25 juni 2015
Op 24 juni 2015 is een wijzigingsbesluit met betrekking tot het besluit 'Lijfrenten en periodieke uitkeringen'
in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 17097). Het gaat om een
IB-besluit met een goedkeuring inzake een tijdelijke regeling voor
terugstorting van te veel op een lijfrenteproduct betaalde bedragen.
Onder voorwaarden mag een 'te hoge premiestorting c.q. inleg' worden
teruggestort door de betreffende aanbieder zonder dat sprake is van een
afkoop dan wel deblokkering. Hiervoor is wel een verklaring van de
inspecteur van de Belastingdienst over het terug te storten bedrag
nodig!
De volledige
tekst van het document is direct
te downloaden van de besluitenpagina IB niet-winst van deze website.
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl
21 juni 2015
Op
2 juni 2015 is het wetsvoorstel 'Versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd '
(EK 34.083, nr. A) na hoofdelijke stemming aangenomen door de Eerste
Kamer. Op deze website zijn de verslagen van de plenaire behandeling
van het wetsvoorstel op 19 mei 2015 en het stemmingsoverzicht van de
Eerste Kamer van 2 juni 2015 geplaatst. De officiële wettekst is op 18
juni 2015 in het Staatsblad gepubliceerd onder nummer 218.
De kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstel zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
21 juni 2015
In de maand juni zijn de volgende vakartikelen gepubliceerd
over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:
- Update dossier beleggingsverzekeringen (VP Bulletin, juni 2015, nr. 6)
- Lijfrente beschermd bij beroep op bijstand (Pensioen Alert, 1 juni 2015, nr. 5).
Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!
20 juni 2015
Op
5 juni 2015 is het wetsvoorstel 'Fiscale verzamelwet 2015 '
(TK 34.220, nr. 2) naar de Tweede Kamer gestuurd. Met ingang van 1
januari 2010 is een bankspaaralternatief geïntroduceerd voor als
uitvaartverzekering gebruikte overlijdensverzekeringsproducten. Dit
hing samen met de wens om waar mogelijk een gelijk speelveld te creëren
tussen banken en verzekeraars. Sinds de invoering in 2010 zijn er
echter geen banken geweest die het product banksparen voor
uitvaartkosten hebben aangeboden, zo is gebleken. Omdat het banksparen
voor uitvaartkosten niet wordt aangeboden, wordt de vrijstelling in box
3 voor de bankspaarvariant geschrapt, althans dat is de bedoeling van
een van de maatregelen in het wetsvoorstel. Daartoe is voorgesteld
artikel 5.10 Wet IB 2001 aan te passen. Deze aanpassing werd al
aangekondigd in het antwoord van 10 juli 2014 op schriftelijke
kamervragen over dit onderwerp (kenmerk DB/2014/297U). De vrijstelling
in box 3 voor de uitvaartverzekeringen blijft overigens wel bestaan.
De kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstel zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.eerstekamer.nl
20 juni 2015
In vervolg op de in januari van dit jaar gehouden internetconsultatie is op 15 juni 2015 het wetsvoorstel 'Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw'
bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel omvat onder meer de
maatregel om het in de derde pensioenpijler opgebouwde pensioen
(lijfrentevermogen) onder bepaalde en binnen zekere grenzen te
beschermen voor de vermogenstoets in de Participatiewet. Op basis van
de voorgestelde maatregel behoeven zelfstandigen hun lijfrentevermogen
niet aan te spreken als zij een beroep op de bijstand doen. Daarmee
wordt op dit punt een grotere gelijkheid tussen zelfstandigen en
werknemers bereikt. De bescherming van het lijfrentevermogen voor de
vermogenstoets wordt gerealiseerd door een wijziging van de
Participatiewet. De regeling heeft een algemeen karakter en ziet
daarmee op alle vermogens in de derde pensioenpijler.
De kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstel zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties
18
juni 2015
Op
14 april 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan
(AWB 14-6869) in een belastingzaak waarbij in geschil was of bij het in
2010 tot uitkering zijn gekomen van een in 1995 gesloten - en nadien
ongewijzigde - kapitaalverzekering (Brede Herwaarderingsregime) gebruik
kon worden gemaakt van de - in casu - hogere uitkeringsvrijstelling
voor een kapitaalverzekering eigen woning (KEW). De rechtbank heeft
geconcludeerd dat nu in de verzekeringsovereenkomst geen KEW-clausule
staat, geen sprake is van een KEW. Om die reden kan geen gebruik worden
gemaakt van de KEW-vrijstelling. Voor de uitkering uit de betreffende
kapitaalverzekering kan wel gebruik worden gemaakt van de (lagere)
uitkeringsvrijstelling van € 28.134 van de Wet IB 1964. De
rentecomponent die is begrepen in het gedeelte van de uitkering dat
uitkomt boven het bedrag van die uitkeringsvrijstelling, is belast in
box 1. De uitspraak is op 3 juni 2015 gepubliceerd.
Zie voor een compleet overzicht van de rechtspraak de rechtspraakpagina van deze site.
4
juni 2015
Op
1 mei 2015 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan (BK
14-01517) in een belastingzaak waarbij in geschil was of terecht en
naar de juiste bedragen revisie- en heffingsrente in rekening is
gebracht terzake van de afkoop van na 31 december 1991 gesloten
lijfrenteverzekeringen. De betreffende lijfrenteverzekeringen zijn in
2011 afgekocht. In verband daarmee zijn negatieve uitgaven voor
inkomensvoorzieningen in aanmerking genomen. Er is revisierente
berekend over de betaalde lijfrentepremies en het behaalde rendement (=
het afgekochte bedrag). In navolging van de Rechtbank Den Haag oordeelt
het gerechtshof dat in casu terecht revisierente en heffingsrente in
rekening zijn gebracht en dat dit overeenkomstig de Algemene wet inzake
rijksbelastingen is berekend over de waarde in het economische verkeer
van de afgekochte lijfrenteaanspraak. De uitspraak is op 22 mei 2015
gepubliceerd.
Zie voor een compleet overzicht van de rechtspraak de rechtspraakpagina van deze site. |