Archief maart 2017

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief maart 2017

28 maart 2017
In verband met de inwerkingtreding van de ‘Wet uitfasering PEB en overige fiscale pensioenmaatregelen’ en ‘Wet tot wijziging van de Wet uitfasering PEB en overige fiscale pensioenmaatregelen’ zijn enkele bepalingen in lagere regelgeving aangepast. De wijzigingen in de uitvoeringsbesluiten zijn opgenomen in het ‘Besluit tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten ter uitwerking van de Wet PEB’ dat op 27 maart 2017 is gepubliceerd in het Staatsblad onder nummer Stb. 2017, 117. Voor wat betreft het fiscale terrein van lijfrentesparen gaat het om aanpassingen van technische aard in het Uitvoeringsbesluit IB 2001 (UB IB 2001) en het Uitvoeringsbesluit LB 1965 (UB LB 1965). De aanpassingen in genoemde uitvoeringsbesluiten houden verband met het opnemen van beleggingsondernemingen in de zin van de Wft als toegelaten aanbieders van lijfrenten in de zin van artikel 3.126a Wet IB 2001 en het in dat kader vervangen van het begrip lijfrentespaarrekening door het begrip lijfrenterekening. Daartoe zijn de artikelen 14a en 22 UB IB 2001 aangepast. Ook is artikel 11 UB LB 1965 aangepast. Deze bepaling is in die zin aangepast, dat nu ook de door een beleggingsonderneming gedane uitkeringen zijn onderworpen aan de heffing van loonbelasting. De betreffende bepalingen werken terug tot en met 1 januari 2017 .
De officiële teksten van de uitvoeringsbesluiten zijn direct te downloaden via de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

28 maart 2017
De Eerste Kamer heeft de wetsvoorstellen ‘Wet uitfasering PEB en overige fiscale pensioenmaatregelen’ (EK 34.555; Wet PEB) en ‘Wet tot wijziging van de Wet uitfasering PEB en overige fiscale pensioenmaatregelen’ (EK 34.662; Novelle wet PEB) op 7 maart 2017 met algemene stemmen aangenomen. Op 27 maart 2017 zijn de officiële wetteksten inzake de Wet PEB en de Novelle wet PEB in het Staatsblad gepubliceerd onder de nummers Stb. 2017, 115, respectievelijk Stb. 2017, 116. Beide wetten treden op 1 april 2017 in werking. Echter alle bepalingen die zien op het fiscale terrein van lijfrentesparen werken terug tot en met 1 januari 2017. Daarbij gaat het onder meer om de bepalingen die verband houden met het opnemen van beleggingsondernemingen in de zin van de Wet op het financieel toezicht als toegelaten aanbieders van lijfrenten in de zin van artikel 3.126a Wet IB 2001 en het in dat kader vervangen van het begrip 'lijfrentespaarrekening' door het begrip 'lijfrenterekening'.
De officiële wetteksten zijn direct te downloaden via de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

26 maart 2017
In de maand maart 2017 is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Algeheel verval tijdklemmen bij KEW, SEW en BEW (Pensioen Advies, maart 2017, nr. 3).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

21 maart 2016
In de maand maart 2017 is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Recente ontwikkelingen op het fiscale terrein van de eigenwoningspaarproducten (VP Bulletin, maart 2017, nr. 3).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

18 maart 2017
Op 16 maart 2017 is het besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen IA, IIA en IIIBIS van de wet 'Overige fiscale maatregelen 2017' gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2017, nr. 91). Dit besluit is een vervolg op de brieven van de staatssecretaris van Financiën van 8 februari 2017 over het verval van de tijdklemmen (minimale premiebetalingseis van 15 of 20 jaar) voor de KEW, de SEW en het BEW. In het besluit is aangegeven dat genoemde artikelen per 1 april 2017 in werking zullen treden. Dat betekent dat de tijdklemmen voor deze eigenwoningspaarproducten per die datum komen te vervallen. Voor kapitaalverzekeringen die in de periode 1992 - 2000 zijn gesloten (Brede Herwaardering) betekent de publicatie van het besluit dat de tijdklemmen op basis daarvan per 1 april 2017 weer onverkort van toepassing zullen zijn voor alle situaties. Middels een nog te publiceren beleidsbesluit zullen de tijdklemmen ook komen te vervallen voor kapitaalverzekeringen die onder het Brede Herwaarderingsregime zijn gesloten.
De (kamer)stukken met betrekking tot het verval van de tijdklemmen zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

17 maart 2017
In de maand maart 2017 is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Afkoop van box 1-lijfrente; de revisierenteregeling (Pensioen Alert, maart 2017, nr. 3).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

12 maart 2017
Met de datum van 2 maart 2017 heeft de Belastingdienst brieven verzonden over de afkoop van een lijfrente in 2016. Het onderwerp van de brief is 'Afkoop lijfrenteverzekering verwerken in uw aangifte'. Heeft u of uw klant ook zo'n brief ontvangen? En heeft u of heeft uw klant niet in 2016, maar in een eerder jaar de betreffende lijfrente afgekocht? Dan zal u of uw klant voor 2016 een jaaropgave van de bank of verzekeraar gekregen hebben waarin staat dat de betreffende afkoop niet is belast. Mogelijk heeft u of uw klant de verzonden brief dan onterecht ontvangen. Op de website van de Belastingdienst staat in het verstoringenoverzicht dat de Belastingdienst momenteel uitzoekt welke mensen de brief onterecht hebben ontvangen. De Belastingdienst zoekt uit of de bank of verzekeraar een verkeerde jaaropgave 2016 heeft gedaan. Als dat het geval is, dan ontvangt u of uw klant een nieuwe brief waarin uitleg zal worden gegeven over het vervolg. Op dit moment hoeft u zelf niets te doen!

Bron: www.belastingdienst.nl/

11 maart 2017
Het wetsvoorstel ‘Novelle Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen’ (Kamerstukken I, 2016-2017, 34.662, nr. 2) is op 7 maart 2017 aangenomen door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel is met algemene stemmen aangenomen. Klik voor een totaaloverzicht van de kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstel met de linker muisknop op overzicht kamerstukken. Binnenkort zal de officiële publicatie van de wet in het Staatsblad plaatsvinden.
De (kamer)stukken met betrekking tot het wetsvoorstel zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

5 maart 2017
Op 14 februari 2017 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een procedure waarbij in geschil was of terecht revisierente in rekening is gebracht over de afkoopsom van een lijfrente (BK 1600162). In de zaak ging het om het volgende. Belanghebbende D heeft in 1996 een lijfrenteverzekering afgesloten en heeft ten aanzien van deze lijfrente in de periode 1996 – 2006 in totaal een bedrag van € 22.938,81 aan premies betaald en deze ook in mindering gebracht op zijn inkomen. Na expiratie van deze lijfrente in 2008 heeft D met het vrijgekomen lijfrentekapitaal een lijfrente gekocht. Vóór de einddatum van die lijfrente heeft D verzocht de lijfrente in één keer uit te keren. De afkoopsom bedroeg € 26.148. Over de afkoopwaarde is 20% revisierente berekend (€ 5.229). D is in beroep gegaan bij de Rechtbank Gelderland. De rechtbank deed in deze zaak uitspraak op 19 januari 2016 (AWB 15/2930). D heeft hiertegen hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ingesteld. Het hof oordeelde in deze zaak als volgt. Met de regeling van de revisierente van artikel 30i AWR wordt beoogd op forfaitaire wijze het rentenadeel te compenseren dat de Staat lijdt als door de afkoop van een lijfrente niet is voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld aan een in het verleden in aanmerking genomen aftrek van premies voor een lijfrenteverzekering. De revisierente wordt berekend over de waarde in het economisch verkeer van de afgekochte lijfrenteaanspraak, die in het onderhavige geval gelijk zijn te stellen aan de afkoopsom van de lijfrente, en wordt daarmee berekend over zowel de afgetrokken premies als het behaalde rendement. Met het berekenen van de revisierente over niet alleen de premies maar ook het rendement wordt voorkomen dat D die de lijfrentepremie waarvoor premie-aftrek is genoten in een later stadium afkoopt, per saldo beter af zou zijn dan een belastingplichtige die van begin af aan zijn geld zou hebben belegd in een regulier spaarproduct. Het hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is. Het gelijk is dus aan de inspecteur. De uitspraak is op 24 februari 2017 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

5 maart 2017
Het ‘Handboek Loonheffingen 2017’, versie januari 2017, is op 28 februari 2017 gepubliceerd op de site van de Belastingdienst. U kunt de actuele informatie over 2017 zowel online als via de pdf-versie raadplegen. De online-informatie houdt de Belastingdienst in de loop van het jaar voortdurend actueel. U kunt dan in het versiebeheer zien wat er is gewijzigd. Elk kwartaal verschijnt er een nieuwe uitgave van de pdf van het handboek. Daarbij geeft de Belastingdienst duidelijk aan wat de wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige uitgave. In paragraaf 19.3 is uitgebreide informatie te vinden over (loon)stamrechten en de regeling voor vervroegde uittreding (RVU). In paragraaf 24.7 en 24.8 is nadere informatie te vinden over de pseudo-eindheffing bij een RVU respectievelijk voor excessieve vertrekvergoedingen.
Het handboek is direct te downloaden van de renseignerings- en inhouding LB-pagina van deze website.

Bron: www.belastingdienst.nl/loonheffingen

4 maart 2017
Op 25 januari 2017 heeft het Hof Amsterdam zich uitgesproken in een zaak waarbij in geschil was of een belastingplichtige recht heeft op aftrek van vrijwillig betaalde Anw-premies ingevolge artikel 3.124, lid 1, onderdeel d Wet IB 2001 (kenmerk BK 15/00806). In de zaak speelde het volgende. In het verleden heeft B een kapitaalverzekering afgesloten. De waarde in het economische verkeer van deze verzekering bedroeg op 1 januari 2011 € 8.457,-. In zijn aangifte IB/PVV heeft B € 8.457,- aan premies vrijwillige bijdrage Anw als aftrekbare uitgaven voor inkomensvoorzieningen afgetrokken. In de aangifte is geen belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in box 3 aangegeven. De inspecteur heeft in het geval van B met betrekking tot het jaar 2011 geen gegevens beschikbaar voor wat betreft de door betaalde vrijwillige Anw-premies, betaalde lijfrentepremies of het bezit van een KEW of SEW. De inspecteur heeft de geclaimde aftrek van € 8.457 geschrapt. B is in beroep gegaan bij de Rechtbank Noord-Holland en heeft vervolgens hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam ingesteld. De rechtbank stelde vast dat B het hele jaar 2011 gehuwd is geweest. Niet is vast komen te staan dat premies aan hem in rekening zijn gebracht of zijn geïnd door de SVB. B is niet geboren voor 1 juli 1956, maar erna. Aangezien de hoogte van de afgetrokken vrijwillige Anw-premie gelijk is aan de waarde van de betreffende kapitaalverzekering, heeft de rechtbank geoordeeld dat daarmee beoogd is de op de kapitaalverzekering betaalde premies van het inkomen af te trekken. De afgetrokken premies kunnen volgens de rechtbank geen betrekking hebben op bijdragen ingevolge artikel 66a lid 3 Anw. De betaalde premies komen volgens de rechtbank dan ook niet voor aftrek als premies vrijwillige bijdrage Anw in de zin van artikel 3.124, lid 1, onderdeel d Wet IB 2001 in aanmerking. Het gerechtshof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De uitspraak is op 25 januari 2017 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

3 maart 2017
In de maanden januari-februari 2017 is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Redelijke vs. wettelijke termijn bij oudedagsvoorzieningen. Uitvoeringstermijnen in de praktijk vaak onduidelijk (Pensioen Advies, januari-februari 2017, nr. 1-2).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van maart 2017.