Archief september 2018

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief september 2018

15 september 2018
Op 10 september 2018 is de digitale Rekenhulp Lijfrentepremie 2018 ‘live’ gegaan en is online beschikbaar gesteld op de website van de Belastingdienst. De digitale Rekenhulp Lijfrentepremie is vanaf belastingjaar 2016 in een nieuw format c.q. “online jasje” gestoken. Belastingplichtigen hebben nu nog ruim drie maanden de tijd om hun aftrekruimte voor 2018 te bepalen en te beslissen of ze wel of geen bedragen zullen storten in hun lijfrenteproduct. Voor berekening van de aftrekruimten voor jaren gelegen vóór 2016 kan gebruik worden gemaakt van een afzonderlijke digitale rekenhulp.
De Rekenhulp Lijfrentepremie is direct toegankelijk gemaakt
via de programmapagina van deze site.

Bron: www.belastingdienst.nl

12 september 2018
Medio augustus 2018 is de PDF-versie van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2019 van de Belastingdienst gepubliceerd. In deze nieuwsbrief vindt u informatie over de nieuwe regels voor het inhouden en betalen van de loonheffingen vanaf 1 januari 2019. Zo vindt u daarin onder meer informatie over de nieuwe AOW-leeftijd per die datum, als ook nadere informatie over de afkoopkorting bij afkoop van pensioen in eigen beheer in 2019. Vandaag is het handboek geplaatst op de website van Fiscaal leven.
Het integrale PDF-document is direct te downloaden van de renseignerings- en inhouding LB-pagina van deze website.

Bron: www.belastingdienst.nl/loonheffingen

9 september 2018
Op 18 juli 2018 zijn op www.belastingdienstpensioensite.nl (website van het CAP van de Belastingdienst) diverse V&A's van de Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting over de fiscale behandeling van compensatie bij afkoop of omzetten in ODV van PEB. Vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 is het mogelijk om het in eigen beheer verzekerde deel van de opgebouwde pensioenaanspraak volledig af te kopen of om te zetten in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV). Bij volledige afkoop of omzetting in een ODV kan de in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraak worden prijsgegeven voor zover de waarde in het economische verkeer van die aanspraak hoger is dan de fiscale balanswaarde van de bij het eigenbeheerlichaam tegenover die aanspraak staande pensioenverplichting op het moment van prijsgeven. Indien de dga een partner in de zin van artikel 1 Pensioenwet heeft, is prijsgeven alleen toegestaan na schriftelijke instemming van de partner. Een eventuele gewezen partner van de dga moet schriftelijk instemmen met het prijsgeven indien deze gewezen partner een (afgeleid) recht heeft op een deel van de in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraken. Ingeval het in eigen beheer verzekerde pensioen wordt afgekocht of omgezet in een ODV kan aan de (gewezen) partner een passende compensatie worden geboden voor het verlies van rechten als gevolg van de uitfasering (partnerpensioen bij overlijden en het recht op verevening van ouderdomspensioen bij scheiden). De compensatie kan bestaan uit een uitkering ineens of een voorwaardelijke uitkering. In de gepubliceerde V&A's gaat de kennisgroep in op de vraag of een dergelijke compensatie aan de (gewezen) partner leidt tot een belastbare aangewezen periodieke uitkering op grond van de artikelen 3.101 en 3.102 Wet IB 2001 en/of dit leidt tot een aftrekbaar bedrag op grond van artikel 6.3 Wet IB 2001.
De VenA's zijn direct te raadplegen en tevens te downloaden van de FAQ's en helpdeskvragenpagina van deze site.

Bron: http://www.belastingdienstpensioensite.nl

9 september 2018
Op 26 juni 2018 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan (BK 17/00951) in een procedure waarbij in geschil was of de inspecteur bij afzonderlijke beschikking tot een juist bedrag revisierente in rekening heeft gebracht bij afkoop van een gerichte lijfrente. De afgekochte lijfrente is afgesloten in 1995 (Brede Herwaardering) en is ingegaan per 1 januari 1996. Naar het oordeel van het Hof oordeel heeft de inspecteur terecht 20% aan revisierente in rekening is gebracht omdat ten tijde van de afkoop de lijfrente ouder was dan 10 jaar, zodat de zogenoemde tegenbewijsregeling van artikel 30i, lid 3, AWR niet van toepassing is. De uitspraak is op 27 juli 2018 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

8 september 2018
Op 20 juni 2018 heeft het Hof Den Haag uitspraak gedaan (BK 17/00646) in één van de vier proefprocedures inzake rond 1 januari 1992 tot stand gekomen kapitaalverzekeringen. Tijdens de zitting is vast komen te staan dat de onderhavige kapitaalverzekering in civielrechtelijke zin pas tot stand is gekomen in 1992. Belanghebbende betoogt dat de kapitaalverzekering op grond van het gelijkheidsbeginsel moet worden geacht vóór 1 januari 1992 tot stand te zijn gekomen, zodat deze onder de eerbiedigende werking van artikel 76 Wet IB 1964 (tekst 2000) valt. Het Hof oordeelt in de eerste plaats dat de vraag of sprake is van gelijke gevallen moet worden beantwoord vanuit het perspectief van de betrokken wettelijke regeling. De omstandigheid dat de kapitaalverzekering civielrechtelijk al dan niet na aanvaarding van een openbaar aanbod tot stand is gekomen, is vanuit het perspectief van artikel 76 Wet IB 1964 niet relevant. Gelet hierop zijn de door belanghebbende vergeleken gevallen rechtens en feitelijk gelijk. Het Hof oordeelt voorts dat sprake is van begunstigend beleid, aangezien het gevoerde beleid in strijd met de doelstelling van artikel 76 Wet IB 1964 tot gevolg heeft dat de eerbiedigende werking van dat artikel ook ten deel valt aan kapitaalverzekeringsovereenkomsten waarvan vaststaat dat deze civielrechtelijk op 31 december 1991 nog niet bestonden. Het Hof is tot slot van oordeel dat een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor het uit het begunstigende beleid voortvloeiende verschil in behandeling ontbreekt. Het Hof acht het hoger beroep gegrond. De uitspraak is op 19 juli 2018 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

8 september 2018
Op 15 juni 2018 heeft de Hoge Raad arrest gewezen (18/00550) in een zaak waarbij een belanghebbende in cassatie is gekomen tegen de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 3 januari 2018. Voor het Hof was in geschil of de in de uitkering uit de kapitaalverzekering begrepen rentecomponent in casu terecht in de heffing is betrokken. De Hoge Raad stelde het Hof in het gelijk en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond (art. 81 Wet RO). Het arrest is gepubliceerd op 15 juni 2018.
Het arrest is te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

7 september 2018
Op 26 april 2018 heeft het Hof Den Bosch uitspraak gedaan (AWB 16/3586) in een procedure waarbij het volgende speelde. Belanghebbende Y woont in Amerika en heeft in het jaar 2012 een overbruggingslijfrente-uitkering ontvangen van Aegon Levensverzekering N.V. Y stelt zich op het standpunt dat bij hem het in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat deze uitkering in het jaar 2012 niet in de IB/PVV-heffing betrokken zou worden. Y heeft door middel van een klachtenbrief uitdrukkelijk en gemotiveerd bij de inspecteur aan de orde gesteld dat hij de in het jaar 2008 genoten lijfrente-uitkering niet in de aangifte IB/PVV 2008 heeft opgenomen. Naar het oordeel van het Hof kon de omstandigheid dat de inspecteur desondanks de aangifte IB/PVV 2008 en de aangiften IB/PVV 2009, 2010 en 2011 – waarin de lijfrente-uitkeringen eveneens niet aangegeven waren – heeft gevolgd bij Y de in rechte te beschermen indruk wekken dat deze gedragslijn berustte op een bewuste standpuntbepaling. Voorts overweegt het Hof dat de aan Y opgelegde aanslag IB/PVV 2012 overeenkomstig de regeling ter voorkoming van dubbele belasting zoals opgenomen in de nationale regelgeving en het belastingverdrag is vastgesteld. De uitspraak is 18 juli 2018 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is te downloaden van de rechtspraakpagina IB staking/winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van september 2018.