Archief december 2021

 

Nieuwsarchief

Nieuwsarchief december 2021

22 december 2021
Op 22 december 2021 is het tweede wijzigingsbesluit inzake lijfrenten en rechten op periodieke uitkeringen in de Staatscourant gepubliceerd (nr. 2021-22413). Dit wijzigingsbesluit wijzigt het verzamelbesluit lijfrenten etc. van 16 mei 2019, nr. 2019-115021, laatstelijk gewijzigd bij het wijzigingsbesluit van 8 september 2020, nr. 2020-16039. Het wijzigingsbesluit bevast een aantal kersverse goedkeuringen en enkele redactionele wijzigingen.
De volledige tekst van het document is sinds vandaag direct te downloaden via de besluitenpagina IB niet-winst van deze site.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/

21 december 2021
Naar aanleiding van het Eindejaarsbericht van Financiën van 21 december 2021 inzake de fiscale cijfers voor 2022 is een overzicht met de voor levensverzekeringen en bankspaarproducten relevante fiscale cijfers voor het jaar 2022 op deze website geplaatst. Het praktische overzicht met de voor de levensverzekeringspraktijk relevante cijfers is direct te downloaden via de cijfers en overzichtenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

21 december 2021
Op 21 december 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel 'Belastingplan 2022'. De wettelijke bepalingen uit het pakket 'Belastingplan 2022' treden officieel in werking nadat de Koning deze heeft goedgekeurd. Vooruitlopend op de goedkeuring door de Koning heeft het ministerie van Financiën in het Eindejaarsbericht van vandaag een overzicht gegevens van de belangrijkste wijzigingen in de belastingen per 1 januari 2022. Dit overzicht bevat onder meer de fiscale cijfers inzake levensverzekeringen (lijfrenten en kapitaalproducten).
Het Eindejaarsbericht is direct te downloaden via
de cijfers en overzichtenpagina van deze site.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

19 december 2021
Tijdens het Wetgevingsoverleg “Wijziging van de Woningwet” van 8 maart 2021 hebben kamerleden een motie inzake bouwsparen ingediend (Kamerstukken II, 2021/21, 35.517, nr. 69). Middels de brief van 6 december 2021 (kenmerk 2021-0000248773) heeft de minister van Financiën, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uitvoering gegeven aan deze motie. In de bijlage bij de brief vindt u de antwoorden van het schriftelijk overleg 'Bouwsparen'.
De brief met bijlage zijn direct te downloaden via
de kamervragenpagina van deze site
.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten

18 december 2021
Op 30 november 2021 heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) een vraag en antwoord (V&A) gepubliceerd over het vaststellen van het aantal maanden voor de omvang van de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling. Het gaat om het V&A met nummer 21-006. Het V&A behandelt de vraag hoeveel maanden in aanmerking mogen worden genomen voor de berekening van de RVU-drempelvrijstelling in geval van mede door de werkgever gefinancierd verlof, direct voorafgaande aan pensionering op de AOW-leeftijd. In hoeverre de periode van verlof meetelt voor de berekening van de omvang van de RVU-drempelvrijstelling, hangt volgens het door het CAP gegeven antwoord af van de vormgeving van het verlof. In een drietal voorbeelden bij het V&A wordt dit verduidelijkt.
Het V&A is direct te downloaden via de helpdeskvragenpagina van deze website
.

Bron: https://centraalaanspreekpuntpensioenen.belastingdienst.nl/

11 december 2021
Vandaag is de vakartikelenpagina van deze website bijgewerkt naar de laatste stand van zaken inzake vakartikelen. De afgelopen maand is de volgende vakbijdrage gepubliceerd over een actuele onderwerp op het terrein van de RVU:

  • Samenloop RVU-uitkering met (tijdelijk verhoogde) pensioenuitkering; invloed op RVU-drempelvrijstelling? (Pensioen Vanmorgen, december 2021, nr. 10).

Zie ook de vakartikelenpagina van deze website!

10 december 2021
Vandaag zijn de rechtspraakpagina's voor de loonbelasting en internationaal bijgewerkt naar de laatste stand van zaken op het terrein van ontslagstamrechten.
Klik voor een overzicht van de rechtspraak inzake ontslagstamrechten op rechtspraakpagina Loonbelasting van deze site.

Bron: https://www.rechtspraak.nl/

1 december 2021
Op 19 november 2021 heeft de Hoge Raad arrest gewezen (21/01829) in een zaak die al eerder voor de Hoge Raad (19/03758) heeft gediend. De zaak werd door de Hoge Raad verwezen naar Gerechtshof Den Haag. In de zaak stond de herkwalificatie van een premievrijgemaakte vaste termijnverzekering centraal. Het Haagse hof heeft in zijn uitspraak van 20 april 2021 (BK-20/00644) geoordeeld dat de verzekeringsovereenkomst, na de premievrijmaking, voor de heffing van de IB niet (meer) kan worden aangemerkt als een overeenkomst van levensverzekering. Immers, als gevolg van de premievrijmaking is het overlijdensrisico en daarmee het verzekeringselement volgens het hof verdwenen uit de overeenkomst en resteert een overeenkomst die voor de heffing van de IB moet worden aangemerkt als een spaarcontract. Voorts oordeelt het hof dat het verschil in aard tussen een overeenkomst mét en een overeenkomst zónder overlijdensrisico immers zo groot is dat op deze overeenkomst vóór en na de premievrijmaking niet dezelfde fiscaalrechtelijke bepalingen van toepassing kunnen zijn. Het hof concludeert dat de uitkering in het betreffende jaar (2013) is gedaan uit hoofde van een overeenkomst die op dat moment voor de heffing van de IB moet worden aangemerkt als een spaarcontract. Het Haagse verwijzigingshof concludeert dat de heffing over de uitkering in 2013 volgens de bepalingen van de Wet IB 2001 verloopt, tenzij de Invoeringswet Wet IB 2001 anders bepaalt. Ingevolge hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AK, lid 2 van die Invoeringswet worden de inkomsten uit vermogen gesteld op het bedrag dat in aanmerking zou zijn genomen indien de lopende termijn (van rente) op 31 december 2000, tegen de waarde in het economische verkeer die daar op dat moment aan zou kunnen worden toegekend, zou zijn genoten. De renteaangroei tussen 16 maart 1995 en 31 december 2000 wordt in 2013 tot het inkomen in box 1 gerekend. De belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof Den Haag cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak van het hof. Bij de beoordeling van de klachten is het niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie). De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het arrest is op 19 november 2021 gepubliceerd.
Het arrest en de bijbehorende eerdere uitspraken zijn direct te downloaden via de rechtspraakpagina Wet IB 1964/2001 (niet-winst) van deze site.

Bron: https://www.rechtspraak.nl/

In deze rubriek zijn de oude nieuwsberichten op levensverzekeringsgebied opgenomen van december 2021.