29
november 2014
Met
de inwerkingtreding van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd
(Wet VAP) worden de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd sinds 2013
jaarlijks verhoogd. Op basis van de Wet VAP wordt de AOW-leeftijd in
2023 67 jaar. Deze verhoging heeft ook gevraagd om aanpassingen op
andere terreinen dan de AOW en de aanvullende pensioenen. De
aanpassingen in leeftijdsafhankelijke regelingen in de fiscale
wetgeving zijn voorzien in de Wet ‘Overige fiscale maatregelen 2013’ en
zijn gekoppeld aan de verhoging van de AOW-leeftijd. In het Deel- en
Regeerakkoord van 2012 werd al voorgesteld over te gaan tot een
snellere verhoging van de AOW-leeftijd. Ten opzichte van de Wet VAP zou
de verhoging naar 67 jaar dan twee jaar eerder (in 2021) worden
ingevoerd. Dit voorstel is recent uitgewerkt in het wetsvoorstel 'Versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd'
van 14 november 2014 (TK 34.083, nr. 2). Ten behoeve van de praktijk is
op deze website een overzicht geplaatst met de verschillende
AOW-leeftijden.
Dit kan van nut zijn voor de leeftijdsafhankelijke regelingen die de
Wet IB 2001 kent. Zie daarover meer in het vorige nieuwsbericht.
Het overzicht is direct te downloaden
via de cijfers
en overzichtenpagina van deze site.
28 november 2014
Op 14 november 2014 is het wetsvoorstel 'Versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd'
(TK 34.083, nr. 2) ingediend bij de Tweede Kamer. Op basis van dit
wetsvoorstel wordt de AOW-leeftijd sneller verhoogd in vergelijking tot
de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. De verhoging van de
AOW-leeftijd naar 67 wordt met dit wetsvoorstel twee jaar eerder (in
2021) ingevoerd. Deze versnelde verhoging werd als voorgesteld in het
Deel- en Regeerakkoord van 2012 en is nu nader uitgewerkt. Deze
versnelde verhoging van de AOW-leeftijd heeft gevolgen voor het
benutten van de leeftijdsafhankelijke regelingen die de Wet IB 2001
kent, zoals de diverse regelingen inzake de lijfrente in box 1
(gefaciliteerde lijfrentevormen, jaar- en reserveringsruimte,
toevoeging aan oudedagsreserve, omzetting oudedagsreserve en
stakingswinst in lijfrente). Door die versnelde verhoging zal men - in
het algemeen gesproken - pas later van een fiscale regeling gebruik
kunnen maken. Daarentegen kan men veelal langer doorsparen.
De kamerstukken zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties
21 november 2014
Op 18 november 2014 is door de staatssecretaris van
Financiën
een overzicht met wijzigingen inzake het pakket 'Belastingplan 2015'
(AFP/2014/1035) aan de Eerste Kamer gestuurd. Het chronologische
overzicht bevat onder meer de belangrijkste wijzigingen in het op 13
november 2014 door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel
'Belastingplan 2015' ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel,
alsmede een overzicht van de verschillende brieven die over het
wetsvoorstel naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. Het gaat daarbij onder
andere om brieven van de regering waarin veel vragen op het terrein van
de nettolijfrente in box 3 van een antwoord zijn voorzien.
De concept-tekst is direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties
20 november 2014
Op 17 november 2014 is de Nadere memorie van antwoord inzake het wetsvoorstel 'Verzamelwet pensioenen 2014'
(EK 33.863, nr. E) opgemaakt. In deze memorie zijn antwoorden gegeven
op een aantal vragen op het terrein van de nettopensioenregeling in de
tweede pensioenpijler. Daarnaast zijn diverse vragen beantwoord op het
gebied van de nettolijfrente in box 3. Bij de beantwoording is zoveel
mogelijk de volgorde aangehouden van het nader voorlopig verslag.
De kamerstukken zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
20 november 2014
Op
5 november 2014 heeft de Nationale Ombudsman een rapport gepubliceerd
(nr. 2014/148) inzake een zaak waarbij de staatssecretaris van
Financiën een verzoek bij afkoop van een lijfrente (alsnog) rekening te
houden met eerder niet-afgetrokken heeft afgewezen voor waar het gaat
om een tweetal jaren van premiebetaling. Over de betreffende jaren zijn
geen gegevens (meer) beschikbaar. Daarmee heeft de afkopende
belastingplichtige (alleen) voor de betreffende jaren niet aannemelijk
gemaakt dat (ook) in die jaren betaalde premies niet zijn afgetrokken.
De staatssecretaris van Financiën heeft het verzoek om toepassing van
de hardheidsclausule afgewezen omdat de belastingplichtige in het
geheel geen informatie heeft gegeven over de betreffende twee jaren. De
staatssecretaris overwoog hierbij dat aannemelijk maken meer moet zijn
dan enkel een veronderstelling. De Nationale Ombudsman is van oordeel
dat de staatssecretaris van Financiën zijn besluit om de
hardheidsclausule niet toe te passen toereikend heeft gemotiveerd en
acht de klacht van de belastingplichtige om die reden niet gegrond.
Het rapport van de Nationale Ombudsman is direct te downloaden via de rechtspraakpagina IB - niet winst van deze site.
Bron: http://www.nationaleombudsman.nl
20 november 2014
Op 13 november 2014 is het wetsvoorstel 'Belastingplan 2015'
(EK 34.002, nr. A) aangenomen door de Tweede Kamer. ChristenUnie, SGP,
VVD, Van Vliet, D66, GroenLinks, PvdA en de PvdD stemden voor. Het
gewijzigde wetsvoorstel, alsmede een aantal andere relevante
kamerstukken inzake het wetsvoorstel zijn toegevoegd aan de website.
De kamerstukken zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
18 november 2014
Ingeval
de wettelijke termijn die geldt bij uitvoering van lijfrentecontracten
wordt overschreden kan dat verstrekkende en zeer onaangename fiscale
gevolgen hebben. Bij overschrijding van de wettelijke termijn wordt
namelijk afkoop (van de lijfrente) aangenomen door de wetgever, met
alle gevolgen van dien.
In
het vakblad Pensioen Alert van 11 november 2014, nr. 9, van Akkermans en Partners, wordt in dit
verband ingegaan op hoe de wettelijke termijn kan worden verlengd. Er
moet dan sprake zijn van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!
2 november 2014
Als
bijlage bij de brief van 30 oktober 2014 van de staatssecretaris van
Financiën
(AFP/2014/982) is de concept-tekst van artikel 17bis UB IB 2001 opgenomen. Dat artikel
vormt de uitwerking van de in artikel 5.16c, lid 1, Wet IB 2001
opgenomen delegatiebepaling. In artikel 17bis is het in combinatie met
de maximumgrondslag maximaal voor de nettolijfrente in box 3 in
aanmerking te nemen premiepercentage uitgewerkt.
De concept-tekst is direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties
2 november 2014
In
zijn brief van 30 oktober 2014 (AFP/2014/982) heeft de staatssecretaris van Financiën
schriftelijk antwoord gegeven op een deel van de vragen die zijn
gesteld tijdens het wetgevingsoverleg inzake het wetsvoorstel 'Belastingplan 2015' van 27 oktober 2014. Een aantal vragen ziet op de nettolijfrente.
Het kamerstuk is direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties |