Archief september 2020

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief september 2020

24 september 2020
Vandaag is de vakartikelenpagina van deze website bijgewerkt naar de laatste stand van zaken inzake vakartikelen. De afgelopen maand is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actuele onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Afkoop van een lijfrente. Wanneer is er nu wel en geen revisierente verschuldigd? (Pensioen Advies, september 2020, nr. 9).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

24 september 2020
Op 4 augustus 2020 heeft het Hof Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij in geschil was of bij afkoop van een lijfrente terecht revisierente in rekening is gebracht (BK 19/00528). Meer specifiek was in geschil of door de informatie op de website van de Belastingdienst bij belanghebbende het in rechte te honoreren vertrouwen is gewekt dat hem geen revisierente in rekening zou worden gebracht. Belanghebbende heeft in 1989 een lijfrenteverzekering afgesloten bij De Amersfoortse Verzekeringen (De Amersfoortse). De einddatum van de lijfrenteverzekering lag in 2015. In 2001 heeft een aanpassing van de poliswaarden van de lijfrenteverzekering plaatsgevonden in verband met de wijziging van het belastingstelsel per 1 januari 2001. Daarbij is de jaarlijks verschuldigde premie van € 16.863 (bij de afsluiting van de polis vastgesteld voor de periode vanaf de ingangsdatum in 1989 tot en met de einddatum in 2015) niet gewijzigd. De premies voor de lijfrenteverzekering zijn zowel vóór als na 1 januari 2001 jaarlijks in aftrek gebracht in belanghebbendes aangiften IB/PVV. In correspondentie aan belanghebbende heeft De Amersfoortse onder andere meegedeeld dat op het tot 1 januari opgebouwde deel van de verzekering in de uitkeringsfase de oude fiscale wetgeving van kracht blijft. Daarnaast heeft De Amersfoortse meegedeeld dat zijn verzekering is aangepast aan de nieuwe fiscale regels en dat hierdoor de mogelijkheid van lijfrentepremie-aftrek op zijn inkomen behouden wordt. De tot 2001 opgebouwde waarde blijft onder de oude, gunstige, fiscale regeling vallen. Belanghebbende heeft zijn lijfrente in 2015 afgekocht. Hij heeft zich bij de beslissing tot afkoop van de lijfrenteverzekering laten leiden door de informatie die is weergegeven op de website van de Belastingdienst. Wegens de afkoop in 2015 van de lijfrenteverzekering is aan belanghebbende revisierente in rekening gebracht. Op de vraag of door de betreffende informatie op de website van de Belastingdienst bij belanghebbende het in rechte te honoreren vertrouwen is gewekt dat hem geen revisierente in rekening zou worden gebracht, antwoordt het hof bevestigend. Het hof heeft geoordeeld dat belanghebbende de onjuistheid van zijn - begrijpelijke - lezing van de informatie op de website van de Belastingdienst niet redelijkerwijs had kunnen en moeten beseffen. Daaraan doet niet af dat hij tevens een verzekeringstussenpersoon heeft geraadpleegd. Wat betreft de vraag of de revisierente 'daarenboven geleden schade' is in de zin van het arrest HR 26 september 1979, nr. 19 250, BNB 1979/311 (dispositievereiste), stelt het hof - in het kader van de interpretatie van het zogenoemde dispositievereiste - drie verschillende interpretaties van die term naast elkaar en kiest vervolgens voor één daarvan (r.o. 5.16.2). Op grond daarvan moet de in rekening gebrachte revisierente in dit geval worden aangemerkt als ‘daarenboven geleden schade’ in zoëven bedoelde zin. Het hof oordeelt het hoger beroep van de inspecteur in deze zaak ongegrond. De uitspraak is gepubliceerd op17 september 2020.
De uitspraak is direct te downloaden via de rechtspraakpagina Algemene wet van deze site.

Bron: https://www.rechtspraak.nl/

24 september 2020
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft op 21 september 2020 aan de Tweede Kamer de beantwoording van kamervragen naar aanleiding van het schriftelijk overleg over de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 gestuurd (kenmerk 2020-0000166279). De antwoorden zijn in een bijlage bij de aanbiedingsbrief opgenomen. In een tweede bijlage is een overzicht bronbelastingen opgenomen.
De bestanden zijn direct te downloaden via de Internationaalpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

23 september 2020
De staatssecretaris van Financiën heeft op 15 september 2020 de Prinsjesdagbrief inzake fiscale moties en toezeggingen 2020 naar de Eerste Kamer (kenmerk 2020-0000165770) en de Tweede Kamer (kenmerk 2020-0000165769) gestuurd.
De documenten zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

22 september 2020
Op 28 augustus 2020 heeft A-G Niessen conclusie genomen in een zaak over de toewijzing van heffingsrecht over een door belanghebbende ontvangen uitkering van een (levens)verzekeraar uit een ontslagstamrecht onder het Verdrag Nederland – Duitsland 1959. In geschil is of de uitkering valt onder artikel 10 van het Verdrag (niet-zelfstandige arbeid) of artikel 12 (pensioen). Het heffingsrecht inzake de periodieke uitkering uit ontslagstamrecht aan inwoner van Duitsland komt toe aan Nederland.
De conclusie is direct te downloaden via de rechtspraakpagina internationaal van deze site.

Bron: https://www.rechtspraak.nl/

20 september 2020
In de maand september van dit jaar heeft de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid een aantal uitspraken gedaan inzake beleggingsverzekeringen. Het gaat om de uitspraken met de nummers 2020-712 (niet-bindend advies), 2020-733 (bindend advies), 2020-734 (niet-bindend advies) en 2020-735 (bindend advies).
De uitspraken, inclusief het samenvattende nieuwsbericht hierover op AMweb, zijn direct te downloaden via de beleggingsverzekeringenpagina van deze site.

Bron: https://www.kifid.nl/

18 september 2020
Op 16 september 2020 is het wijzigingsbesluit lijfrenten van 8 september 2020, nr. 2020-16039 (Stcrt 2020, 47727), in de Staatscourant gepubliceerd. Dit nieuwe besluit wijzigt het bestaande verzamelbesluit lijfrenten van 16 mei 2019 en bevat twee items. Een ervan is de in onderdeel C van het wijzigingsbesluit opgenomen goedkeuring. De wijziging betreft de toevoeging dat voor het bepalen van de termijnen van een alimentatielijfrenterekening de in artikel 3.126a, lid 4, onderdeel a Wet IB 2001 opgenomen uiterste ingangsdatum en minimale looptijd buiten beschouwing blijven. Deze wijziging is relevant in het kader van afkoop van een bestaande alimentatieverplichting in de vorm van een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht. De wijziging ziet op de aanpassing van de reeds bestaande paragraaf 9.3.4 in het besluit van 16 mei 2019. De tweede wijziging is de in onderdeel B van het wijzigingsbesluit opgenomen nieuwe goedkeuring. Door de nieuwe goedkeuring wordt de wettelijke regeling bij afkoop van een nieuw regime lijfrente in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid (zie artikel 3.133, lid 9 Wet IB 2001) een in-zoverre bepaling. Door de goedkeuring is bij een nieuw regime lijfrente die wordt afgekocht in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid tot een hoger bedrag dan het wettelijk toegestane maximum als bedoeld in artikel 3.133, lid 9, onderdeel c Wet IB 2001 (bedrag 2020: € 41.791) onder voorwaarden alleen voor het bedrag dat hoger is dan dit maximum revisierente verschuldigd. Daarmee is de regeling een in-zoverre-bepaling geworden. De regeling geldt met ingang van 17 september 2020.
Het beleidsbesluit is direct te downloaden via de besluitenpagina IB niet-winst van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

12 september 2020
Vandaag is de vakartikelenpagina van deze website bijgewerkt naar de laatste stand van zaken inzake vakartikelen. De afgelopen maand is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actuele onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Veranderende AOW-leeftijd en het lijfrenteregime (Pensioen Alert, september 2020, nr. 7).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

5 september 2020
Op 2 september 2020 is het wetsvoorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het financieel toezicht, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen, de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof, ingediend bij de Tweede Kamer. Afgekort wordt het wetsvoorstel 'Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen' genoemd (Kamerstuknummer 35.555).
De stukken zijn direct te downloaden via de wetsvoorstellenpagina van deze site.

Bron: https://www.tweedekamer.nl

4 september 2020
Vandaag is de vakartikelenpagina van deze website bijgewerkt naar de laatste stand van zaken inzake vakartikelen. De afgelopen maand is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actuele onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Overgangsperikelen KEW bij verhuizing en fiscaal partneren (De Hypotheekadviseur, augustus 2020, nr. 4).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

4 september 2020
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer het evaluatierapport van de vrijstelling voor nettopensioen en nettolijfrente op 2 september 2020 aangeboden. Volgens de bewindsman kan een eventuele aanpassing van de fiscale behandeling van pensioenen het beste in samenhang met de rest van het fiscale stelsel plaatsvinden. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer het evaluatierapport van de vrijstelling voor nettopensioen en nettolijfrente aangeboden. Het rapport Bouwstenen voor een beter belastingstelsel biedt hiervoor mogelijkheden. Dat rapport is onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. Van de potentiële doelgroep van 200.000 mensen nemen circa 25.000 mensen (circa 17%) deel aan een nettoregeling. Dat betreft vooral nettopensioenen. Uit het onderzoek dat heeft geleid tot het evaluatierapport blijkt dat het feit dat het kapitaal niet vrij is op te nemen een verklaring is van dit relatief weinige gebruik van de nettoregelingen. Daarnaast voorziet de regeling niet in de behoeften van de deelnemers. Degenen die wel deelnemen doen dat omdat zij vertrouwen hebben in de pensioenuitvoerder, door het fiscale voordeel van de vrijstelling en door de uitkering en risicodekking voor nabestaanden bij overlijden voor de pensioendatum. Voor de deelname blijkt verder dat het uitmaakt dat het nettopensioen als opt-out (deelname is automatisch geregeld en actieve keuze is nodig om niet deel te nemen) wordt aangeboden en niet als opt-in (actieve keuze nodig om deel te nemen). De meerderheid van de regelingen via pensioenfondsen is vormgegeven als opt-out. Het onderzoeksbureau Willis Towers Watson concludeert dat de vrijstelling voor een meerderheid van de doelgroep doeltreffend en voldoende doelmatig is. De aanbevelingen die het onderzoeksbureau doet slaan vooral op het verminderen van onnodige complexiteit. Volgens het onderzoeksbureau weegt het door de hoge uitvoeringskosten en het ontbreken van automatische waardeoverdracht van kleine nettopensioenen zwaar dat de afkoopmogelijkheden van kleine nettopensioenen beperkt zijn.
De documenten zijn direct te downloaden via de kamervragenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

3 september 2020
Vandaag is de vakartikelenpagina van deze website bijgewerkt naar de laatste stand van zaken inzake vakartikelen. De afgelopen maand is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actuele onderwerp op het terrein van levensverzekeringen:

  • Is een lijfrentevoorziening beschermd in tijden van coronacrisis? (Pensioen Advies, juli/augustus 2020, nr. 7/8).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van september 2020.