Archief december 2016

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief december 2016

31 december 2016
Op 18 november 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA-15-727 t/m 15-730) zich uitgelaten over een zaak waarin in geschil was of de door de werkgever in kwestie getroffen vertrekregeling wel of niet is aan te merken als een regeling voor vervroegde uittreding in de zin van artikel 32ba Wet LB 1964 (RVU). In de zaak ging het specifiek om het volgende. Als gevolg van het ontstaan van een overtolligheid aan fte door inkrimping van activiteiten en economische omstandigheden heeft de werkgever voor zijn werknemers een vertrekregeling getroffen om die overtollige fte's af te bouwen. Door de werkgever werd een samenhangend pakket aan maatregelen afgesproken. Onderdeel daarvan vormden een Protocol 'Vrijwillige Vetrek Regeling' (VVR-protocol) en een Detacherings-protocol. Op basis daarvan kregen de werknemers de keuze geboden om op vrijwillige basis het dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen, dan wel gedetacheerd te worden. De ontvangen verzoeken tot deelname aan een van de protocollen zijn op basis van senioriteit toegewezen. De toe te kennen ontslagvergoedingen werden gebaseerd op de kantonrechtersformule. De Rechtbank oordeelt in zijn uitspraak dat bij de beoordeling van de vraag of een regeling moet worden aangemerkt als een RVU, een objectieve toets moet worden aangelegd. Daarbij zijn de (subjectieve) intenties van werkgever en/of werknemer niet van belang. Ook niet van belang is wie uiteindelijk van de betreffende regeling gebruikmaakt. Volgens de Rechtbank moet wel worden vastgesteld of de regeling de doelgroep beperkt. Het gaat dus om de algemene kenmerken van de (generieke) regeling zoals vervat in het VVR-protocol. De regeling maakte deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen om de boventalligheid af te bouwen en stond open voor alle werknemers uit alle leeftijdscategorieën en dus niet voor een beperkte groep zoals alleen de 50-plussers. De Rechtbank is van oordeel dat in casu geen sprake is van een RVU. De uitspraak is op 9 december 2016 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina loonbelasting van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

29 december 2016
Op 29 december 2016 is de 'Bijstellingsregeling 2017' in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 70381). In die regeling zijn onder meer de officiële fiscale cijfers inzake inkomensvoorzieningen (lijfrenten) en de KEW-/SEW-/BEW-vrijstellingsbedragen voor 2017 opgenomen. De afkoopgrens bij afkoop van box 1-lijfrenten bij langdurige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.133, lid 9, onderdeel c Wet IB 2001 is nu ook bekend. De afkoopgrens komt voor 2017 te liggen op € 40.321. Deze grens was nog niet opgenomen in he vorige week gepubliceerde eindejaarsbericht van Financiën. Het FsL-overzicht met de levencijfers voor 2017 is hiermee nu uitgebreid.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden van de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2016
Op 29 december 2016 is de 'Regeling tot wijziging van enige uitvoeringsregelingen op het gebied van belastingen en toeslagen ' in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 71813). In deze regeling is een aantal wijzigingen opgenomen voor de jaarlijkse aanpassing van diverse uitvoeringsregelingen, waaronder de Uitvoeringsregeling IB 2001 (UR IB 2001). Deze regeling bevat op het terrein van lijfrenten een wijziging van artikel 18 UR IB 2001. Dat artikel bevat de uitwerking van een aantal voorwaarden die gelden bij afkoop van een lijfrente ingeval sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid. De voorwaarden worden per 1 januari 2017 enigszins uitgebreid, maar ook versoepeld.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden van de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2016
Op 29 december 2016 is het 'Besluit tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van belastingen' in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2016, nr. 549). In dit besluit is een aantal wijzigingen opgenomen voor de jaarlijkse aanpassing van diverse fiscale uitvoeringsbesluiten, waaronder het Uitvoeringsbesluit IB 2001 (UB IB 2001). Zo wijzigt per 1 januari 2017 onder meer de tabel in artikel 17bis, lid 1 UB IB 2001. De in die tabel opgenomen maximumpremiepercentages per leeftijdscategorie voor nettolijfrenten in box 3 worden met ingang van die datum aangepast aan de overlevingstafels GBM/GBV 09-14. Met ingang van 1 januari 2018 worden die percentages wederom aangepast, maar dan aan de verhoging van de pensioenrichtleeftijd per 1 januari 2018 naar 68 jaar. De wijziging van de tabel in artikel 15, lid 2 UB IB 2001 waarin de vermenigvuldigingsfactoren staan voor bepaling van de pensioenaangroei bij beschikbarepremieregelingen wordt met ingang van 1 januari 2019 aangepast aan de hogere pensioenrichtleeftijd. Het aanpassingsbesluit bevat ook een tweetal wijzigingen in de Wet IB 2001. Het gaat om de bepalingen in de artikelen 3.68, lid 1 en 3.127, lid 1 en lid 4 van die wet. De wijzigingen treden pas in werking per 1 januari 2018.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden van de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2016
Op 29 december 2016 is de officiële wettekst van 'Overige fiscale maatregelen 2017' in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2016, nr. 545). Deze wet bevat een aantal wijzigingen op het fiscale terrein van levensverzekeringen en bankspaarproducten. Op dezelfde dag zijn ook de officiële wetteksten van 'Belastingplan 2017' en de 'Fiscale vereenvoudigingswet 2017' in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2016, 544 respectievelijk 546).
De gepubliceerde wetteksten zijn direct te downloaden via de wettekstenpagina van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

29 december 2016
De staatssecretaris van Financiën heeft op 20 december 2016 besloten het wetsvoorstel 'Wet uitfasering pensioen in eigen beheer' (Wet PEB) bij de Eerste Kamer tegen te houden. Volgens de staatssecretaris moeten eerst de fiscale gevolgen van de wetgeving worden onderzocht. Nu het wetsvoorstel 'Wet PEB' nog niet is aangenomen door de Eerste Kamer, worden de in het wetsvoorstel voorgestelde overige fiscale pensioenmaatregelen en de wijzigingen inzake het opnemen van beleggingsondernemingen als toegelaten aanbieders voor lijfrenten niet ingevoerd op de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2017. In de brief van de staatssecretaris aan de Eerste Kamer van 20 december 2016 (Kamerstukken I, 2016-2017, 34.555, nr. B) is echter aangegeven dat in de voor het wetsvoorstel 'Wet PEB' in te dienen novelle in terugwerkende kracht zal worden voorzien voor de overige pensioenmaatregelen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen. Hieruit blijkt dat het nog steeds de bedoeling is dat de voorgestelde overige fiscale pensioenmaatregelen vanaf 1 januari 2017 toegepast kunnen worden. Gezien deze uitzonderlijke situatie zal de Belastingdienst in afwachting van het indienen en de behandeling van de novelle vanaf 1 januari 2017 voor het toezicht op de toepassing van de fiscale pensioenregels uitgaan van de met terugwerkende kracht in te voeren overige fiscale pensioenmaatregelen zoals opgenomen in artikel III, onderdelen A t/m F, N en Q, van het wetsvoorstel 'Wet PEB'. Ook voor de in artikel I, onderdelen A, G, H, J, L, M en Q, van het wetsvoorstel voorgestelde wijzigingen van de Wet IB 2001 in verband met het opnemen van beleggingsondernemingen als toegelaten aanbieders voor lijfrenten geldt dat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2017 voor het toezicht op de toepassing van de betreffende regels zal uitgaan van de voorgestelde maatregelen. Beleggingsondernemingen in de zin van de Wft die hiervan gebruik willen maken, dienen in de periode waar de wet nog niet is aangepast wel over een aanwijzing als toegelaten aanbieder te beschikken, als bedoeld in artikel 3.126a, lid 2, onderdeel c Wet IB 2001.
De (kamer)stukken met betrekking tot het wetsvoorstellen zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.belastingdienstpensioensite.nl

23 december 2016
Vandaag zijn de meest recente, voor deze website mogelijk interessante, stukken met betrekking tot de wetsvoorstellen 'Belastingplan 2017', 'Overige fiscale maatregelen 2017', 'Fiscale vereenvoudigingswet 2017' en 'Wet PEB' op deze website geplaatst. Ook zijn de stemmingsverslagen met betrekking tot de eerste drie wetsvoorstellen opgenomen en de regeling van werkzaamheden m.b.t. het wetsvoorstel 'Wet PEB'.
De (kamer)stukken met betrekking tot het wetsvoorstellen zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

21 december 2016
Naar aanleiding van het Eindejaarsbericht van Financiën van 21 december 2016 inzake de fiscale cijfers voor 2017 is een overzicht met de voor levensverzekeringen en bankspaarproducten relevante fiscale cijfers voor het jaar 2017 op deze website geplaatst. Het praktische overzicht met de voor de levensverzekeringspraktijk relevante cijfers is direct te downloaden via de cijfers en overzichtenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

21 december 2016
Op 20 december 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het pakket 'Belastingplan 2017', met uitzondering van het wetsvoorstel 'Wet PEB'. De wetten uit het pakket 'Belastingplan 2017' treden officieel in werking nadat de Koning deze heeft goedgekeurd. Vooruitlopend op de goedkeuring door de Koning heeft het ministerie van Financiën in het Eindejaarsbericht van vandaag een overzicht gegevens van de belangrijkste wijzigingen in de belastingen per 1 januari 2017.
Het Eindejaarsbericht is direct te downloaden via
de cijfers en overzichtenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

20 december 2016
Vandaag heeft de Eerste Kamer ingestemd met het pakket ‘Belastingplan 2017’, met uitzondering van het wetsvoorstel ‘Wet PEB’. Voor levensverzekeringen en bankspaarproducten betekent dit dat de codificatie van het ‘tijdklemmenbesluit’ van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 2014, nr. BLKB 2014/2168M, per 1 januari 2017 een feit is. De codificatie is deels breder dan het goedkeurend beleid in genoemd besluit en de situatie van verkoop van de eigen woning wordt per 1 januari 2017 ook gegoten in een wettelijke bepaling. Dus ook in die situatie kan straks een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), een spaarrekening eigen woning (SEW)of een beleggingsrecht eigen woning (BEW) vervroegd worden afgekocht/gedeblokkeerd zonder dat de uitkeringsvrijstelling verloren gaat! Die producten behoeven dan in bepaalde situaties niet een looptijd van ten minste 15 of 20 jaar te hebben. Vanwege het ook in die situatie vervallen van de tijdklemmen, wordt tegelijkertijd een andere goedkeuring [Onderdeel 4.6 van het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 6 december 2014, nr. BLKB 2014/1763M] op dit terrein gecodificeerd, zij het in gewijzigde vorm. Het betreft het voorkomen van verlies van (een deel van) de vrijstelling bij voortijdige afkoop/deblokkering van een KEW, SEW of BEW na goedkoper wonen.
De relevante kamerstukken met betrekking tot de betreffende wetsvoorstellen zijn direct
te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

17 december 2016
Vandaag zijn de meest recente, voor deze website mogelijk interessante, kamerstukken met betrekking tot de wetsvoorstellen 'Belastingplan 2017', 'Overige fiscale maatregelen 2017', 'Fiscale vereenvoudigingswet 2017' en 'Wet PEB' op deze website geplaatst. Het meest recente kamerstuk met betrekking tot deze wetsvoorstellen is de nota naar aanleiding van het verslag inzake de wetsvoorstellen van 9 december 2016.
De kamerstukken met betrekking tot het wetsvoorstellen zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: http://www.eerstekamer.nl

17 december 2016
In de maand december 2016 is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actueel onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Gaan tijdklemmen voor KEW, SEW en BEW geheel vervallen? (Pensioen Alert, november 2016, nr. 10).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

17 december 2016
Op 21 juli 2016 heeft het Gerechtshof Den Bosch zich uitgelaten over een zaak waarin een belastingplichtige na overschrijding van de wettelijke uitvoeringstermijn voor een lijfrente koos voor een uitkering ineens. In geschil was onder meer of de inspecteur bij het opleggen van de aanslag IB/PVV voor het jaar 2010 terecht de waarde van de lijfrente bij het inkomen heeft geteld wegens het overschrijden van de wettelijke termijn. De belastingplichtige in kwestie was gerechtigde tot een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule die op 27 december 2010 expireerde. Op 31 december 2011 werd de lijfrente fiscaal geacht te zijn afgekocht, omdat op dat moment de wettelijke termijn eindigde en nog geen keuze kenbaar was gemaakt. De keuze werd pas in 2012 gemaakt. Uiteindelijk koos de belastingplichtige voor uitkering van het geëxpireerde kapitaal in plaats van aanwending ervan voor een lijfrente. Door de inspecteur werd de uitkering in het jaar van expiratie (2010) in de belastingheffing betrokken. Dit is niet correct. In 2010 was de wettelijke termijn immers nog niet overschreden. Het hof oordeelt dat de uitkering niet in 2010 is belast. De uitspraak is op 1 december 2016 gepubliceerd.
De volledige uitspraak is direct te downloaden van de rechtspraakpagina IB niet-winst van deze website.

Bron: www.rechtspraak.nl

16 december 2016
Op 14 december 2016 heeft Ab Flipse namens woekerpolis.nl een open brief gestuurd naar het intermediair in Nederland. In de brief roept Flipse het intermediair op te voldoen aan zijn zorgplicht en klanten te begeleiden met een woekerpolis. Klanten moeten volgens Flipse worden geholpen met een eerlijk en goed hersteladvies. Ook moeten klanten volgens Flipse worden gewezen op de mogelijkheden om de geleden schade te claimen en daarbij op weg worden geholpen. Flipse acht de oproep nodig omdat veel gedupeerde woekerpolishouders volgens hem stil blijven zitten en zich niet verroeren voor wat betreft hun actie bij een woekerpolis.
De volledige brief en het bijbehorende nieuwsbericht van AMweb.nl zijn direct te downloaden vande beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: www.amweb.nl

15 december 2016
Op 10 november 2016 heeft de Geschillencommissie van het Kifid uitspraak gedaan in een procedure over beleggingsverzekering. De procederende belangenbehartiger heeft de inhoud van de klacht uitdrukkelijk beperkt tot de stelling dat de in rekening gebrachte kosten te hoog zijn in verhouding tot de totale inleg op de polissen. Daarbij werd verwezen naar een eerdere uitspraak van het Kifid uit 2014 waarbij is uitgesproken dat een kostenpercentage van 5% tot 6% redelijk zou zijn. In tegenstelling tot de zaak uit 2014, ontbreekt volgens het Kifid in onderhavige procedure een concrete rechtsgrondslag voor de geclaimde schadevergoeding. Een wanverhouding tussen geleverde prestatie en betaalde prijs is volgens het Kifid niet voldoende grondslag voor toewijzing van een schadeclaim. Het Nederlands recht kent een dergelijke beperking van de contractsvrijheid immers niet. Het Kifid heeft de vordering(en) afgewezen.
De uitspraak en het bijbehorende nieuwsbericht van AMweb.nl zijn direct te downloaden vande beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: www.amweb.nl

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van december 2016.