Nieuwsarchief
februari 2012 |
18
februari 2012
Vorige week (week 6) is de geactualiseerde Rekenhulp (applicatie)
revisierente op de site van de Belastingdienst geplaatst. Als een
belastingplichtige zijn lijfrenteverzekering in 2011 heeft afgekocht
of het tegoed op zijn lijfrentespaarrekening (of van zijn lijfrentebeleggingsrecht)
in 1 keer heeft opgenomen, dan zal hij in beginsel revisierente
zijn verschuldigd. Althans dat geldt in het algemeen voor nieuw-regime-lijfrenten
(globaal gesproken zijn dit de lijfrente die in 1992 of erna zijn
gesloten).
Bij afkoop van
- bijvoorbeeld - een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule die
onder de eerbiedigende werking van het oude fiscale regime van vóór
1992 valt en waarvoor na 2000 geen premies meer zijn afgetrokken,
is geen revisierente verschuldigd. Ook is men geen revisierente
verschuldigd bij afkoop van lijfrenteverzekeringen die vóór
1992 zijn afgesloten tegen een eenmalige premie (koopsom). Als de
afkoopwaarde van een nieuw-regime-lijfrente in 2011 € 4.171 (zogenoemde
'kleine' lijfrente) of minder bedraagt, is
men evenmin revisierente verschuldigd.
De verschuldigde
revisierente bedraagt 20% van de (afkoop)waarde van de lijfrenteverzekering
of het tegoed van de lijfrentespaarrekening (of het lijfrentebeleggingsrecht).
Als de lijfrente is afgekocht binnen 10 jaar na het afsluiten ervan,
dan kan men gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Hierbij wordt
de revisierente op een andere manier berekend. Daarbij wordt rekening
gehouden met de premieaftrek in de afgelopen jaren. Dit kan voor
de belastingplichtige voordeliger zijn.
Hoeveel revisierente
er betaald moet worden kan worden berekend met de Rekenhulp Revisierente.
Daarmee kunnen berekeningen worden gemaakt voor de afkoopjaren 2006
tot en met 2011. Voor iedere lijfrenteverzekering of lijfrentespaarrekening
moet de rekenhulp apart worden ingevuld. Is de uitkomst volgens
de tegenbewijsregeling minder dan 20% van de afkoopsom of het tegoed?
Dan geldt die lagere uitkomst als revisierente.
Klik voor meer
informatie over de revisierente op informatiepagina
Belastingdienst.
De Rekenhulp
revisierente is direct te downloaden via
de programmapagina
van deze site. |
15
februari 2012
In
vervolg op de aanname van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer
is op 7 februari 2012 het gewijzigde wetsvoorstel 'Verhoging
pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum
AOW' (EK 33.046, nr. A) bij de Eerste Kamer ingediend.
Het voorbereidend
onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
vindt plaats op 6 maart 2012.
De Tweede en
Eerste Kamerstukken zijn direct te downloaden van de
wetsvoorstellenpagina
van deze site. |
11
februari 2011
Met de inwerkingtreding van Belastingplan
2012 is de introductie van de vitaliteitsspaarregeling een feit!
De vitaliteitsspaarregeling vormt een onderdeel van het vitaliteitspakket.
Het
vitaliteitspakket wordt geleidelijk ingevoerd over de jaren 2012
en 2013. De regeling leidt tot vereenvoudiging van het fiscale stelsel
omdat 4 bestaande fiscale regelingen daarmee worden afgeschaft.
Zo gaan de spaarloonregeling en de levensloopregling op in de nieuwe
vitaliteitsspaarregeling.
De
vitaliteitsspaarregeling zal per 1 januari 2013 in werking treden.
Tijdens de kamerbehandeling is de vitaliteitsspaarregeling uitgebreid
aan de orde gekomen.
Ten
behoeve van de praktijk is een bundel samengesteld waarin de voor
de vitaliteitsspaarregeling relevante tekstdelen van kamerstukken,
wetteksten, bijbehorende parlementaire toelichtingen, alsmede reeds
gepubliceerde vragen en antwoorden zijn gebundeld. Voorkom speurwerk
en download de gratis bundel!
De bundel kan
worden gedownload van de
naslagwerkenpagina
van deze site. |
11
februari 2012
Conform
de toezegging bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste
Kamer d.d. 25 oktober 2011 is per brief van 26 januari 2012 een
overzicht van de stand van zaken van de uitvoering van de maatregelen
uit de kabinetsreactie op het SER-advies «Zzp’ers in beeld»
naar de Eerste Kamer gestuurd (EK 33 000, nr. Q).
De
brief is direct
te downloaden via
de kamervragenpagina
van deze website! |
11
februari 2012
In
de praktijk komen stamrechten ter vervanging van gederfd of te derven
loon regelmatig voor, meestal naar aanleiding van een schadevergoeding
bij ontslag. Het gaat dan om de aanspraken op periodieke uitkeringen
als bedoeld in het stamrechtartikel en de daarmee gelijkgestelde
stamrechtspaarrekeningen en stamrechtbeleggingsrechten.
De
Kennisgroep Pensioenen LB van de Belastingdienst (tot wiens werkgebied
de stamrechten behoren) heeft in dat verband op 7 december 2010
zijn eerste handreiking geboden bij vragen die in de praktijk ontstaan
over de fiscale grenzen en (on)mogelijkheden bij de toekenning van
stamrechten in het algemeen en bij ontslaguitkeringen aan oudere
werknemers met de pensioendatum in zicht in het bijzonder.
Recent
is de handreiking op een aantal punten aangepast. De herziene handreiking
is op 25 januari 2012 geplaatst op www.belastingdienstpensioensite.nl.
Deze handreiking geldt zowel voor stamrechten die werkgever en werknemer
overeenkomen in individuele gevallen van ontslag als voor stamrechten
die worden toegekend in het kader van een reorganisatie, sociaal
plan of collectief ontslag. Waar in de handreiking wordt gesproken
over stamrechten, dienen daaronder mede te worden begrepen: stamrechtspaarrekeningen
en stamrechtbeleggingsrechten in de zin van artikel 11a van de Wet
LB.
De herziene
handreiking is direct raadpleegbaar via de
naslagwerkenpagina
van deze site. |
11
februari 2012
Tijdens
het algemeen overleg huwelijksvermogensrecht van 29 september 2011
heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie toegezegd een
drietal verzoeken die de fiscaliteit raken aan hem door te geleiden.
In vervolg op
genoemd algemeen overleg heeft de staatssecretaris van Financiën
in zijn brief van 6 februari 2012 (DB/2012/34) de Tweede Kamer geïnformeerd
over de fiscale consequenties van echtscheiding. In de brief zijn
de fiscale gevolgen van echtscheiding op hoofdlijnen geschetst.
Het in de brief geschetste overzicht betreft geen uitputtend overzicht.
De
brief is direct
te downloaden via
de kamervragenpagina
van deze website! |
10
februari 2012
De
Tweede Kamer heeft dinsdag 7 februari 2012 ingestemd met het wetsvoorstel
'Verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering
ingangsdatum AOW' (TK 33.046) waarin wordt geregeld dat
de AOW-leeftijd in 2020 wordt verhoogd naar 66 jaar.
Het kabinet
verhoogt de AOW-leeftijd in 2020 om werkgevers en werknemers voldoende
tijd te geven om zich voor te bereiden op langer doorwerken. De
teruglopende beroepsbevolking en de toename van het aantal 65-plussers
maken langer doorwerken noodzakelijk. Verhoging van de AOW-leeftijd
past ook bij de ontwikkeling dat mensen langer leven, langer gezond
blijven en dus langer door kunnen werken.
Verhoging van
de AOW-leeftijd maakt dat de AOW ook voor toekomstige generaties
betaalbaar blijft. De vergrijzing zorgt voor steeds minder werkenden
om AOW-premie op te brengen: nu staan er nog vier werkenden tegenover
één gepensioneerde en in 2040 is dat gehalveerd tot
nog maar twee. Dit betekent dat de kosten door minder mensen moeten
worden opgebracht terwijl de kosten van de AOW naar verwachting
oplopen van circa 30 miljard euro nu tot ongeveer 50 miljard euro
in 2040.
De Tweede Kamerstukken
zijn direct te downloaden van de
wetsvoorstellenpagina
van deze site.
|
6
februari 2012
Vandaag
zijn twee kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstel 'Verhoging
pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum
AOW' (TK 33.046) op deze site geplaatst. Het gaat om de
volgende kamerstukken:
- de brief
van de minister van SZW van 27 januari 2012 (TK
33.046,
nr. 9)
- de
Tweede nota van wijziging van 31 januari 2012 (TK 33.046, nr.
10)
De Tweede Kamerstukken
zijn direct te downloaden van de
wetsvoorstellenpagina
van deze site. |
5
februari 2012
De afgelopen jaren hebben de 'woekerpolissen' veel aandacht
getrokken in onder meer de media. Deze media-aandacht en het werk
van organisaties van belangenbehartigers hebben er toe geleid dat
verzekeraars gedupeerden uiteindelijk collectief zijn gaan compenseren.
Om te voorkomen
dat de door verzekeraars geboden collectieve compensatieregelingen
voor woekerpolissen ongewenste fiscale gevolgen hebben, is fiscaal
beleid ontwikkeld. Het eerste beleidsbesluit dateert van medio 2009.
Recent is het zogenoemde ‘woekerpolisbesluit’ herzien én
uitgebreid in verband met een nieuwe vorm van ‘compensatie’. Dat
vergde een extra goedkeuring (BLKB2011/1954M).
In de Pensioen
Alert van 30 januari 2012, nr. 1, van Akkermans
& Partners wordt ingegaan op de inhoud van de nieuwe goedkeuring.
Zie
ook de vakartikelenpagina
van deze website! |