het FsL-overzicht met de levencijfers voor 2018 was dit bedrag al opgenomen.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden van de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2017
Op 28 december 2017 is de 'Regeling tot wijziging van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 en van enige uitvoeringsregelingen op het gebied van belastingen en toeslagen' in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 72735). In deze regeling is een aantal wijzigingen opgenomen voor de jaarlijkse aanpassing van diverse uitvoeringsregelingen, waaronder de Uitvoeringsregeling IB 2001 (UR IB 2001). Deze regeling bevat op het terrein van lijfrenten een wijziging van artikel 1 UR IB 2001 die ziet op herstel van een foutieve verwijzing. Artikel 18 van de UR IB 2001 geeft met ingang van 1 januari 2015 uitvoering aan artikel 3.133, lid 9, onderdeel a, Wet IB 2001, zonder dat dit in artikel 1 van de UR IB 2001 tot uitdrukking is gebracht. In genoemd artikel 1 wordt nu alsnog een verwijzing naar artikel 3.133 van de Wet IB 2001 opgenomen. Deze wijziging werkt terug tot en met 1 januari 2015.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden van de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2017
Op 28 december 2016 is het 'Besluit tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen en de sociale zekerheid' in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2017, nr. 524). In dit besluit is een aantal wijzigingen opgenomen voor de jaarlijkse aanpassing van diverse fiscale uitvoeringsbesluiten, waaronder het Uitvoeringsbesluit IB 2001 (UB IB 2001). Zo wijzigen per 1 januari 2018 onder meer de artikel 15, lid 5, en 22, lid 2 en lid 5, van het Uitvoeringsbesluit IB 2001 (UB IB 2001). De wijziging van artikel 15, lid 5, houdt verband met het volgende. Tot 1 januari 2017 moest een ouderdomspensioen dat ingaat op de eerste dag van de maand waarin de pensioenrichtleeftijd wordt bereikt, actuarieel worden herrekend ten opzichte van die leeftijd of van de in de pensioenregeling vastgestelde latere ingangsdatum. Met ingang van 1 januari 2017 kan deze actuariële herrekening achterwege worden gelaten ingeval het ouderdomspensioen niet eerder ingaat dan op de eerste dag van de maand waarin de pensioenrichtleeftijd wordt bereikt. Indien het ouderdomspensioen eerder ingaat dan op de eerste dag van de maand waarin de pensioenrichtleeftijd wordt bereikt, dan dient het ouderdomspensioen te worden herrekend ten opzichte van deze eerste dag van de maand waarin de pensioenrichtleeftijd wordt bereikt. In artikel 22, lid 2, onderdelen h en k, en lid 5, onderdeel c, van het UB IB 2001 wordt verwezen naar onderdelen van artikel 5.10 van de Wet IB 2001. Laatstgenoemde bepaling is per 1 januari 2016 gewijzigd waarbij de onderverdeling in leden is komen te vervallen en enkele onderdelen zijn verletterd. De verwijzingen in artikel 22 van het UB IB 2001 zijn hier destijds per abuis niet op aangepast. Die verwijzingen worden met onderhavige wijziging alsnog en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016 hersteld.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden van de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2017
Op 28 december 2017 is de officiële wettekst van 'Overige fiscale maatregelen 2018' in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, nr. 518). Deze wet bevat een aantal wijzigingen op het fiscale terrein van levensverzekeringen en bankspaarproducten. Op dezelfde dag zijn ook de officiële wetteksten van 'Belastingplan 2018' , de 'Wet tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringen eigenwoningschuld' en de 'Verzamelwet pensioen 2017' in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, nrs. 517, 523 respectievelijk 525).
De gepubliceerde wetteksten zijn direct te downloaden via de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

24 december 2017
In zijn brief van 19 december 2017 heeft de minister van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken inzake de activering van beleggingsverzekeringen (kenmerk 2017-0000237948). De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft de eindcontrole uitgevoerd naar de resultaten van de nazorg per 31 december 2016 in de categorieën hypotheek- en pensioengebonden beleggingsverzekeringen. De resulaten van deze eindcontrole zijn per verzekeraar te vinden op de websites van de verzekeraars. Daarnaast is een totaaloverzicht van de eindresultaten te vinden op de website van het Verbond van Verzekeraars. Op 19 december 2017 heeft de AFM hieraan een nieuwsbericht gewijd.
De brief en bijbehorende stukken zijn direct te downloaden vande beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

23 december 2017
Medio december 2017 is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • V&A’s over gewijzigde fiscale spelregels KEW, SEW, BEW en BHW-kapitaalverzekering (Pensioen Alert, december 2017, nr. 10).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

22 december 2017
Naar aanleiding van het Eindejaarsbericht van Financiën van 21 december 2017 inzake de fiscale cijfers voor 2018 is een overzicht met de voor levensverzekeringen en bankspaarproducten relevante fiscale cijfers voor het jaar 2018 op deze website geplaatst. Het praktische overzicht met de voor de levensverzekeringspraktijk relevante cijfers is direct te downloaden via de cijfers en overzichtenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

22 december 2017
Op 19 december 2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het pakket 'Belastingplan 2018'. De wetten uit het pakket 'Belastingplan 2018' treden officieel in werking nadat de Koning deze heeft goedgekeurd. Vooruitlopend op de goedkeuring door de Koning heeft het ministerie van Financiën in het Eindejaarsbericht van gisteren een overzicht gegevens van de belangrijkste wijzigingen in de belastingen per 1 januari 2018.
Het Eindejaarsbericht is direct te downloaden via
de cijfers en overzichtenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

18 december 2017
Op 28 november 2017 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een procedure (BK 17/00399 en ECLI:NL:GHARL:2017:10383) waarbij in geschil was of met betrekking tot de onderhavige kapitaalverzekering met lijfrenteclausule (pré-BHW-lijfrente) sprake is van door de verzekeraar ingehouden loonheffing die door belanghebbende kan worden verrekend met de aanslag IB/PVV over 2013. Belanghebbende Y heeft in 1989 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule afgesloten die onder het zogenoemde pré-Brede Herwaarderingsregime (pré-BHW-regime) viel. De einddatum van de lijfrenteverzekering was 29 december 2012. Op die datum bedroeg de waarde van de lijfrente € 65.345. Dat lijfrentekapitaal was bedoeld voor de aankoop van een lijfrente. Y heeft de lijfrente-aanspraak niet vóór 31 december 2013 omgezet in een andere toegestane lijfrente en op deze datum zijn de lijfrentetermijnen nog niet vastgesteld. Aldus is de wettelijke (uitvoerings)termijn voor de lijfrente overschreden. Y heeft ter zake daarvan niets verantwoord in zijn aangifte IB/PVV 2013 en Y heeft geen ingehouden loonheffing opgegeven in die aangifte. De inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag in de IB/PVV 2013 de aangifte gecorrigeerd door ter zake van de overschrijding van de wettelijke termijn op 31 december 2013 (fictieve afkoop) een bedrag van € 65.345 als inkomen uit werk en woning in box 1 bij te tellen. In april 2015 heeft Y verzocht de lijfrente tot uitkering te laten komen (afkoop). In het jaar 2015 is door de verzekeraar € 32.935,60 aan Y overgemaakt. Het restant van de afkoopwaarde heeft de verzekeraar achtergehouden. In de afkoopbrief heeft de verzekeraar het achtergehouden bedrag bestempeld als 'loonbelasting en premie volksverzekeringen'. Door de verzekeraar heeft echter geen afdracht van dat bedrag plaatsgevonden. Het achtergehouden bedrag staat nog intern gereserveerd. Het hof heeft het volgende overwogen. Ingevolge het bepaalde in artikel 15 AWR, in samenhang met artikel 9.2, lid 1, aanhef en onderdeel a, en artikel 9.2, lid 7, Wet IB 2001 worden de geheven loonbelasting (LB) en premie volksverzekeringen (PVV) verrekend met de aanslag in de IB/PVV. LB wordt op grond van artikel 27, lid 1, Wet LB 1964 geheven door inhouding op het loon. Hetzelfde heeft te gelden voor de PVV (hierna tezamen: loonheffing). Van een zodanige inhouding is sprake indien de inhoudingsplichtige een gedeelte van het overeengekomen bruto bedrag van het loon niet uitbetaalt, en dit geschiedt met het oogmerk het niet uitbetaalde bedrag als loonheffing af te dragen. De fictieve inkomsten die ter zake van de wettelijke termijnoverschrijding door de inspecteur in aanmerking zijn genomen, zijn naar het oordeel van het hof niet op grond van de Wet LB 1964 aan te merken als loon en zijn mitsdien niet aan de inhouding van LB en PVV onderworpen. Dit brengt mee dat de verzekeraar ter zake van die fictieve inkomsten niet inhoudingsplichtig is. Het bedrag dat de verzekeraar bij de uitkering in 2015 ter zake van de lijfrente-aanspraak heeft achtergehouden, kan naar het oordeel van het hof reeds daarom niet worden aangemerkt als geheven loonheffing in vorenstaande zin. Bovendien is niet aannemelijk gemaakt dat het bedrag dat de verzekeraar bij de uitkering in 2015 ter zake van de lijfrente-aanspraak niet aan Y heeft uitbetaald, is achtergehouden met het oogmerk dit bedrag als loonheffing af te dragen. Het hof concludeert dat het door de verzekeraar achtergehouden bedrag niet kan worden verrekend. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. De uitspraak van het hof is op 8 december 2017 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

17 december 2017
Op 7 november 2017 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een procedure (BK 16/01141 en ECLI:NL:GHARL:2017:9611) waarbij in geschil was of de door de inspecteur aangebrachte correctie inzake aftrek van lijfrentepremies terecht is aangebracht. Belanghebbende X heeft in 2007 een lijfrenteverzekering afgesloten met als einddatum 1 januari 2041. In de jaren 2007 tot en met 2010 heeft X achtereenvolgens € 620, € 550, € 400 en € 600 aan lijfrentepremies betaald op die verzekering. In zijn aangifte IB/PVV 2010 heeft X een bedrag van in totaal € 2.400 in aftrek gebracht als premies voor lijfrenten. Bij de aanslagregeling voor het jaar 2010 heeft de inspecteur ter zake van de lijfrentepremie een correctie aangebracht van € 1.800. Voor de jaren 2008 en 2009 heeft hij de aftrek alsnog verleend door de aanslagen voor die jaren ambtshalve te verminderen. Voor het jaar 2007 heeft de inspecteur X bij brief - en ten behoeve van de verzekeraar - een verklaring verstrekt, waarin is opgenomen dat loonheffing achterwege kan blijven voor zover de termijnen niet hoger zijn dan € 620; dit is het totaal van de betaalde premies voor zover die niet in de IB aftrekbaar zijn (saldoverklaring). Het hof heeft het volgende overwogen. Ingevolge het bepaalde in artikel 3.130, lid 1, Wet IB 2001 komen premies voor lijfrenten voor aftrek in aanmerking op het tijdstip waarop deze zijn betaald of verrekend, voor zover de verrekening niet leidt tot een schuldig gebleven bedrag. X heeft in 2010 aan lijfrentepremies een bedrag van € 600 betaald. De inspecteur heeft dat bedrag in aftrek toegestaan. De in eerdere jaren betaalde premies kunnen volgens het hof niet bij de vaststelling van het belastbare inkomen over 2010 in aanmerking worden genomen. Dit brengt naar de mening van het hof mee dat de inspecteur bij de aanslagregeling de aftrek van lijfrentepremies terecht heeft beperkt tot het in 2010 door X betaalde bedrag van € 600. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. De uitspraak van het hof is op 10 november 2017 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

12 december 2017
Afgelopen vrijdag 8 december 2017 zijn maar liefst 2 omvangrijke beleidsbesluiten over pensioenen op 1 dag gepubliceerd. Het gaat om het besluit 'Pensioenen; beschikbare-premieregelingen en premie- en kapitaalovereenkomsten en nettopensioenregelingen' (2017-187605) en het besluit 'Pensioenen; opbouw, vervroegen van de pensioendatum, aanwijzingen en overgangsrecht' (2017-126948). Het eerste besluit is een actualisering van besluitnummer 2017-7168. Zo zijn de opgenomen premiestaffels aangepast aan het verhogen van de fiscale pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar per 1 januari 2018. Dit besluit heeft mede betrekking op nettolijfrenten in box 3. Het tweede besluit is een actualisering van het besluit met het kenmerk BLKB2015/830M. Dat tweede besluit is aangepast aan de Wet uitfasering PEB. Een aantal onderdelen zijn daarom vervallen of aangepast en over de oudedagsverplichting zijn enige goedkeuringen opgenomen. Zo is het op basis van de in paragraaf 5.4 opgenomen goedkeuring mogelijk een reeds ingegane ODV aan te wenden ter verkrijging van een box 1-lijfrente (verzekerd en bancair).
De geactualiseerde beleidsbesluiten zijn direct te downloaden via de besluitenpagina LB van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

2 december 2017
In de edities van het magazine Pensioen Advies van september tot en met december 2017 worden de fiscaliteiten, de (on)mogelijkheden en aandachtspunten van het lijfrenteregime beschreven. Eind november 2017 is deel 3 van het vierluik gepubliceerd. In dit derde deel van het vierluik wordt ingegaan op de fiscale gevolgen van afkoop van diverse vormen van lijfrenten.

  • De lijfrente passé? Echt niet! Fiscaliteiten, (on)mogelijkheden en aandachtspunten; deel 3 van 4 (Pensioen Advies, november 2017, nr. 11).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van december 2017.