30 april 2014
Op 8 april 2014 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak
gedaan in een procedure waarbij in geschil was of ter zake van een
niet-verantwoorde afkoopsom van een lijfrentepolis kan worden verweten
dat hij opzettelijk een onvolledige en dus onjuiste aangifte IB heeft
gedaan. Het hof is van oordeel dat de feiten waaruit de opzet van
belanghebbende kan worden afgeleid in casu ontbreken. Hoewel de
belanghebbende zich bewust is geweest van een kans dat hij een
onvolledige aangifte IB heeft gedaan door zijn wijze van bewaren en
verzamelen van gegevens en communiceren met zijn belastingadviseur, is
het hof van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat het aan
(voorwaardelijke) opzet van de belanghebbende is te wijten dat de
aangifte onvolledig is gedaan. Het hof heeft de boetebeschikking geheel
vernietigd. De uitspraak is op 18 april 2014 gepubliceerd (13/00962).
De uitspraak is opgenomen op de rechtspraakpagina 'Wet IB 1964/IB 2001 (niet winst)' van deze website.
Uitspraken
van (belastingkamers van) rechtbanken, gerechtshoven en arresten
(met bijbehorende conlusies van de A-G) zijn te raadplegen op de
diverse rechtsprakenpagina's op deze website. Klik daarvoor op rechtspraakpagina's.
Bron: http://ljn.rechtspraak.nl/
29 april 2014
Op 23 april 2014 heeft de vaste commissie voor Financiën het nader voorlopig verslag inzake het wetsvoorstel 'Wijziging
van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en
maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' (EK 33.847, nr. E) opgesteld. De hervatting van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel is voorzien voor 20 mei 2014.
Het betreffende
kamerstuk is sinds vandaag direct te downloaden van de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
29 april 2014
Op
18 april 2014 is een beleidsbesluit met het kenmerk BLKB2014/506M
gepubliceerd in de staatscourant (Stcrt. 10935). Met dit besluit zijn
enkele eerdere beleidsbesluiten op onder meer het terrein van de
kapitaalverzekering eigen woning, de spaarrekening eigen woning en het
beleggingsrecht eigen woning ingetrokken. Die besluiten hebben hun
belang verloren door inwerkingtreding van de Wet maatregelen
woningmarkt 2014 II (Stb. 2013, nr. 583). Het besluit is sinds vandaag
direct te downloaden via de besluitenpagina
IB 2001 niet winst van deze website.
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/
28 april 2014
Op 18 april 2014 is het besluit 'Loonheffingen. Diverse onderwerpen'
in geactualiseerde vorm gepubliceerd in de staatscourant (Stcrt.
10934). Het besluit bevat enkele uiteenlopende onderwerpen over
loonheffingen, waaronder een verlenging van de goedkeuring voor de
pseudo-eindheffing hoog loon (zie onderdeel 6.2) die samenhangt met de
verlenging voor 2014 van de pseudo-eindheffing voor hoog loon. Het
besluit is sinds vandaag direct te downloaden via de besluitenpagina
LB 1964 van deze website.
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/
15
april 2014
Op
31 maart 2014 is de herziene versie van het Handboek loonheffingen 2014
op de site van de Belastingdienst gepubliceerd. In dit handboek is
informatie over de loonheffingen in 2014 te vinden, dus over de
loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies
werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage
Zorgverzekeringswet. In het handboek is ook nuttige informatie te
vinden over de per 1 januari 2014 vervallen stamrechtvrijstelling en de
geldende 80%-regeling. Deze informatie is onder meer opgenomen in
paragraaf 19.3 van het handboek.
Het handboek is direct te downloaden via de renseignerings- en LB-inhoudingspagina van deze website.
Bron: http://www.belastingdienst.nl/
13 april 2014
De hervatting van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel 'Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' (EK 33.610), gezamenlijk met het wetsvoorstel 'Wijziging
van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en
maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' (EK 33.847), is voorzien voor 20 mei 2014.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
13 april 2014
Op 7 april 2014 heeft de staatssecretaris van Financiën de memorie van antwoord inzake het wetsvoorstel 'Wijziging
van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en
maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014'
(EK 33.847, nr. D) naar de Eerste Kamer gestuurd. In die memorie geeft
de staatssecretaris onder meer aan dat het kabinet ervoor heeft gekozen
om de oorspronkelijke wetsvoorstellen met de nummers 33.610 en 33.847
eerst te behandelen en de anti-misbruikbepaling voor nettolijfrenten in
box 3 later. Die anti-misbruikbepaling betreft dus geen aanpassing van
de nu voorliggende ‘Novelle Pensioenakkoord’, maar kan volgens het
kabinet op zichzelf staan. Het kabinet geeft aan te hechten aan een
spoedige behandeling van genoemde twee wetsvoorstellen zodat
pensioenuitvoerders voldoende tijd hebben om voor de grootste groep
deelnemers de wijzigingen door te voeren.
Het betreffende
kamerstuk is sinds vandaag direct te downloaden van de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
13 april 2014
Op 4 april 2014 heeft de vaste commissie voor Financiën het voorlopig verslag inzake het wetsvoorstel 'Wijziging
van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en
maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' (EK 33.847, nr. C) opgesteld.
Het betreffende
kamerstuk is sinds vandaag direct te downloaden van de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
13 april 2014
Op 28 maart 2014 is in vervolg op het wetgevingsoverleg inzake de wijziging van het wetsvoorstel 'Wijziging
van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en
maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014'
(EK 33.610) op 3 maart 2014 een richtinggevende brief naar de Tweede
Kamer gestuurd over de vraag hoe de nettolijfrente binnen de
voorwaarden van vrijwilligheid en 'fiscale hygiëne' kan worden
ondergebracht in de tweede pensioenpijler (TK 33.847, nr. 25).
In die brief wordt tevens ingegaan op de regeling die het kabinet
voorstaat bij afkoop van de nettolijfrente in box 3. Voor wat betreft
de gevolgen van afkoop van de nettolijfrente zet het kabinet in op een
forfaitaire benadering om het genoten box 3-voordeel terug te nemen
indien de nettolijfrente voor andere doeleinden wordt opgenomen dan de
oude dag (anti-misbruikbepaling). Om te voorkomen dat de forfaitaire
benadering voor belastingplichtigen onevenredig ruw uitwerkt, heeft het
kabinet het voornemen geuit een tegenbewijsmogelijkheid op te nemen.
Een brief met dezelfde richtinggevende inhoud is op 28 maart 2014 ook
naar de Eerste Kamer gestuurd (EK 33.610, nr. L).
De betreffende
kamerstukken zijn sinds vandaag direct te downloaden van de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
13 april 2014
Op
27 maart 2014 is het verslag opgesteld van een schriftelijk overleg met
de staatssecretaris van Financiën over de geconsolideerde tekst waarin
de (voorgestelde) wijzigingen van het vigerende Witteveenkader door het
wetsvoorstel 'Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen' (EK 33.610), het Belastingplan 2014 (EK 33.752) en de 'Novelle Pensioenakkoord' (EK 33.847) zijn verwerkt (EK 33.610, nr. K).
Het betreffende
kamerstuk is sinds vandaag direct te downloaden van de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
13 april 2014
Met
zijn brief van 18 maart 2014 (EK 33.610, nr. J) heeft de
staatssecretaris van Financiën - mede namens de staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid - de integrale tekst van het
oorspronkelijke wetsvoorstel Witteveenkader (EK 33.610) aan de Eerste
Kamer aangeboden. In die integrale tekst zijn per artikel gemarkeerd de
wijzigingen zoals voorgesteld in de 'Novelle Pensioenakkoord' (EK
33.847).
Het betreffende
kamerstuk is sinds vandaag direct te downloaden van de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
12
april 2014
Op
4 januari 2014 zijn kamervragen naar de ministers van Financiën en van
Enomische Zaken gestuurd over premieverhogingen van
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor ZZP-ers (nr. 2014Z03936). In
zijn brief van 25 maart 2014 heeft de minister van Financiën mede
namens de minister van Economische Zaken antwoord gegeven op de
gestelde vragen (kenmerk FM/2014/436U).
De antwoorden op de kamervragen zijn direct te downloaden via de kamervragenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties
12
april 2014
Over de problematiek met beleggingsverzekeringen is de afgelopen jaren
veelvuldig gesproken. Klanten hebben in het verleden polissen
afgesloten die later niet aan bleken te sluiten bij hun verwachtingen.
De betreffende problematiek blijft de aandacht van de Minister van
Financiën hebben, zo heeft hij aangegeven in zijn brief van 18 maart
2014 (FM/2014/401M). Naar aanleiding van de door hem aan de Tweede
Kamer gedane toezeggingen hierover, heeft de minister in die brief de
stappen uitgewerkt die nu gezet moeten worden om de positie van deze
klanten te verbeteren. Het gaat dan ten eerste om de toetsing van de
nazorg van verzekeraars en adviseurs door de AFM. Verder wordt in de
brief aandacht besteed aan het door verzekeraars onderzoeken van de
mogelijkheden voor eenzijdige aanpassingen. Ook de stand van zaken met
betrekking tot de Commissie individuele schrijnende gevallen komt in de
brief aan de orde.
De brief en de bijbehorende 'Rapportage Nazorg beleggingsverzekeringen' van de AFM zijn direct te downloaden via de beleggingsverzekeringenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties
12 april 2014
Op 28 maart 2014 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen in een procedure
waarbij in geschil was in welk belastingjaar de waarde van een
geëxpireerde kapitaalverzekering met lijfrenteclausule belast is in het
geval waarin de redelijke termijn die in acht mag worden genomen bij
het ten uitvoer leggen van de lijfrenteclausule is verstreken. De Hoge
Raad is van oordeel dat de waarde van een kapitaalverzekering met
lijfrenteclausule (afkoopsom) is belast in het jaar waarin de redelijke
termijn voor tenuitvoerlegging van de lijfrenteclausule is verstreken.
Het arrest is op 28 maart 2014 gepubliceerd (13/03361). Het arrest is
opgenomen op de rechtspraakpagina 'Wet IB 1964/IB 2001 (niet winst)' van deze website.
Uitspraken
van (belastingkamers van) rechtbanken, gerechtshoven en arresten
(met bijbehorende conlusies van de A-G) zijn te raadplegen op de
diverse rechtsprakenpagina's op deze website. Klik daarvoor op rechtspraakpagina's.
Bron: http://ljn.rechtspraak.nl/ |