Archief maart 2018

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief maart 2018

23 maart 2018
Voor de aftrek van lijfrentepremies is onder meer vereist dat de premies zijn verschuldigd aan een zogenoemde 'toegelaten verzekeraar'. Denk dan aan een verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) die de lijfrenteverplichting tot het binnenlandse ondernemingsvermogen rekent. Vaak zal dat gaan om een professionele levensverzekeraar die in Nederland is gevestigd. Ook andere fondsen en rechtspersonen kunnen als toegelaten verzekeraar gelden. In bepaalde gevallen kan de minister van Financiën een buitenlandse aanbieder van lijfrenteverzekeringen aanwijzen als toegelaten aanbieder. Hoe en waar is dit geregeld? Op 21 maart 2018 is de actuele lijst met toegelaten buitenlandse lijfrenteverzekeraars gepubliceerd. In datzelfde bestand is ook een lijst met toegelaten buitenlandse aanbieders van pensioenen opgenomen.
De actuele lijst is te downloaden via de besluitenpagina IB 2001 niet winst van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

17 maart 2018
De afgelopen maanden zijn de volgende vakbijdragen gepubliceerd over actuele onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Vragen en antwoorden KEW's, SEW's, BEW's en oude kapitaalverzekeringen (VP Bulletin, maart 2018, nr. 3)
  • Kapitaalverzekeringen: Attentiepunten en 'fiscaliteiten. Verschijningsvormen van kapitaalproducten (Pensioen Advies, maart 2018, nr. 3)
  • Wijzigingen op fiscaal terrein per 1 januari 2018 (Pensioen Alert, januari 2018, nr. 1).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

11 maart 2018
Op vrijdag 9 maart 2018 is de 4e uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 van de Belastingdienst gepubliceerd. In deze 4e uitgave zijn een aantal onderwerpen verbeterd, uitgebreid en toegevoegd. In de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 vindt u informatie over de nieuwe regels vanaf 1 januari 2018 voor het inhouden en betalen van loonheffingen. De toevoegingen en verbeteringen in de 4e nieuwsbrief zijn verwerkt in het Handboek Loonheffingen 2018. Dit handboek is sinds 9 maart 2018 online raadpleegbaar. De PDF-versie van die handboek volgt nog. Een van de items in de nieuwsbrief gaat over de verlaging van het hoogste schijventarief van 52% naar 51,95%. In paragraaf 19 van de nieuwsbrief is aangegeven dat het (vaste) tarief van 52% - op grond van artikel 34, lid 2 Wet LB 1964 - nog wel geldt voor de afkoop van (nieuw regime-)lijfrenten in verband met negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. In sommige administratie- of aangiftesoftware zijn de tarieven voor de afkoop van lijfrenten gekoppeld aan het percentage van het hoogste schijventarief. Dat is per 1 januari 2018 dus 51,95% geworden. De Belastingdienst heeft pas laat bekend gemaakt dat het (vaste) tarief van 52% voor afkoop van (nieuw regime-)lijfrenten dat is gebaseerd op artikel 34, lid 2 Wet LB 1964, blijft gelden. Om die reden konden de softwareontwikkelaars dit niet op tijd aanpassen. Verzekeraars en banken die afkoopsommen van (nieuw regime-)lijfrenten uitkeren mogen daarom in 2018 het nieuwe loonbelastingtarief van 51,95% ook gebruiken voor de afkoop van die lijfrenten die in de IB-sfeer leiden tot bijtelling van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. De Belastingdienst legt daarvoor geen correctieverplichtingen of naheffingen op.
Het integrale document is direct te downloaden van de renseignerings- en inhouding LB-pagina van deze website. Klik voor de online versie van het Handboek Loonheffingen 2018 op: online versie handboek.

Bron: www.belastingdienst.nl/loonheffingen

10 maart 2018
Op woensdag 7 maart 2018 is de 'Nationale Ontwoekerdag' in Utrecht gehouden. Er waren 35 financieel adviseurs en 15 juridisch adviseurs aanwezig om vooral ouderen te helpen met hun woekerpolis. Een recordaantal deelnemers kwam erop af. De Nationale Ontwoekerdag is niet iets nieuws. In 2014 vond de eerste plaats. De opkomst tijdens de dag van afgelopen woensdag, waarbij volgens de organisatoren binnen mum van tijd de teller van het aantal aanmelders op nummer 1.000 stond, was de allergrootste van de afgelopen jaren. In een nieuwsbericht op AMweb van 8 maart 2018 kunt u meer lezen over deze ontwoekerdag.
Het nieuwsbericht is direct te downloaden vande beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: www.amweb.nl/

3 maart 2018
Samen met DNB, het ministerie van Financiën en de Belastingdienst heeft het Verbond van Verzekeraars een oplossing gevonden voor de problemen die klanten met een lijfrente ondervinden als ze naar het buitenland vertrekken. De problemen deden zich voor bij het omzetten van een lijfrente in een periodieke uitkering. Geëmigreerde Nederlanders konden in veel gevallen geen direct ingaande lijfrente-uitkering ontvangen, omdat ze geen nieuw contract konden sluiten met de verzekeraar die de uitkering moest verrichten. Dit leidde veelal tot afkoop. Bij afkoop van een lijfrente is volgens de belastingwet belasting verschuldigd. Dat alles kon ertoe leiden dat de geëmigreerde Nederlanders in één keer met de Belastingdienst moesten afrekenen in plaats van over een reeks van jaren zoals dat normaal gesproken het geval is. De belemmeringen zijn grotendeels weggenomen, nu zowel de opbouw- als de uitkeringsfase bij een verzekeraar onder bepaalde voorwaarden worden beschouwd als één contract. Dat betekent namelijk dat geëmigreerde Nederlanders in de meeste gevallen wel periodiek een lijfrente-uitkering kunnen ontvangen. Klanten die uitsluitsel willen, kunnen daarover contact opnemen met hun eigen verzekeraar. Lees daarover meer in het nieuwsbericht van 23 febuari 2018 op de website van het Verbond van Verzekeraars. Voor leden is een circulaire over dit onderwerp te downloaden.
Het volledige nieuwsbericht is direct te downloaden van www.verzekeraars.nl.

Bron: www.verzekeraars.nl

3 maart 2018
Op 13 februari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een procedure (AWB 16/3432 en ECLI:NL:RBNHO:2018:1014) waarbij in geschil was of een naheffingsaanslag loonheffingen ter zake van afkoop van een bij een BV ondergebracht loonstamrecht terecht werd opgelegd. Daarbij speelde de volgende feiten een rol. In 2011 ontving een DGA van zijn ex-werkgever een ontslaguitkering van € 130.000. Deze uitkering is door de DGA - onder gebruikmaking van de (loon)stamrechtvrijstelling die de Wet LB 1964 destijds kende - ondergebracht in een eigen stamrecht-BV. Blijkens de stamrechtovereenkomst van 26 september 2011 heeft de DGA ingaande 3 oktober 2011 voor genoemd bedrag bij de BV een stamrecht bedongen strekkende tot het doen van periodieke uitkeringen met ingang van 18 januari 2024. Daarnaast heeft de DGA een bedrag van in totaal € 130.000 geleend uit het vermogen van de stamrecht-BV. De inspecteur stelde in casu dat sprake is van afkoop van het stamrecht omdat de DGA feitelijk direct de beschikking had over het gehele bedrag van het ten titel van stamrecht voldane bedrag, terwijl er onvoldoende zekerheden waren bedongen waardoor sprake was van een onzakelijke geldlening. De inspecteur stelde zich in dat verband op het standpunt dat ten aanzien van het stamrecht sprake was van een handelen in strijd met artikel 19b Wet LB 1964 en legde een naheffingsaanslag loonheffing op. De rechtbank oordeelde dat de gesloten leningsovereenkomst onzakelijk is, in het bijzonder vanwege het feit dat geen reële zekerheden zijn bedongen. Volgens de rechtbank was het gelijk aan de inspecteur. De uitspraak van de rechtbank is op 21 februari 2018 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina Wet LB 1964 van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

2 maart 2018
Op 1 maart 2018 is de geactualiseerde Rekenhulp (applicatie) revisierente op de site van de Belastingdienst geplaatst. Deze applicatie kan een helpende bieden bij het doen van aangifte terzake van een afkoop van een lijfrenteverzekering en een opname in 1 keer van het tegoed op lijfrentespaarrekening (of van zijn lijfrentebeleggingsrecht). De afkopende belastingplichtige zal dan in beginsel revisierente zijn verschuldigd. Althans dat geldt in het algemeen voor nieuw-regime-lijfrenten (globaal gesproken zijn dit de lijfrente die in 1992 of erna zijn gesloten). Bij afkoop van - bijvoorbeeld - een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule die onder de eerbiedigende werking van het oude fiscale regime van vóór 1992 valt en waarvoor na 2000 geen premies meer zijn afgetrokken, is geen revisierente verschuldigd. Ook is men geen revisierente verschuldigd bij afkoop van lijfrenteverzekeringen die vóór 1992 zijn afgesloten tegen een eenmalige premie (koopsom). Als de afkoopwaarde van een nieuw-regimelijfrente in 2017 € 4.316 (zogenoemde 'kleine lijfrente') of minder bedraagt, is men evenmin revisierente verschuldigd.
De verschuldigde revisierente bedraagt volgens de hoofdregel 20% van de (afkoop)waarde van de lijfrenteverzekering of het tegoed van de bancaire lijfrente. Als de lijfrente is afgekocht binnen 10 jaar na het afsluiten ervan, dan kan men gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Hierbij wordt de revisierente op een andere manier berekend. Daarbij wordt rekening gehouden met de premieaftrek in de afgelopen jaren. Dit kan voor de belastingplichtige voordeliger zijn. Hoeveel revisierente er betaald moet worden kan worden berekend met de Rekenhulp Revisierente. Daarmee kunnen berekeningen worden gemaakt voor de afkoopjaren 2011 tot en met 2017. Voor iedere lijfrenteverzekering of lijfrentespaarrekening moet de rekenhulp apart worden ingevuld. Is de uitkomst volgens de tegenbewijsregeling minder dan 20% van de afkoopsom of het tegoed? Dan geldt die lagere uitkomst als revisierente.
De Rekenhulp revisierente is direct toegankelijk gemaakt
via de programmapagina van deze site.

Bron: http://www.belastingdienst.nl/

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van maart 2018.